Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for april, 2022

Lezen: Genesis 28:10-22

Lucas 24:13- 35.

Gemeente

Vandaag is het beloken Pasen. De achtste dag na Pasen en de eerste Zondag na het Paasfeest. Maar wat kunnen wij gelovigen aan de ongelovigen om ons heen er over vertellen? Waren het dromen over de opstanding van iemand uit de dood? Dromen horen vanouds bij het geloof in de God van Israël, Vader van Jezus Christus. Maar maken wij het verschil tussen droom en werkelijkheid niet heel erg klein? Zo klein dat het niet meer reeël is om er in mee te gaan? Op zich is het wel bijzonder dat dromen in onze godsdienst soms een grotere rol spelen dan de concrete alledaagse werkelijkheid..

De Jacob waar we vanmorgen over hebben gehoord heeft ook niet van die beelden van zijn God. Zijn vader Izaak had ze niet en grootvader en stamvader Abraham had ze al helemaal niet. Als Jacob dan ook op de vlucht slaat na het bedrog waarbij hij de erfenis heeft ontfutseld is de droom over de belofte die zijn familie voortdurend op reis stuurde het enige dat hij heeft van  die God. Die God is niet op een stuk grond dat van jou is te vangen. Dat stuk grond is ook niet de aarde die door die God vruchtbaar gehouden moet worden. Die God gaat met jou mee waarheen je ook gaat zelfs als je moet vluchten. Het huis van die God is de steen die je als kussen gebruikt, want in je slaap komen de dromen van een betere wereld, van het grote volk waarvan jij de stamvader of stammoeder mag zijn.

Jacob richt een steen op staat er, hij plaatst een zogenaamde style, dat doen wij ook wel eens. Je komt ze tegen op gevaarlijke kruispunten of op punten waar ernstige ongelukken zijn gebeurd of iets vreselijks. Begin mei gaan we weer naar een aantal van die plekken toe om bloemen en kransen te leggen, opdat wij niet vergeten hoe veel leed en ellende mensen elkaar kunnen aandoen. Voor Jacob markeert de steen de toegang tot de hemel, de toegang tot de God van Abraham en Izaak. Bethel betekent dan ook huis van God. Vroeger heette die plaats Luz staat er dan, Luz betekent Amandelboom, het was dus geen onvruchtbare plaats en de Amandelboom is de eerste boom die in de lente bloeit, zoiets als bij ons het sneeuwklokje.

Die boom heeft net als ons sneeuwklokje een geweldige levenskracht. Geen wonder dat je daar de poort naar de hemel kunt ervaren. God zou veel later, na de terugkeer uit de ballingschap ook Jeremia wijzen op het beeld van de Amandelboom, ondanks de kou van de ballingschap bloeit de Amandelboom als teken dat het leed niet voor altijd zal duren. Jacob vertrekt naar zijn ballingschap met de belofte dat hij stamvader van een groot volk zal worden.

Iedereen die kinderen heeft mag het zich realiseren, je bent stamvader of stammoeder van een groot volk. Jouw kinderen kunnen ook op die nieuwe manier verder gaan. Geen beelden waarvoor je moet neerknielen maar een God die je de richting wijst. De richting van eerlijk delen, van een deel van hun vermogen steken in die onbekende onzichtbare God die wil dat je je naaste liefhebt als jezelf.

Jacob heeft in zijn droom iets van die belofte ervaren.. De hemel en de aarde raken elkaar in zijn droom, er is een directe verbinding en de belofte dat de God van zijn vader en grootvader ook met hem mee zal gaan. En de belofte dat het land dat hij ontvlucht eens het land zal zijn waar het volk dat van hem afstamt zal wonen. Een ongelofelijke droom, als die uitkomt, tenminste als hij ooit zal terugkeren, wil Jacob er wel een tiende van zijn inkomen in investeren.

Wij blijven ondertussen zitten met mensen die ook vandaag nog met gesloten ogen en koude harten de overheid navolgen en wetten uitvoeren. Wij wonen zeker niet in een land waar Jacob van droomde, een land waar het verschil tussen hemel en aarde was weggevallen. Wij wonen in een land met voedselbanken. Een land waar vreemdelingen zonder papieren opgevangen moeten worden in leegstaande kerken. Een land waar vluchtelingen voor oorlog en geweld vaak niet echt welkom zijn. Een land waar we er niet in slagen mensen een veilige plek onder de zon te geven waar ze een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving die we in de wereld vormen.

Jacob wordt gedwongen vreemdeling te worden. Bedrog en hebzucht lieten hem geen andere keus. Vreemdelingen laten ons vaak zien dat wij nog steeds niet in een land wonen waar de droom van Jacob is gerealiseerd.

Maar was dat opstandingsverhaal niet ook gewoon een verhaal over dromen. Wensdromen op het moment dat alles verloren leek. Je wenst dan gemakkelijk dat je geliefde weer op staat, dat die dood niet echt waar is. Maar het is onontkoombaar, dood is dood. En na de dood van je geliefde moet je gewoon weer naar huis.

Dat doen ook die twee leerlingen van Jezus. Op naar huis en dan ontmoeten ze een vreemdeling.

Je moet wel een vreemdeling zijn om niet te weten waar mannen uit Jeruzalem het over zouden kunnen hebben. En aangezien rond het Pesachfeest veel van de Joden van buiten Israël de gelegenheid te baat namen om naar de Tempel in Jeruzalem te reizen, daar te offeren en in Jeruzalem het voorgeschreven Pesachmaal te houden zou die vreemdeling wel eens de enige vreemdeling kunnen zijn die van niets weet en die alles ontgaan is.

Ook vandaag de dag gaan pelgrims naar Jeruzalem zonder iets te merken van de spanningen tussen Israël en Palestina, zonder zelfs de bezetting van Oost-Jeruzalem op te merken als een echte bezetting door een vreemde mogendheid. De twee mannen zijn op weg naar Emmaüs. Dat is geen onschuldige plaatsnaam in het verhaal. Als Emmaüsgangers zijn Kleopas en zijn vriend bekend geworden maar de betekenis van Emmaüs is uit onze manier van vertellen verdwenen. En dat is jammer want het suggereert voor lezers uit de tijd dat Lucas dit heeft opgeschreven, in een tijd van steeds weer opstanden tegen de Romeinen, de keuze voor geweld.

In het jaar 68 sloeg Vespasianus, Romeins veldheer en later keizer, in Emmaüs een groot legerkamp op van waaruit hij de aanval op Jeruzalem zou organiseren, de aanval waarbij uiteindelijk de Tempel verwoest zou worden.

Emmaüs was een strategisch belangrijke plek. In het eerste boek van de Makkabeeën vervult Emmaüs een vooraanstaande rol in de strijd van Israël tegen de Hellenistische overheersing. Dit boek is wel niet opgenomen in de boeken van de Bijbel maar als zogenaamd apocrief boek is het goed om gelezen te worden. De keus om naar Emmaüs te gaan lijkt daarom een keus voor de militaire strijd tegen het Romeinse Rijk.

Toen Jezus geboren werd waren er veel opstanden en dat was na de opstanding niet afgelopen. Uiteindelijk zouden ze uitlopen op de verwoesting van de Tempel en de verspreiding van de bevolking van Judea en Galilea over heel het Romeinse Rijk. Tegen die achtergrond moeten we het gesprek lezen dat op de weg naar Emaüs gevoerd wordt. Lucas gebruikt hier in het Grieks een woord dat wij later zouden vertalen met preken maar dat hier vertaald is met vertellen.

Ze vertellen aan Jezus van Nazareth, de vreemdeling die met hen is op komen lopen, dan wat er gebeurd is. Hoe heel het volk hem beschouwde als een machtig en groot profeet. En de uitdrukking “geheel het volk” staat hier in het verhaal van Lucas voor de twaalfde en laatste maal. Het verhaal is nu rond, van heel het volk dat beschreven moest worden is het nu heel het volk geworden dat Jezus van Nazareth als profeet erkend heeft. Maar het einde is eigenlijk alleen verwarring. Engelen die zeggen dat hij leeft, een leeg graf, vrouwen die zich daarover opwinden, wat moeten ze er mee.

En dan begint de vreemdeling te spreken, of preken misschien. Wat hij precies gezegd heeft staat er niet. Het gaat over Mozes en de Profeten, de Hebreeuwse Bijbel, wat wij het Oude Testament noemen. Daar gaat het niet meer om een lokale bevrijder zoals in het boek van de Rechters staan, maar daar gaat het over alle volken die zich naar Jeruzalem keren, daar gaat het over de hele bewoonde wereld. Zo zullen volgens Paulus de eerste gemeenten naar Jezus van Nazareth kijken, voor hen is hij de Christus, de Messias geworden die de hele wereld bevrijden zal. Zo leeft hij en zo leeft hij voort. Zo mogen wij hem navolgen, ook vandaag weer.

Ook wij mogen met hem het brood breken, ook wij mogen net als hij als vreemdeling de vreemdelingen de wij ontmoeten onthalen en vertellen wat wij mogelijk vinden. Ook wij mogen onze naaste lief hebben als onszelf en geloven in een wereld zonder geweld, zonder onderdrukking, een wereld waar zelfs de zee haar doden terug geeft. Een wereld waar we nu alleen nog van kunnen dromen. Maar met die droom gaan wij het huis uit en keren terug naar de wereld van alle dag, met het lied, met het verhaal op de lippen.

Amen

Advertentie

Read Full Post »

Lezen: 2 Kronieken 1: 7-13

            Lucas 20: 9-19

Gemeente,

Bij de voorbereiding van deze dienst kreeg ik de indruk dat de lezingen gaan over bidden. Wij bidden tot God en God bidt tot ons.

De  eerste lezing is het beroemde gebed van Salomo. Zo lezen we het verhaal gewoonlijk. Maar we moeten goed op de details letten om de boodschap van de Bijbel te verstaan. In de laatste zin van het Bijbelgedeelte uit 2 Kronieken staat dat Salomo vertrok van de offerhoogte van Gibeon, daar waar de Tent der Samenkomst staat, en terug gaat naar Jeruzalem. Dat staat er niet zomaar. De ontmoeting tussen God en Salomo vindt wel in de nacht plaats maar niet zomaar ergens in een Paleis. Het vindt plaats bij de Tent der Ontmoeting, de plaats waar de tekst van het verbond werd bewaard.

Volgens de richtlijnen die Mozes in het boek Deuteronomium had gegeven moest iedere Israëliet een paar keer per jaar naar die Tent der Ontmoeting gaan om daar maaltijd te houden met de armen, de priesters en levieten, je familie en de vreemdelingen die zich bij je bevinden. Voor die maaltijd waren de offers bestemd die je in de Tempel had gebracht. Mensen hoeven de God van Israël nu eenmaal niet in leven te houden, maar moeten wel voor elkaar zorgen. Uit andere Bijbelgedeelten weten we dat Salomo wel een heel groot offer had gebracht toen hij Koning werd, hij had honderden runderen laten slachten.

Nu in de nacht, voor hij echt naar Jeruzalem gaat om te regeren, spreekt hij met God over zijn toekomst. God stelt de eerste vraag, wat wil je dat ik je geef? Jezus van Nazareth zou ons later leren een antwoord op die vraag te geven. In het gebed dat hij ons geleerd heeft vragen we aan materiële dingen alleen ons dagelijks brood. Om echt onze schulden vergeven te krijgen zullen we zelf schulden moeten vergeven. Salomo moet nog eens over de vraag nadenken.

Dat hij Koning is geworden lag helemaal niet voor de hand. Hij was kind uit een relatie van Koning David die als een overspelige relatie was begonnen. Hij kon Koning worden omdat zijn broers het Koningschap met geweld hadden willen nemen. Het volk waarover hij Koning was geworden was zo talrijk als het stof op de aarde. Een uitdrukking die God ook had gebruikt toen die aan Abraham beloofde dat die vader van vele volken zou worden.

Een dergelijk talrijk volk besturen was niet eenvoudig. Daar kun je snel aan onderdoor gaan en een mislukking in de dagen van Salomo betekende de dood. Salomo vraagt daarom om wijsheid om dat volk te kunnen regeren.

Het is wat God kennelijk wilde horen. Hier is geen machtige Koning die iets voor zichzelf vraagt, maar hij vraagt een eigenschap die anderen ten goede zal komen. Hij heeft niet gevraagd om rijkdom en schatten, niet om roem en de dood van zijn vijanden, ook niet om een lang leven, maar om wijsheid en inzicht om het volk te kunnen besturen waarover hij door God als koning is aangesteld. Die rijkdom, schatten en roem krijgt hij dus als bonus, als extra van God, zoveel als geen enkele koning vóór hem ooit heeft gehad of na hem ooit nog zal verkrijgen.

Op grond van de plaats in het verhaal van dit gesprek, het begin van de regering door Salomo en de plaats waar het plaatsvond, de Tent der Ontmoeting, zijn dus niet alleen die wijsheid en inzicht bestemd om het volk te regeren maar ook die rijkdom, schatten en roem vallen Salomo toe om te delen met het volk. Eigenlijk vraagt Salomo aan God om het hem mogelijk te maken een Koning naar Gods hart te worden. Die kans krijgt hij, met een valkuil die hem op de proef zal stellen.

Salomo sluit vrede met zo ongeveer alle volken op aarde. Een vrede tussen twee volken betekende een huwelijk met een prinses uit dat volk. Zo kreeg Salomo duizend vrouwen. De valkuil waarin hij trapte was dat hij die vrouwen niet op de weg van de God van Israël bracht maar toestemming gaf de wegen van hun eigen goden te blijven bewandelen.

Toegeven aan de wensen van het volk waarover je moet regeren. Wij zijn er aan gewend. Opiniepeilers vertellen je wekelijks, zo nodig dagelijks, wat het volk vindt. Noem een onderwerp en een opiniepeiler heeft er een vraag over gesteld. Opiniepeilingen zijn zo populair dat sommige TV programma’s hun eigen onderzoek hebben georganiseerd. Ze sturen ‘s morgens een mailtje rond om ‘s avonds duidelijk te maken dat de meerderheid van het volk het weer niet eens is met de regeerders in het land. De mening van het volk stuurt menig machthebber en zo goed als elke politicus in ons land.

Dat was in de dagen van Jezus van Nazareth ook zo. Dat de machthebbers de erfenis van het volk Israel hadden verkwanseld aan de Romeinen om rust te houden kon ze niet schelen. Dat daarbij de armen, de zieken, de weduwen en de wezen buiten spel waren komen te staan kon ze ook niet schelen. Dat je juist die Romeinen de wind uit de zeilen kon nemen door je weer te gaan houden aan de richtlijn van eerlijk delen, aan het gebod je naaste lief te hebben als jezelf, ontging ze.

Dat die houding in wezen zeer fout is wordt door Jezus van Nazareth maar al te duidelijk gemaakt. De zorg die hij laat zien voor gewone, zwakke mensen, mensen die afhankelijk zijn van de luimen van de rijken en de machtigen maakt hem populair bij het gewone volk. Dat hetzelfde volk net zo gemakkelijk gemanipuleerd en opgezweept kan worden ontdekt hij misschien te laat, als hij aan het kruis hangt verzucht hij nog dat ze niet weten wat ze doen.

In onze democratie speelt de mening van het volk een nog grotere rol. Eén maal per vier jaar immers mogen we stemmen op de partij die we aan de macht willen brengen. En elke partij wil de macht vergroten of in elk geval behouden. De opiniepeilingen zijn daarbij eigenlijk een probleem gaan vormen. We kennen immers de achtergronden van de meeste problemen en gepresenteerde oplossingen niet. We zijn niet in staat alle rapporten van wetenschappers en ambtenaren door te lezen en te begrijpen.

We zagen deze week wat er gebeurd met de publieke opinie. De vluchtelingen uit de Oekraïne worden massaal onthaald. Hulpinstellingen beschikken over een heleboel geld en mensen stellen huis, caravan en zomerhuisje open voor de ontvangst. En wat doet de regering? Die doet haar best was het antwoord. Maar dat is in deze dagen niet voldoende. Het totaal van Giro 555 is een concreet getal, daar staat niet van “we deden ons best” De mening van het volk nu eens niet uitgedrukt in negatieve mailtjes maar in positieve daden dwingt de machthebbers ook concreet te worden en niet te blijven in mooie woorden.

De meerderheid van het volk kiest vaak gemakkelijk voor de eenvoudige slagzinnen. “Als je iets niet kent moet je er bang voor zijn” is soms een populaire slagzin. Die is al heel oud. Vroeger speelde die slagzin een rol tussen inwoners van verschillende dorpen en ook nu nog vallen er soms slachtoffers als bezoekers uit het ene dorp ruzie krijgen met bewoners van het dorp waar ze op bezoek zijn. Maar schelden op allochtonen en roepen dat immigratie op grond van geloof moet worden verboden is vager en gemakkelijker onder het volk te verkopen. Wie kent immers dat vreemde geloof van de Islam? Daar moet je dus bang voor zijn. Daar moet je dus vooral niet mee gaan praten, en zeker niet mee gaan eten.

Met klimaat is het ook zo. Ingewikkelde rapporten die door de gehele wetenschap worden onderschreven zeggen ons weinig. Elke morgen gaat de zon op en elke avond gaat de zon onder. Dat verandert echt niet en we worden al een beetje gevoelig voor politici die roepen dat alle pogingen om aan het weer iets te veranderen overbodig of overdreven zijn.

De Bijbel schrijft ons voor een paar keer per jaar te gaan eten met de vreemdelingen in ons midden. Dat  moest bij de Tent der Ontmoeting en later bij de Tempel van Salomo. De Bijbel leert ons nergens bang voor te zijn, zelfs niet voor de dood. De Liefde van God overwint immers alle kwaad, de liefde van God heeft alle kwaad van de wereld al lang overwonnen.

Wij bidden tot God. Aan het begin van de lente vragen we Gods zegen over het zaad dat wij zaaien, de vruchten die wij planten en het gras waarmee we ons vee voeden. Maar God vraagt ons ook wat, God vraagt ons om dat wat ons toevalt te delen met hen die het nodig hebben. God vraagt ons ook goed te zorgen voor de aarde waarin het voedsel moet groeen. We hebben de neiging om God in het najaar dank je wel te zeggen en te vergeten dat we hadden moeten delen. We zijn dan net als die ongehoorzame pachters uit het verhaal. De levende Christus is in een dergelijke houding niet meer te herkennen, die hebben we dood gemaakt.

Maar de levende Christus, de God van de Liefde, laten zich niet dood maken. Ze roepen ons steeds weer op het goede te doen en daarmee het kwade van de wereld te bestrijden. Wijsheid is het eerste dat we daarvoor krijgen. En het inzicht dat de aarde zo mooi kan worden dat God zelf op deze aarde zal willen wonen. Daar zal nog veel voor moeten worden gedaan. Het werk wacht dus, aarzel niet maar vat aan.

Amen

Read Full Post »