De Balk en de Splinter.
We weten het nog wel, dat spreekwoord dat zegt dat we wel de splinter in het oog van de buurman zien maar de balk in onze eigen ogen vergeten. Nu gaat die vergelijking zeker niet op als we het over de Tweede Wereldoorlog hebben. De zes miljoen Joden die werden omgebracht werden vermoord in Duitse concentratiekampen. We herinneren ons nog dat velen onderdoken bij goede vaderlanders, maar dat foute vaderlanders jacht op hen maakten en vaak de onderduikplaatsen verraden.
We kennen ook nog wel de namen van buitenlanders die in de oorlog, soms met gevaar voor eigen leven, bedreigde Joden wisten te redden. Elk jaar weer kijken we graag naar de film over die lijst van Schindler. We herinneren ons ook de Zweedse diplomaat Wallenberg die zoveel Joden wist te redden maar aan het eind van de oorlog in handen viel van die vermaledijde Russen.
Maar we praten liever niet meer over onze eigen rol in de Jodenmoord. Ja de foute Nederlanders worden genoemd, de verzetstrijders uit de tijd dat ons land bezet was. Maar wie noemt nog de naam van Burgemeester Verbeek van Dinxperlo. Iedere keer als ik het over Dinxperlo heb dan vraagt men waar dat ligt. Nu het ligt aan de grens met Duitsland, achter Doetinchem, ver van de Randstad.
In de jaren 30 was Mr. Verbeek daar burgemeester. Hij zag hoe vele wanhopige Duitsers, met name Joodse Duitsers, hun land wilden ontvluchten. Nederland was dichtbij en de grens tussen Nederland en Duitsland was bij Dinxperlo een bijna open grens. De burgemeester ving ze op en zorgde dat ze papieren kregen op grond waarvan ze mochten blijven.
De regering in de Randstad had het niet op al die vluchtelingen. Als ze rijk waren, of als ze een bijzondere bijdrage aan ons land konden geven, dan mochten ze blijven. De rest moest terug naar Duitsland. Voor Burgemeester Verbeek kon dat niet. Hij had weet van concentratiekampen waar mensen onmenselijk werden behandeld. Hij wist dat de vluchtelingen niet zomaar huis en haard in de steek lieten en naar een onbekend land gingen in de hoop daar onderdak te vinden. Hij bleef daarom verblijfspapieren verstrekken. Hij reisde zelfs een paar keer naar Duitsland om daar, net als Wallenberg, paspoorten en papieren te geven aan mensen die het nodig hadden.
De regering in de Randstad keek het met lede ogen aan. Joden waren immers Joden, nakomelingen van die mensen die hadden geholpen bij de kruisiging van Jezus. Een hervormde dominee van de Jodenzending had nog verteld dat het antisemitisme weliswaar verkeerd was, maar wel de schuld van de Joden zelf omdat zich door Jood te blijven provocerend opstelden. Dat toelaten van Joodse vluchtelingen moest in de hand worden gehouden.
Burgemeester Verbeek werd vlak voor de inval door de Duitsers oneervol ontslagen als Burgemeester. Over de Joodse vluchtelingen die door de Regering waren teruggestuurd naar de concentratiekampen sprak niemand meer. Na de oorlog werd burgemeester Verbeek gerehabiliteerd, in 1946 is hij overleden. In Dinxperlo werd de Mr.Verbeekstraat de Burgemeester Verbeekstraat. maar herdenken doen we hem niet meer.
Tenminste tot nu toe. Ons vluchtelingenbeleid is immers weer hetzelfde als in de dagen van Burgemeester Verbeek. Door ons beleid verdrinken vluchtelingen in de Middellandse Zee. Nu worden ze Moslims genoemd, aanhangers van een net zo gevaarlijke godsdienst als de Joodse voor de Tweede Oorlog was. Het voorbeeld van Burgemeester Verbeek is gevolgd door Nederlanders die de Europeese afspraken over de opname van vluchtelingen nagekomen wilden zien. Als de regering het niet deed zouden ze zelf de vluchtelingen wel gaan halen, net als Burgemeester Verbeek dat in de jaren 30 deed.
We herdenken de doden die sinds de inval door de Duitsers voor onze vrijheid gestorven zijn. Maar het delen van die vrijheid met hen die geen vrijheid om te leven meer hebben doen we niet. We geven daar zelfs onze vrijheid voor op om bijeen te komen om te herdenken. De krachten die ooit zorgden voor het ontslag van Burgemeester Verbeek zorgen nu voor een klimaat dat verhinderd dat ergens in de hoofdstad duizend kruisen worden geplaatst ter herinnering van de vrijheidszoekers met wie we niet wilden delen. Dat die krachten de splinter zijn in onze eigen ogen, de splinters die ons uiteindelijk het licht op de vrijheid zullen ontnemen willen we maar niet zien. Het wordt het hele komende jaar tijd om te herdenken.
Geef een reactie