Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for september, 2021

Lezen: Deuteronomium 13: 2-6

            Marcus 9: 30-37

Gemeente

Vandaag is het de eerste zondag van de herfst. Van herfststormen hebben we nog niet veel gemerkt.. Wij noemen dit de eerste zondag van de herfst. Wetenschappelijk begint de herfst pas komende dinsdag . Maar onze meteorologen maken het zich iets gemakkelijker en laten de herfst al op 1 september beginnen. Zij rekenen op grond van vaste natuurwetten uit wat voor weer we de komende dagen kunnen krijgen. Het zijn geen waarzeggers of toekomstvoorspellers, maar wetenschappers. Maar wij willen graag alles weten en vertrouwen daarom graag op waarzeggers en toekomstvoorspellers. En het is vredeszondag, wij bidden om vrede en weten dat we  met geweld nooit vrede kunnen winnen. In Afghanistan is dat wel gebleken,

Toen het volk Israël zich in Kanaän had gevestigd kwam de vraag op of dat vruchtbare land wel zo vruchtbaar zou blijven. En waarom zou je daarvoor toch die God van Israël blijven volgen? Er waren ook andere manieren om vruchtbaarheid te krijgen. Er waren ook andere waarzeggers die de waarheid brengen? In onze dagen hebben we fluisteraars van allerlei soort en instraalsters en astrologen die allemaal ons kunnen vertellen wat overledenen van ons willen, wat onze toekomst zal zijn en welke beslissingen we het beste kunnen nemen.

Het volgen van de God van Israël is maar één van de vele mogelijkheden. Mozes waarschuwt zijn volk daar voor. Voor gelovigen in de God van Israël is er maar één weg en dat is de Weg die de God van Israël in zijn woord heeft gewezen. In onze dagen kunnen we zeggen dat je niet Christelijk kan zijn en met fluisteraars, instralers, astrologen of andere etherische voorspellers in zee gaan, die twee sluiten elkaar uit en zijn elkaars tegenpolen.

Levert het volgen van de God van Israël dan wat op? Is het zo dat beter volgen en meer gehoorzamen je beschermt tegen ziekte, werkloosheid, armoede, ongeluk, oorlog en onderdrukking? Wie het gedeelte van vandaag goed leest heeft begrepen dat ook dat niet het geval is. Je volgt de God van Israël omdat die je heeft liefgehad, omdat die de regen laat neerdalen op gelovigen en ongelovigen, omdat de God van Israël heeft laten zien wat recht en gerechtigheid is, omdat zijn zoon heeft voorgeleefd dat liefde zelfs door de dood heen houdbaar is en leven geeft.

Die waarzeggers en pseudo profeten kunnen volgens Mozes doodvallen. Hun uitspraken hebben geen waarde, ze leiden je maar af van de weg van de God van Israël. Ze beloven jou een beloning maar herstellen niet het recht van de armen en zorgen er niet voor dat de hongerigen te eten krijgen en de dorstigen te drinken. Echte profeten zijn geen toekomstvoorspellers. Echte profeten hebben gestudeerd op de Bijbel en vertellen hoe het zal gaan als we blijven afwijken van de weg van de God van Israël. Ze zijn eerder te vergelijken met de meteorologen dan met waarzeggers. 

Om voor de armsten op te komen moet je dus eerst studeren. Jezus van Nazareth neemt in dit verhaal immers zijn leerlingen mee naar huis om hen te onderrichten. Eerder had Marcus ons al verteld dat Jezus van Nazareth in Kafernaüm was gaan wonen.

In de verhalen die Marcus vertelt en die voor het verhaal van vandaag staan, had Jezus van Nazareth steeds last gehad van grote mensenmenigten die genezing bij hem zochten of gewoon achter hem aan liepen om te horen wat hij te zeggen heeft. Maar aan populariteit had Jezus van Nazareth kennelijk een broertje dood. Verering door de massa loopt altijd uit op de dood van degene die vereerd wordt. Of het idool van de massa kan het niet aan of de massa raakt teleurgesteld en dood het idool of die wordt door de concurentie gedood, maar dood gaat het idool.

Jezus van Nazareth is voor alles realist, hij weet dat het hem ook zo zal vergaan. Maar hij weet ook dat zoveel liefde van God niet definitief dood kan gaan. Dus als het definitief lijkt, na drie dagen, het getal van de volmaaktheid, dat komt het weer tot leven. Dan staat het op tegen de dood. Die weg moet je durven gaan, hoe moeilijk ook. 

Daar zijn ook die leerlingen voor. Die moeten leren zichzelf uit te schakelen. Niet zij zijn belangrijk maar de mensen die de liefde nodig hebben. Daar moet je op letten. Jezus van Nazareth wijst op de zwaksten in elke samenleving, de kinderen. Die hebben nog geen weet van goed en kwaad, die leven nog als in het paradijs. Die zijn het eerst slachtoffer van honger, oorlog en geweld. Die kunnen vaak nog niet zwemmen en zijn dus de eersten die verdrinken.

Die zijn het zwaarste slachtoffers van misbruik, van uitbuiting en gebruik door volwassenen voor persoonlijk gewin of persoonlijk genot. Wie een kind opneemt en het daarmee voor het kind opneemt, neemt Jezus van Nazareth op en neemt het daarmee voor zijn liefde op. Eigenlijk zegt Jezus van Nazareth dat wie zo doet zorgt dat hij opstaat uit de dood die het nalopen en de verering hem gebracht hadden.

Daarom ook hoef je mensen die zorgen voor armen, die het opnemen voor kinderen, die pal staan voor de vrede, die het kwade uit de wereld proberen te verdrijven, niet te veroordelen als ze niet in Jezus van Nazareth geloven. Ze doen evengoed wat hij had bedoeld dat er gedaan moet worden. Je moet juist de mensen bestrijden die zeggen te geloven in Jezus van Nazareth maar het kwaad in de wereld laten voortbestaan, die zelfs kinderen die hier geboren en getogen zijn willen deporteren naar landen waar honger, geweld en onderdrukking heersen. Het zijn de mensen die niet willen delen omdat honger de verantwoording van de hongerige zou zijn, mensen die het niet opnemen voor kinderen omdat het hun kinderen niet zijn.

Het is vandaag de eerste zondag van de herfst. Het worden de donkere dagen voor kerst. In het Noorden van het land en ook in NoordHolland hebben we op 11 november het feest van Sint Maarten. Daarna is er ook snel het Sinterklaasfeest, en dan wordt het Kerst, de geboorte van het kind van Bethlehem. Kinderen komen de komende tijd centraal te staan.

Maar niet alle kinderen in ons land vieren dat mee omdat hun ouders te arm zijn. Ouders met een te laag inkomen, ouders die onder schuldsanering en beheer staan kunnen hun kinderen niet echt feest geven. Om dat te weten hoef je geen waarzegger te  zijn. Laten wij zorgen dat Jezus van Nazareth hen wel feest geeft. Wij zijn de handen en voeten van Jezus. Talrijk zijn de inzamelingsacties om kinderen dat feest te geven. Let daarop, doe er aan mee of organiseer er zelf één. Volgens Marcus neem je niet alleen Jezus op maar ook de Vader die hem heeft gezonden. En van onze kinderen hopen we dat zij vrede brengen

Amen

Advertentie

Read Full Post »

Lezen: Jesaja 45: 20-25

Marcus 9: 14-29

Gemeente,

Cyrus, die de macht in Babel, het land van de ballingschap, had overgenomen versterkte zijn rijk door bondgenoten te maken van de overwonnen volken. Bondgenoten zouden minder snel in opstand komen dan vernederde volken. En die leeggeroofde landen waar de bevolking in ballingschap was gebracht waren een welkome prooi voor rovers en buurvolken die nog niet onder de macht van Cyrus waren gebracht. Sterke steunpunten waren veel belangrijker, welke godsdienst er dan werd beleden was minder relevant. Cyrus kwam nog uit de cultuur die geloofde dat elke land en elke stad haar eigen God had die je eer moest bewijzen als je toevallig in dat land of die stad kwam. Die Judeeërs hadden dat begrepen, zij kwamen uit Juda en bleven dus vasthouden aan hun eigen God. Nu dat konden ze beter doen in hun eigen land, dan bleven ze vrienden van Cyrus, want een God die met je meetrekt was uniek.

De schrijver van het boek van Jesaja ziet het aan en kan alleen geloven dat een Heidense Koning dat doet omdat de God van Israël hem gebruikt als werktuig. Cyrus laat zien hoe het moet als koning, hij is de gezalfde van de Heer, de messias, de Christus als je het in het grieks wil lezen. Want die koning vraagt niet in de eerste plaats iets voor zichzelf. Macht, aanzien, eerbied, onderdanigheid komen allemaal niet ter sprake. Het gaat over de stad en de Tempel. Zelf mogen ze die herbouwen. Voor de profeet betekent dit dat het licht van de God van Israël weer in de wereld gaat schijnen. Die God was dus niet door andere goden overwonnen en verslagen. Die had die ballingschap gebruikt om het volk Israël te zuiveren van afgoderij en bijgeloof en toen ze dat hadden geleerd stuurde die God een Koning die ze weer terug kon laten keren om hun eigen Tempel op te bouwen. Die Tempel komt in het verhaal centraal te staan. Daar worden de richtlijnen voor de menselijke samenleving bewaard en voorgeleefd. Daar gaat het over delen van wat je hebt, offeren noemen ze dat, maaltijd houden met de armen en de vreemdelingen, je familie en de tempeldienaren. Als de herbouw van de Tempel is voltooid zo verteld de Bijbel dan zal dat verhaal over de wording van Israël ook worden voorgelezen door de Priesters en de Levieten.

Gerechtigheid, dat is wat de God van Israël ons geeft. Gerechtigheid in de zin dat ieder tot zijn of haar recht komt. Die hemel is ooit door God boven ons gezet als een bescherming, een schild tegen de wateren van boven. En wateren kunnen dodelijk zijn. In de taal van het volk Israël staat het water vaak voor de dood. Denk maar eens aan het verhaal over Noach toen God opnieuw wilde beginnen met de aarde en de mensen voor wie God die aarde en de hemel er boven gemaakt had. Die gerechtigheid staat niet ter discussie. Voor sommige mensen is dat wel beangstigend. Zij vinden zichzelf maar slecht en als ze tot hun recht moeten komen dan blijft er maar weinig van hen over. Ze zijn niet in staat tot enig goed dus het kwaad wordt in het zichtbaar als de gerechtigheid van de God van Israël hen treft. Maar het is niet anders. Met de moderne technologie kunnen we niet meer zeggen dat wij mensen niet kunnen bepalen wanneer het wel of niet regent, maar daar maken we zo weinig gebruik van dat je rustig kunt zeggen dat je de regen niet kunt ontlopen. God laat het over de goeden en de slechten regenen.

Maar in dit gedeelte van het boek van de profeet Jesaja gaat de God van Israël tekeer tegen die mensen die zich zo slecht vinden. God heeft toch geen slechte mensen geschapen? Toen God de mens had geschapen, man en vrouw schiep hij hen, zag God dat het goed was. Maar het waren mensen die zelf wel wilden uitmaken wat goed en wat slecht was. Als ze dat konden waren ze immers gelijk aan God geworden. Ze gedragen zich als de klei die tegen de pottenbakker zegt dat de pot die gemaakt is geen oren heeft, of de baby die aan de vader en moeder vraag wat ze eigenlijk hebben voortgebracht. Belachelijk als je het zo stelt. Maar dat doen mensen die over zichzelf en over anderen een oordeel vellen. Ze ontkennen de God van Israël zoals de Bijbel ons die leert kennen. Een God die bevrijdt, ondanks het slechte dat mensen doet. Een God die barmhartig en genadig is, zoals Mozes zag toen hij de richtlijnen voor de menselijke samenleving kreeg. Als mensen die richtlijnen volgt dan merken ze dat ze het goede kunnen doen en niet dan het goede.

Die God van Israël maakt zelfs het slechte goed. Die Cyrus van Perzië was geen gelovige van de God van Israël. Dat hij iets zou weten van de grootheid van die God, van het machtige dat die God kan doen is zeer onwaarschijnlijk. Maar hij doet wat de God van Israël wil, hij bevrijdt het volk uit de ballingschap en zorgt er voor dat ze terugkeren naar hun land en daar de Tempel en Jeruzalem weer herbouwen. Er zullen overigens een heleboel Judeeërs blijven wonen in het land van hun ballingschap. Ze hebben daar immers hun bestaan opgebouwd. Maar het zijn niet langer ballingen, het zijn vrije mensen geworden. Vrije mensen die het vrij staat hun God te dienen en hun Godsdienst te belijden. Zij zijn het die zorgen dat mensen tot hun recht komen, zij zijn het die hun naaste liefhebben als zichzelf, die oog hebben voor de zieken en gehandicapten en aandacht en recht vragen voor de weduwe en de wees. Door Jezus van Nazareth kunnen wij ons aansluiten bij hun gemeenschap en het goede doen en niets dan het goede.

Geloven dat het Goede je de weg wijst in alle situaties is natuurlijk mooi. Maar weet je dan ook overal raad op? “Gods plan leren kennen” wordt vaak als heel belangrijk afgeschilderd. “Als Jezus maar in je hart woont dan weet je overal raad op” wordt vaak beweerd. Dat het dus niet zo is blijkt hier in dit verhaal maar weer. Het antwoord op een epileptische jongen moeten de volgelingen van Jezus van Nazareth schuldig blijven. Daar is kennelijk het bovenstaande gebed van de vader voor nodig. Zo lang met een ziek kind rondzeulen maakt soms dat genezing onbestaanbaar wordt. Nog steeds zijn er ouders die de neiging hebben alle behandelingen van artsen maar te staken als er steeds weer nieuwe therapieën worden geprobeerd en hun ernstig zieke kinderen nieuwe martelingen moeten doormaken in de hoop op genezing van een ernstige ziekte. Hulp bij de twijfel in de mogelijkheden op genezing en begrip voor de twijfel is dan geboden.

Een luisterend oor en een hand op de schouder zijn in een modern ziekenhuis echter soms ver te zoeken ook bij op zich goedwillende artsen. We hebben van de gezondheidszorg een markt gemaakt. Artsen en verpleegkundigen moeten daardoor genezing produceren, zorg voor mensen hoort daar meestal niet bij, daar staat geen vergoeding tegenover en dus is er ook geen tijd voor. Gelukkig zijn er vrijwilligers die in vrijwilligersorganisaties steun en toeverlaat voor patiënten en verwanten willen zijn. Volgelingen van Jezus van Nazareth kunnen hier hun geloof in het onmogelijke laten zien. Steun lijkt onmogelijk maar dat is het juist niet. Gebedsgenezing, daar moet je voorzichtig mee zijn. Te gemakkelijk wordt een niet genezen aan ongeloof, of een te weinig geloof toegeschreven. Spontane genezingen op gebed, als een soort wonderen, zijn niet de genezingen waarvoor Jezus van Nazareth reclame heeft gemaakt. Integendeel hij verbood steeds de mensen er over te praten.

Waar hij voor zorgde was voor begrip voor mensen, voor nieuwe kracht waardoor mensen met hun leven verder konden, voor de steun en het begrip dat ieder van ons aan een ander kan schenken. De geest, die doof en stom maakt, moet vaker bij de omstanders worden uitgedreven dan bij de patiënten zelf. En daar kunnen we zelf een heleboel aan doen. Uiteindelijk sprak die vader in zijn gebed misschien zijn ongeloof in een God uit die zijn kind zo liet lijden maar hij bleef geloof houden in het kind zelf. Geloof vrijwaart ons niet van ziekte en ellende, geloof is geen levensverzekering waarmee de dood is uitgesloten. Maar het geloof in de mensen om ons heen kan hen op de been houden en dokters en verpleegkundigen de gelegenheid geven hun moeilijke werk te doen. Het kan mensen ook helpen afscheid te nemen van elkaar en toch te weten dat het goed is. Aan ieder van ons om ook in de gezondheidszorg de mensen voorop te blijven plaatsen. Ook daar is het lot van de zwaksten de maat voor de kwaliteit, ook daar is nog veel werk te doen dus.

Amen

Read Full Post »

Lezen: Deuteronomium 4: 9-20

Marcus 8:27-9:1

Gemeente,

De leer van Mozes waarover we uit het boek Deuteronomium hebben gelezen is een verhaal dat aan kinderen en kleinkinderen moet worden doorgegeven. Mozes vertelt het verhaal aan het volk alsof ze er zelf zijn bij geweest. Zo eigen moeten we ons dus de verhalen uit de Bijbel maken. Want van de luisteraars zijn er maar twee die er echt bij waren. Kaleb en Jozua. Alle andere getuigen van hetgeen op de Horeb gebeurde waren inmiddels overleden en ook Mozes zou het beloofde land niet betreden. Er zijn aan het verhaal natuurlijk wel een paar bijzonderheden waar we van kunnen leren. God sloot een verbond met het volk. Wij denken dan gauw dat het gaat om het voor wat hoort wat, maar zo is het niet. De bepalingen van het verbond zijn er maar een paar, 10 stuks worden er meestal geteld. De overige bepalingen uit de Tora, de eerste vijf boeken van de Bijbel zijn de grondslagen voor het volk zelf, als je zo je samenleving inricht wordt het een menselijke samenleving.

Het is een blauwdruk voor het leven in een land waar men nog niet is. Dat betekent dat die verbondsregels algemeen geldend zijn maar dat de regels voor de inrichting van je samenleving in de praktijk best anders kunnen uitvallen maar dat de richting die de regels wijzen maatgevend moet zijn. Jezus van Nazareth zou die regels samenvatten uit twee bepalingen. Eén uit Leviticus en één uit Deuteronomium. Samen vormen ze het beroemde gebod dat Jezus ons gegeven heeft, heb God lief boven alles, en het tweede daaraan gelijk is heb uw naaste lief als uzelf. Wat krijgen we daarvoor terug? In de leer van Mozes is het de bevrijding van angst voor andere mensen en het onbekende. Die eerste generatie woestijnzwervers had het beloofde land niet bereikt omdat ze bang waren voor de reuzen die er waren gezien. De tweede generatie was begonnen met de reuzen die geregeerd hadden in Basan te verslaan en hun 60 steden in de nemen.

Het eerste dat het volk in acht moet nemen is het  verbod op afgoderij. Geen afbeeldingen die je kunt aanbidden, noch van mannen, noch van vrouwen. Zijn die gelijk dan? Volgens de Bijbel wel, beiden zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis en daardoor zijn ze nooit goden of godinnen. De manier waarop wij in de entertainmentindustrie met onze idolen omgaan zou ons aan het denken moeten zetten. Voeren die  idolen op de weg van de God van Israël of geven ze toe aan verleidingen die leiden tot de dood en geven ze daardoor voorbeelden die we niet willen hebben. In onze samenleving lijkt het net of wij niet op elke hoek van de straat een altaar hebben waar afgoden worden gediend. Het volk Israël zou dat uiteindelijk wel doen. Alles waar Mozes tegen waarschuwt zal uiteindelijk leiden tot de ballingschap. Maar hoewel  wij die afgoden niet zo zichtbaar hebben worden ze wel aanbeden.

Vooral de goden van winst en profijt. Daar offeren we ons milieu, onze grond en onze landbouw aan op. Daarvoor tolereren we banken die de grootste criminelen van dienst zijn als er maar aan verdiend kan worden. Ook wij worden opgeroepen te stoppen met het aanbidden van deze afgoden.

En het Christelijk geloof lijkt soms net Haarlemmer Olie. In vroeger dagen geloofden mensen dat Haarlemmer Olie je kon genezen van alle soorten kwalen. Was je ziek dan had je maar een paar eetlepels Haarlemmer Olie te nemen en je werd er beter van. Dat werkte natuurlijk niet echt maar als je er in gelooft kan het helpen. Veel huis tuin en keuken kwaaltjes verdwijnen vanzelf na een paar dagen en als je dan die paar dagen Haarlemmer Olie hebt geslikt dan schrijf je de genezing gemakkelijk toe aan dat medicijn.

Zo is het ook als je tijdens zo’n lichte ongesteldheid hebt gebeden om genezing. Ja het helpt, je geneest. Maar ook dat gebed heeft net zomin geholpen als de Haarlemmer Olie. Toch hoor je sommige voorgangers en evangelisten nog wel eens verkondigen dat je geneest van je ziekten, dat je problemen worden opgelost, dat zelfs je schulden verdwijnen als je maar gaat geloven in Jezus van Nazareth als je Messias, je bevrijder van alle aardse ellende.

Want Messias, in het Grieks Christos, betekent toch “bevrijder” en de dicipelen hadden het toch bij het rechte eind toen ze Jezus van Nazareth aanwezen als hun Messias?
Natuurlijk, maar dat wilde toen niet zeggen dat alle ellende voorbij was en dat wil het nog steeds niet zeggen. Jezus van Nazareth zelf zou de eerste zijn die de dood onder ogen moest zien omdat hij zijn liefde voor mensen door de dood heen wilde volhouden. Maar ook daarmee zou het lijden voor zijn leerlingen niet de wereld uit zijn.

Integendeel, ook zij moesten bereid zijn hun kruis op zich te nemen. Zo moeten ook wij bereid zijn het lijden van onszelf te dragen en het lijden van de wereld onder ogen te zien. Het Christen zijn voorkomt niet dat je kinderen kunnen omkomen bij brand of ongeval of sterven door ziekte. Het Christen zijn voorkomt niet dat je gevrijwaard bent voor geweld. Christen zijn voorkomt niet dat je ziek wordt en arbeidsongeschikt, of gehandicapt raakt. Christen zijn betekent wel dat je een open oog hebt voor anderen die dat overkomt en die jouw hulp en steun nodig hebben. Christen zijn betekent dat je een open oor hebt voor die mensen die om hulp roepen.

Jezus verbiedt zijn volgelingen zelfs om mensen te vertellen dat hij de bevrijder van Israël is. Dat komt omdat veel mensen dachten dat zo’n messias met een stevige oorlog de Romeinen wel even zou verdrijven. Maar zo is het niet. De macht van het kwade is pas te bestrijden door het goede te doen. De mensen die lijden, de zieken, de gehandicapten zijn daarom eigenlijk de geheime hulpjes van Jezus. Als er mensen zijn die zich ontfermen over de mensen die dat nodig hebben dan zijn die mensen de handen en de ogen van Jezus. Als ze alleen om zich zelf denken dan horen ze er niet bij. Je moet dan ook nooit een beroep doen op het Christen zijn van een ander, want dat oordeel komt alleen God toe.

Het blijft natuurlijk moeilijk te geloven dat ook Jezus zelf moest lijden en sterven. Hij had zoveel mensen genezen, maar alleen als iedereen het goede zou gaan doen en niet dan het goede dan zou alle ellende op de wereld verdwijnen. Pas toen hij dat tot in de dood, tot op het kruis, liet zien, kon hij laten zien dat dan het leven pas echt begint. En toen zijn leerlingen dat zagen begonnen ze het pas een beetje te geloven.

Petrus was in het verhaal van vandaag zo ver nog niet, hij berispte Jezus zelfs, je moet toch niet denken dat wij je laten vermoorden? Maar daarvoor zou geweld nodig zijn, een opstand zelfs en dat geweld hoorde nu juist niet bij de Messias, de bevrijder van Israël. Petrus zou dus verwarring zaaien met zijn opmerkingen. Daarom spreekt Jezus hem aan als de verwarrer, de satan zeggen we dan om duidelijk te maken hoe slecht die hang naar geweld eigenlijk is.

Christen zijn betekent dus niet dat je minder met lijden te maken hebt maar het betekent dat je ook nog te maken wil hebben met het lijden van anderen. Want alleen als we bereid zijn te maken willen hebben met het lijden van de minsten in de wereld dan kunnen we een weg vinden om alle lijden de wereld uit te helpen.

Daarvoor moeten ook wij bereid zijn om het lijden desnoods door de dood heen te dragen. Maar het meest merkwaardige is dat die last niet een zware last is, als we werkelijk willen werken aan een wereld zonder lijden dan zal die last licht blijken te zijn. We kunnen dat kruis vandaag nog op ons nemen. Niet omdat we beter zijn dan anderen. Maar omdat we de Grote Daden Gods willen verkondigen. De God heeft een aarde geschapen die goed was. Die schepping is nog niet voltooid al verlangen we er naar. Er moet nog veel werk gedaan worden en wij worden geroepen dat werk te gaan doen.

Dan komt er ooit een wereld waar alle leed geleden is en alle strijd gestreden is. Dan wordt de aarde zo hemels dat God hier zelf zou willen wonen. Naar die wereld zijn wij op weg.

Amen

Read Full Post »