Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for augustus, 2022

Lezen: Jesaja 65: 17-25

Lucas 12: 32-40

Gemeente,

Vanmorgen gaat het over dromen, dromen van een betere wereld. Maar dromen zijn bedrog, dat was tenminste de titel van de hit van een voormalig stadgenoot van mij, Marco Borsato.. Hij  had na zijn Italiaanse inbreng een nieuw Nederlands nummer opgenomen met als bedoeling voortaan in het Nederlands door te gaan.

Vanmorgen hebben we ook over zulke dromen gelezen. Dromen die nog steeds moeten uitkomen. Want het is toch prachtig zo’n droom zoals die van Jesaja.  Geen babysterfte meer, geen voortijdig overlijden, mensen gaan pas na hun 100 ste geboortedag dood, Jesaja droomt niet van een eeuwig leven.. Zelfs voor de wilde dieren hoef je niet meer bang te zijn, de wolf en het lam zullen samen weiden en het kind zal spelen in het hol van de slang. De leeuw en het rund eten beiden stro. Het is zo nieuw dat alles wat goed gegaan is in het verleden er bij verbleekt, het is totaal anders dan wat er ooit geweest is.

Mooie droom. Geweldige poëzie. Maar als we straks de deur uitlopen klinkt weer het lied van Marco Borsato, Dromen zijn bedrog. De droom van Marco bekend en rijk te worden kwam overigens uit, hij leeft er van.

Of de droom van Jesaja wel of geen bedrog is moeten we afwachten. Wij geloven er in, wij gaan naar de Kerk om zondag aan zondag van die droom te horen en van die droom te leven. Dat was ook de bedoeling van Jesaja.

Het gedeelte dat we vanmorgen gelezen hebben komt uit het derde deel van het boek Jesaja. De ballingen zijn teruggekeerd en Jeruzalem wordt herbouwd, net als de tempel. Dat gaat niet zonder slag of stoot. De Bijbel heeft geen gladde praatjes over gelovigen die op hun knieën vallen en die dan wonderen overkomen van plotseling herstel of welvaart en vruchtbaarheid. Voor het goede geldt het zelfde als voor het voedsel, met het zweet op uw voorhoofd zult gij werken. In Jeruzalem moesten de herbouwers in de ene hand de troffel en in de andere hand het zwaard hanteren lezen we in de Bijbel. Die herbouwers hadden dus dringend de behoefte aan een visioen, een doel om naar te streven met het vertrouwen dat het doel ook behaald zal worden.

 Dat visioen geeft Jesaja hen in het gedeelte van vanmorgen. Dat visioen gaat de herbouw ver te boven. In spreuken 29 lezen we: Waar het visioen ontbreekt verwilderd het volk, zoals de Willibrordvertaling het weergeeft, de Nieuwe Bijbelvertaling heeft het hier over de profetie, maar dat is eigenlijk hetzelfde. Dromen houden ons in beweging, dromen maken van onze wereld een betere wereld en als we dromen en idealen verliezen is het de dood in de pot.

Eigenlijk is dat ook de boodschap die Jezus van Nazareth zijn volgelingen geeft. Die 120 volgelingen, mannen en vrouwen van allerlei slag, afkomst en leeftijd, vormen in het Romeinse Rijk maar een kleine kudde. Toch is er voortdurend de suggestie dat zij met hun manier van leven en tegen de wereld aankijken het hele grote en sterke Romeinse Rijk zullen overwinnen.

Je zou er bang van worden, zo’n handjevol mensen, twaalf mannen die hebben leren spreken, een aantal vrouwen die de gemeente hebben onderhouden van hun vermogen, Jezus begint dan ook met vreest niet, hetzelfde vreest niet dat in de Bijbel 365 keer wordt genoemd, voor elke dag een keer. Jezus gebruikt hier een beeld dat ook gebruikt wordt door de profeet Jesaja, een kleine kudde, maar van groot belang omdat die kudde kan aangroeien. Als water in een waterval zou die kudden van de bergen stromen naar Jeruzalem, naar het uitgedroogde land Israël en die steppe, die woestijn zou weer gaan bloeien.

Heel vaak roepen ook wij in de kerken op om alvast met de bouw van het Koninkrijk van recht en vrede te beginnen. Breek de onrechtvaardige tolmuren af, zorg voor een samenleving waaraan iedereen mee kan doen en zorg bij conflicten als eerste voor de slachtoffers. Dat doen we op grond van de boodschap die uit de Bijbel tot ons komt. Toch is die Bijbel al heel lang geleden tot stand gekomen Het is dan ook voor velen moeilijk te geloven dat elk moment de Heer kan terugkeren. Dat was misschien de vaste overtuiging in Israël in de dagen van Jezus van Nazareth, een overtuiging die de mensen inspireerde tot de grote opstand in het jaar 70. Het was de overtuiging van de eerste Christengemeenten na het jaar 70 toen de Tempel verwoest was en het volk werd verspreid over het hele Romeinse Rijk tot aan de einden der aarde.

Nu zou de Mensenzoon komen die al in het boek Daniël werd genoemd en die zou oordelen de levenden en de doden en alle misdadigers tegen de menselijkheid zou veroordelen en uit zou werpen in de buitenste duisternis waar geween was en tandengeknars. Maar dat is zo lang geleden, die stellige verwachting dat het nog een korte tijd zou duren voordat de jongste dag zou aanbreken is niet uitgekomen.

Is het dan reëel om op te roepen tot de bouw van het Koninkrijk van God zoals Jezus van Nazareth ons dat heeft geleerd nu de wereld voortdurend verder van dat Koninkrijk lijkt af te dwalen? Het is of we elke dag opnieuw moeten beginnen met de bouw aan dat Koninkrijk. Hebben we de kinderarbeid afgeschaft, dan blijken onze kleren door in slavernij gehouden kinderen te worden gemaakt. Hebben we vrouwen gelijke rechten en gelijke kansen gegeven tot in onze kerken toe, blijken ze door vreemdelingen thuis gehouden te worden onder het mom dat de positie van de vrouw helemaal afhankelijk is van haar man. En zo kunnen we doorgaan. Als we een gemeenschap willen vormen met mensen die, zoals in de Ramadan weer is gebleken, gastvrijheid en de zorg voor de armen voorop hebben staan  dan wordt er haat gezaaid tussen hen en ons.

Toch is dat beeld van dat nieuwe Koninkrijk uitermate nuttig. Als je een baan hebt, gezond bent, een relatie met iemand hebt die je bevalt, een gezin weet te vormen, weet te genieten van de schoonheid om je heen, een goede woning hebt en met niemand een echt conflict dan lijkt het soms of voor jou dat Koninkrijk al is aangebroken. Je mag je zegeningen tellen en als je ze een voor een telt lijken er een heleboel te zijn. Maar als je dan dat beeld van dat Koninkrijk van God op je in laat werken dan kriebelt het, dan gaat het knellen. Het is niet bedoeld om ons een schuldgevoel te bezorgen, maar ons in beweging te zetten. Die zegeningen die we voor onszelf kunnen tellen zijn dus ook mogelijk voor anderen. De Bijbel zegt dat ze voor iedereen mogelijk zijn. Daarvoor moeten we wel aan het werk.

We moeten onze bezittingen verkopen zegt Jezus geef al wat je bezit op en ga als bezitloze door het leven, kloosterlingen hebben het zo verstaan. Maar het vervolg van de tekst leert ons dat dit niet zo  bedoeld wordt. Daar gaat het over beurzen die niet oud worden. En een beurs wordt niet oud als je die voortdurend ter hand neemt om er van uit te geven. En daar gaat het over.

Je moet niet hangen aan je bezit, niet oppotten en er schuren voor bouwen om jaren het Loofhuttenfeest te kunnen vieren, God kan je vannacht wel thuis roepen en wie geniet dan van je bezit? We worden samen rijker door te delen is de boodschap die al hoofdstukken lang in het Evangelie van Lucas doorklinkt. We hoorden over de barmhartige Samaritaan, we baden om het brood dat we vandaag nodig hebben.

Als je van je vermogen hier op aarde uitdeelt dan wordt dat vermogen niet minder, maar dan groeit dat vermogen aan bij God. Dan kun je leven alsof je eeuwig leeft, bezit wordt dan geen zorg maar een bron van vreugde. Het is dan een schat die niet kan bederven en niet gestolen kan worden. Wij zullen vaak niet meer zo letterlijk tegen dit soort visioenen aankijken. Maar als we beseffen dat de wereld beter wordt als we delen van wat ons toevalt dan weten we ook dat de wereld heel langzaam toegroeit naar een wereld die eindelijk gaat lijken op de nieuwe aarde waar Johannes op Patmos van droomde, waar alle tranen gedroogd zijn en de dood niet meer heerst.

Waarom we dus zo druk doende zijn met het goede te doen en niet dan het goede? Als we eerlijk zijn hebben we maar één antwoord: we kunnen niet anders. We geloven nu eenmaal in dat nieuwe Koninkrijk dat het zo anders zal doen als we dag in dag uit meemaken. We geloven in dat Koninkrijk omdat de Heer van dat Koninkrijk de enige is die echt macht op de aarde heeft. Die droom van dat Koninkrijk is onze meest kostbare schat, die jagen we na in goede en in slechte dagen, waar die schat is is ons hart. Alle haatzaaiers gaan voorbij, maar de Heer die Liefde bracht blijft, wat er ook gebeurd. We willen nu eenmaal niet in een samenleving leven waar mensen tegen elkaar worden opgezet.

We willen nu eenmaal niet van welvaart profiteren als die verkregen is over de ruggen van hongerigen en naakten. We willen nu eenmaal niet dat kinderen gevangen worden gezet omdat hun aanwezigheid ons niet aanstaat. We willen niet dat dode letters in dorre wetboeken recht wordt gedaan maar we willen dat aan levende mensen recht wordt gedaan. We hongeren en dorsten zelf naar gerechtigheid en voelen ons vaak gevangen in het onrecht dat ons omringt.

Daarom beginnen we maar vast aan de bouw van dat Koninkrijk, we kunnen niet anders. Als Marco Borsato zijn droom van een gevierd artiest kan verwezenlijken waarom kunnen wij dan niet aan de slag met de dromen van de profeet Jesaja en de profetie van Jezus van Nazareth?

We snappen best dat het koninkrijk niet komt van het halleluja roepen, maar dat we met de troffel in de ene en het zwaard in de andere hand aan het bouwen moeten, hongerigen voeden, daklozen huisvesten, bedroefden troosten, armen recht doen en noem maar op. Maar sinds Jezus van Nazareth aan het kruis en in het graf heeft laten zien hoe in liefde de dood kan worden overwonnen en zijn Geest ons diezelfde kracht geeft moeten we wel aan de slag. En we kunnen ook niet anders doen dan alsof het Koninkrijk elk moment de macht op aarde gaat grijpen. Vandaag zou het kunnen beginnen, wij zijn er klaar voor, als knechten die het huis op orde brengen voordat de Heer van het huis terugkomt van een lange reis.

Amen

Advertentie

Read Full Post »

Lezen: Prediker 2: 1-11

Lucas 12:13-21

Gemeente,

Allemaal lucht en najagen van wind. Mooi dat de Bijbel ons in de zomer toestemming geeft om het werk het werk te laten en lui achterover te leunen. Nu mag je van de Bijbel best rusten en plezier maken maar daar gaat het in het leven dus niet om. Dat is ook de boodschap van het boek Prediker. Vandaag lezen we het tweede van twee experimenten die prediker heeft gehouden. Eerst heeft hij het geprobeerd met wijsheid, zou daar de zin van het leven in schuilen? Hij komt tot de conclusie van niet. Wie kennis vermeerdert, vermeerdert ook smart. Je alleen op de wijsheid richten is het dus niet. Overigens is die stelling zeer in strijd met de wijsheidsliteratuur die we uit Israël kennen, maar Prediker neemt zijn conclusie zeer serieus en probeert het vervolgens met de dwaasheid.

Prediker heeft zich ondergedompeld in de vreugde van de wijn zo begint zijn experiment. Dat hij met de wijn begint is niet zo vreemd. Van alle krachten op aarde is volgens de wijsheidsliteratuur de wijn het sterkste. Die heeft immers op ieder mens dezelfde uitwerking. Of je nu rijk bent of arm, wijs of dwaas, man of vrouw, allochtoon of autochtoon, als je te veel wijn drinkt spreek je uiteindelijk allemaal dezelfde onzin. Het Romeinse spreekwoord In vino veritas, in wijn ligt de waarheid, is dan ook volgens de Prediker grote onzin. In onze dagen weten we dat drank meer kapot maakt dan ons lief is. In veel kerken biedt men bij het avondmaal naast wijn ook druivensap aan. Maar in gemeentehuizen en grote bedrijven wordt bij recepties gewoon wijn en bier geschonken, ook al moeten veel mensen nog per auto naar huis. De vreugde van de wijn brengt je dus zeker niet dichterbij de zin van het leven.

Zou dan rijkdom en overvloed de zin van het leven zijn. Prediker heeft grootse dingen ondernomen om dat na te gaan. De vragen die hij stelt heeft hij zeker ook serieus genomen. Hij heeft paleizen gebouwd en wijngaarden aangelegd, tuinen en parken aangelegd en een keur van vruchtbomen daarin geplant, waterbekkens gegraven om een bos met jonge bomen te bevloeien, slaven en slavinnen gekocht en zich zo omringt met gelukkige gezinnen. Hij bezat veel vee, heeft goud en zilver opgestapeld en zich ingelaten met de jet set van zijn tijd, geleefd als een playboy omringt door de beste zangeressen en aanbeden door de mooiste vrouwen. Daarbij bleef hij wijs. Maar leverde dat enige zin op? Als hij er op terugkeek was er maar een conclusie mogelijk, het had geen enkel nut onder de zon.

Nu zullen velen de Prediker tegenwerpen dat het toch mooi is je kinderen meer na te laten als waar je zelf mee begonnen bent. Je kunt het wel niet meenemen maar je kunt het wel doorgeven. Als je ruzie wil nalaten moet je zo beginnen. Volgens begrafenisondernemers leiden erfenissen van enige omvang tot de grootste ruzies tussen erfgenamen, ruzies die zelfs rond het graf  of in het crematorium worden voortgezet. Nee de vraag die Prediker zich stelt is dezelfde als de rijke man zich stelt in de gelijkenis die Jezus vertelt als hij gevraagd wordt als bemiddelaar op te treden in een erfeniskwestie. Zijn antwoord is eigenlijk hoed u voor hebzucht. Prediker zal uiteindelijk vaststellen dat wijzen en dwazen zonder enig verschil allemaal dood gaan.

Daarom kennen we het spreekwoord dat je je rijkdom niet mee kunt nemen. Waarom proberen we dan meer rijkdom te krijgen dan we ooit bij ons leven op kunnen maken? Ja de rijksten in onze samenleving verzamelen zelfs zo veel rijkdom dat ook hun kinderen en wellicht hun kleinkinderen niet in staat zijn op het op te maken. Geld maakt niet gelukkig is een ander spreekwoord, in de Bijbel wordt geld zelfs bestempeld als de wortel van alle kwaad. Natuurlijk is het makkelijk als je het hebt. Natuurlijk moet je er verstandig mee omgaan. En, let wel, de Bijbel heeft niets tegen rijkdom op zich. Als we allemaal mee zouden kunnen delen van het land dat overvloeit van melk en honing is er niets verkeerd. Maar dat doen we niet. De meeste rijkdom is verkregen door de armoede van velen. De waarschuwing ons te hoeden voor hebzucht geldt voor iedereen. In de bede die we in het Evangelie van Lucas bij de les over het bidden kunnen lezen gaat het alleen over het brood dat we vandaag nodig hebben. Dat is voor ons genoeg. Als we dat uitstralen dan behoeden we misschien ook een ander voor hebzucht en het bijbehorende ongeluk.

Jezus van Nazareth stelt de dwaasheid van het streven naar meer rijkdom dan je nodig hebt weer aan de orde. Heb je extra bankrekeningen geopend, een mooie beleggingsportefeuille geopend dan loop je de kans nog dezelfde dag dood te gaan. Het zal de nodige verbazing hebben gewekt. Het was heel gewoon om bij de verdeling van een erfenis een gewaarderde religieuze voorganger om hulp te vragen. Maar volgens Jezus geeft de leer van Mozes voldoende richtlijnen om het probleem op te lossen. Heb je naaste lief als jezelf, maak je niet druk over het verkrijgen van bezit, maak je geen zorgen voor de dag van morgen, meer als brood voor een dag heb je echt niet nodig.

We hoeven ons dus geen zorgen te maken voor de toekomst. Veel mensen zijn dat verleerd. Je geen zorgen maken over de dag van morgen. Natuurlijk, als je honger hebt zijn er zorgen over het krijgen van eten, maar zorgen over wat je aantrekt, of hoe je er uit zult zien verdwijnen direct als je naar eten moet zoeken. Maar wat dan in tijden van misoogst? Het is toch goed iets achter de hand te hebben als het slecht gaat met de economie. Ook daarin voorziet de leer van Mozes. Elk dorp en elke stad moest een voorraadschuur hebben die voldoende had om de bevolking een slechte economische periode door te helpen. In onze dagen is ons sociale verzekeringsstelsel er op gebaseerd en we moeten dus zeer uitkijken dat af te breken onder het mom dat je individueel je ook wel kunt sparen voor ziekte en zorg.

Alle uiterlijkheden zijn dan ook volstrekt onbelangrijk. Er wordt ons wel aangepraat hoe belangrijk al dat uiterlijk vertoon is, de make overs vliegen je om de oren, maar eigenlijk is het geluk van de mensen het allerbelangrijkst. Daarom klinkt vandaag ook de roep om je bezig te houden met het Koninkrijk. Daar wordt gedeeld en hoeft dus niemand meer zorgen te hebben over het eten, zijn dus alle zorgen verdwenen. Daar valt het onderscheid tussen rijk en arm, tussen slaaf en vrije, tussen man en vrouw, tussen christen en moslim, weg. Daar is geen angst meer en geen bedreiging. Dat Koninkrijk ligt voor het grijpen. Het is ons geschonken door de God van Liefde, we hoeven het alleen te aanvaarden en in de praktijk te brengen. Make overs zijn dan overigens in het geheel niet voorbij. Maar het zijn hele andere make overs dan van mensen en auto’s. Het is een make over van de totale samenleving. Ineens wordt al wat leeft belangrijk en gooien we geen mensen, dieren en kostbare grondstoffen meer weg.

Het is de make over naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die zo mooi zal zijn dat God er zal willen wonen. Dat is een erfenis die we graag aan onze kinderen willen nalaten. Dat is het enige dat al ons zwoegen onder de zon waard is, al het andere is leegte en najagen van lucht. Maar het is een last die licht is, een juk dat niet hoeft te drukken. Zorgen voor de naaste levert elke dag vreugde op en zorgt voor de dag van morgen, voor die naaste en daardoor ook voor jezelf en je nakroost tot in het duizendste geslacht. Aan het werk dus, aan dat nieuwe Koninkrijk.

Amen

Read Full Post »

Lezen: 1 Samuël 1: 1-20

Lucas 10: 38-42

Gemeente,

We zeggen het zo gemakkelijk, Vader, Heer, Hij, Zijn, we spreken over God of het een meneer is, maar meneren heersen, meneren spelen de baas en God speelt niet de baas, God dient, God luistert, God zorgt, wie de Bijbel leest ontdekt dat God meer eigenschappen heeft die wij aan vrouwen toedichten dan eigenschappen die we voor meneren reserveren. Daarom vanmorgen zo midden in de zomer maar eens een paar verhalen over vrouwen. Over Hanna en Peninna, over Maria en over Martha, want door de ogen van vrouwen ziet de wereld er voor meneren ineens heel anders uit. En ook vrouwen hebben geleerd in de taal van meneren hun wereld te beschrijven, de Bijbel zet er zo hier en daar andere beschrijvingen, andere verhalen tegenover.

De verhalen over bevrijding beginnen vaak met verhalen over vrouwen. De belofte dat de aarde bevrijdt zal worden van het kwaad werd gedaan aan Eva. Het was Mirjam die Mozes in de Nijl liet varen en toen het volk door de Rode Zee was getrokken was zij het die het lied van de bevrijding zong. Het oudste gedeelte van de Bijbel is het lied van Deborah uit het boek Richteren. En over aartsmoeders als Sara, Rebecca en Rachel hoeven we weinig te vertellen. Lucas begint zijn verhaal met Elisabeth terwijl Zacharias zwijgend terzijde staat en het hele verhaal van Jezus van Nazareth begint met Maria die het lied van Hanna nazingt, dat lied waarin de machtigen van hun troon gestoten worden. En op de Paasmorgen zijn de vrouwen de eerste getuigen van de opstanding. Het is maar een greep uit de vele verhalen over vrouwen die in de Bijbel duidelijk maken hoe God met mensen omgaat.

Vandaag zijn we gaan lezen in wat we noemen het Eerste Boek Samuël,  De figuur van de profeet Samuël belichaamde de overgang van het volk dat zonder koning in stammen verdeeld in het land Israël woonde naar het Koninkrijk dat onder David een succes zou worden. De verhalen over dat volk dat in stammen verdeeld leefde kunnen we vinden in het boek Rechters, vroeger Richteren. Dat boek hoort direct voor de boeken Samuël in de Bijbel te staan. Bij ons staat het boek Ruth er voor maar dat is een feestboek en hoort bij de Psalmen. Het boek Rechters eindigde met de woorden dat een ieder deed wat goed was in diens ogen en het antwoord daarop is te lezen in het boek Samuël.

In de loop van de tijden is het krijgen van voldoende kinderen in elke cultuur een belangrijke zaak geworden. Die kinderen zijn een verzekering voor een ongestoorde oude dag voor hun ouders. De “babyboom” van na de Tweede Wereldoorlog heeft bij ons het zicht daarop wat verduisterd. Voor de generatie van de jaren 20 en 30  van de vorige eeuw waren er genoeg kinderen geboren om hen een onbezorgde oude dag te bezorgen. Maar in onze dagen dringt zich het besef op dat er voldoende jongeren moeten zijn om de ouderen een onbezorgde oude dag te bezorgen. De hele discussie over de AOW leeftijd gaat daarover, over de verdeling van de lasten tussen de jongeren en ouderen Ook in de dagen van Elkana, waar het verhaal van vandaag mee begint, was de noodzaak van voldoende kinderen aanwezig

In dit verhaal had eigenlijk iedereen kinderen, Eli had twee zonen, Peninna had zonen en dochters alleen Hanna had geen kinderen, zij was de uitzondering maar was zij een uitzondering die een regel bevestigt?

Hanna had geen kinderen, Peninna wel. Hanna was dus zielig en Peninna niet. Maar Hanna was eigenlijk helemaal niet zielig omdat ze geen kinderen had, Peninna had genoeg kinderen voor hen allebei en de verhalen uit de Bijbel gaan ook altijd over delen. En als het op delen aankwam dan kreeg Hanna altijd het beste deel van haar echtgenoot. Elkana vond dat hij en zijn liefde wel tien zonen waard waren. Maar Hanna was zielig omdat ze gepest werd. Pesten is een van de meest gemene manieren om iemand te kwetsen. Mensen kunnen daardoor zo gekwetst worden dat ze er aan dood gaan, al lijkt het dan er op of ze zelf een eind aan hun leven maken. Hanna was daar niet ver van af. Geen kinderen betekende ook geen toekomst. De liefde van een man was zeker niet voldoende om haar een toekomst te geven. Mannen denken dat veel te gemakkelijk, en te veel vrouwen zijn dat gaan overnemen van die mannen.

Hanna zocht eerst in de Tent der ontmoeting, waar het verbond van God werd bewaard, de hulp van die God. Ze was zo ver heen dat de hoge priester Eli dacht dat ze dronken was. Het kwam wel meer voor dat een tempelprostituee dronken verdwaalde in de tempel zelf.  Maar dronken was ze dus niet en als ze zo hartstochtelijk iets van God vroeg dan moest die dat toch wel geven zei Eli.

Het is het geloof dat je ook vandaag de dag nog wel tegen komt,  als je maar ernstig genoeg God iets vraagt dat ook echt goed is dan krijg je het. Zeker als je zoals, Hanna, Pennina en Elkana zo trouw volgens het verbond met de God van Israël leeft. Wij kennen dat verbond niet meer zo maar het verhaal maakt duidelijk dat het gezin van Elkana elk jaar naar het Heiligdom ging om daar een maaltijd te houden met de familie, met de priesters en levieten, met de armen en met de vreemdelingen die bij hen woonden. Het was een voorschrift uit het boek Deuteronomium dat duidelijk maakte dat alles wat je krijgt van God gekregen is en bestemd is om gedeeld te worden.

In die Tempel wordt Hanna echter duidelijk dat de toekomst helemaal niet in kinderen ligt. Het krijgen van die kinderen was niet afhankelijk van een God, die was afhankelijk van liefde. De toekomst was in handen van God en voor die toekomst kreeg je alles wat je nodig had van die God. Het kind dat Hanna zou krijgen kon ze dus net goed weer teruggeven aan die God. Ze hoefde toch geen kind uit medelijden, ze wilde een kind om niet meer gepest te worden, om mee te tellen in de samenleving, om voor vol aangezien te worden.

Het is ook wat in onze dagen nog vrouwen drijft naar IVF en ingewikkelde medische behandelingen. Wie geen kinderen kan krijgen wordt nog maar al te vaak niet voor vol aangezien.

Die zoon kreeg Hanna dan ook, niet van God maar van Elkana. Maar het was het verbond met de God van Israël, de Wet van Liefde en delen die haar op het goede spoor had gezet, haar zoon zou dan ook opgedragen worden aan die God, die zoon zou gedeeld worden met God en met heel het volk. Wij hoeven geen zonen en dochters aan die God op te dragen. Wij kunnen onszelf aan die God weiden, door te leven volgens zijn richtlijn, onze naaste lief te hebben als onszelf.

En om te weten hoe we die naaste moeten liefhebben moeten we bij Jezus van Nazareth zijn. De keus van Maria dus uit het verhaal dat we vanmorgen uit het Evangelie van Lucas gelezen hebben.

Als je het Bijbelgedeelte van vandaag leest dan is het toch wel heel erg verbazend dat de rol van vrouwen in de Kerk zo lang de rol van Martha was en in sommige kerkgenootschappen de Maria’s nog steeds niet de erkenning krijgen die Jezus van Nazareth in zijn dagen aan Maria gaf. Zelfs in onze eigen PKN kom je gemeenten tegen waar de vrouwen niet gelijk behandeld worden aan mannen. Over die gelijkheid hebben ze nooit in de brief van Paulus aan de Galaten gelezen. Het is zelfs zo dat de dominee die volgens de kerkorde voorzitter is van de synode, Karin van de Broeke, in veel PKN gemeenten niet kan voorgaan. Het mag misschien een minderheid zijn die we hier in Middenmeer niet tegenkomen, het heeft grote gevolgen voor ons omgaan met elkaar. Nog steeds is het kiezen van het beste deel niet vanzelfsprekend.

Dat zorgen van die Martha is natuurlijk niet geheel verkeerd, maar er waren ongetwijfeld ook mannen in de buurt die hadden kunnen helpen.  Uit de Griekse grondtekst mogen we begrijpen dat Martha bezig was met het klaarmaken van het eten. En daar kun je een hoop energie in kwijt, zeker als er visite is. Annie M.G. Smidt heeft ooit voor moeder Doorsnee het lied geschreven “Als moeder jarig is” dat lied eindigt met: “Als moeder jarig is is zij nog niet jarig” Martha kan en moet zich dat ook aantrekken, ze werkt voor twee en wordt dan ook tweemaal aangesproken, Marta, Marta. Maria heeft het beste deel gekozen en koos het ene nodige. Nu staat na dit verhaal het verhaal over het Onze Vader en het ene dat daar gevraagd wordt is het dagelijks brood, over meer hoef je je dus niet druk te maken.

Het belangrijkste op dat moment was het leren dat Maria deed. Horen hoe je je naaste lief kunt hebben als jezelf, weten wie je naaste is. Het verhaal van Maria en Martha staat in hetzelfde hoofdstuk als het verhaal over de barmhartige Samaritaan. Maar de naaste zijn van een slachtoffer betekent niet een leven van bedienen, het slachtoffer op de weg naar Jericho uit het verhaal over de barmhartige Samaritaan moest weer op eigen benen staan.  Martha moet dus ook leren dat bedienen toch heel iets anders is dan dienen. Dat houden van je naaste als van jezelf ook kan betekenen dat je kiest voor jezelf ook al is dat voor de ander vervelend. Maria kiest voor zichzelf en geeft daarmee Martha de kans dat ook te doen.

Waren ze allebei aan het bedienen van al die mannen geslagen dan had zich de vraag naar de eerlijke taakverdeling, naar de gelijkheid van mannen en vrouwen, zich nooit voorgedaan en hadden we er ook vandaag nog steeds niks van kunnen leren. Dat is nu anders. We weten dat de Maria uit dit verhaal niet anders werd behandeld dan de apostelen en de leerlingen van Jezus van Nazareth. Zonder er veel woorden aan vuil te maken maakt het Evangelie van Lucas duidelijk dat er geen onderscheid is op het moment dat je met het Evangelie van Jezus van Nazareth bezig bent. Dat er onder ons mannen en vrouwen zijn die gelijkelijk de ambten vervullen maakt ook duidelijk dat het er bij ons anders toegaat dan in de wereld.

In de wereld mogen de vrouwen de koffie schenken terwijl de mannen vergaderen, in de wereld mogen de vrouwen de toiletten schoonmaken voor de managers met topinkomens en extra bonussen, in een echte christelijke kerk wordt er geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen.  Door het verhaal van Jezus van Nazareth met Maria en Martha worden vrouwen bevrijd van hun bedienende rol die hen in de wereld maar al te vaak, en tot schade van die samenleving, wordt opgedrongen. Het zou de natuurlijke positie van de vrouw zijn wordt er dan binnen en buiten kerken gezegd. Wie dat zegt heeft de Bijbel dus nog nooit echt gelezen. Er is maar één ding noodzakelijk en dat is dat je jezelf leert waarderen zodat je je naaste nog meer kunt liefhebben. Dat is pas dienen en daar houdt het bedienen helemaal op om nooit meer terug te keren.

Laten we ons nu niet op de borst kloppen dat we het hier zo goed doen. We komen nooit helemaal los van de culturele invloed van de samenleving om ons heen. Over de weigering van sommige gemeenten vrouwen op te nemen in de ambten wordt niet geschreven. Werknemers houden hun mond als vrouwen die hetzelfde werk doen minder verdienen. Werkers in de kinderopvang accepteren het maar dat voor mannen andere regels gelden dan voor vrouwen.

De verhalen in de Bijbel zijn bedoeld om ons in beweging te krijgen. In beweging op weg naar een samenleving waarin vrouwen niet meer gepest worden als ze andere keuzes maken dan de meerderheid verwacht. Naar een samenleving waar voor iedereen plaats is, waar iedereen gelijk is. Uiteindelijk zijn we op weg naar een wereld waar alle tranen gedroogd zullen zijn, waar zelfs de dood niet meer heerst. Tot die dag komt mogen we bouwen aan die nieuwe wereld, bouwen aan het Koninkrijk van God. De God van Hanna, de God van Maria en Martha, de vader van Jezus van Nazareth die als een moeder zorgt voor zijn kinderen, voor ons dus ook.

Amen

Read Full Post »