Lezen: Prediker 2:1-11
Lucas 12:13-21
Gemeente
We zijn in het midden van de grote vakantie. Die grote vakantie hebben we te danken aan de oogst. Immers in vroegere dagen moest iedereen volop meehelpen de oogst van het land binnen te brengen. Zelfs de kinderen moesten daarvoor vrij krijgen van school en menig tiener heeft in zijn grote vakantie een aantal weken op het land gewerkt als vakantiebaantje en daarmee zijn eerste geld verdiend. Tegenwoordig nemen we vrij in de grote vakantie en gaan met het hele gezin op reis, naar verre oorden of een plek dichtbij maar we staken het werk en genieten van hetgeen we het hele jaar hebben verdiend. Velen van ons vieren dus in deze tijd een oogstfeest en het is daarom passend dat we uit het boek Prediker lezen. Dat boek wordt in de Joodse traditie in zijn geheel gelezen op het Soekkot of Loofhuttenfeest, een feest dat teruggaat op de oogstfeesten rond de druivenoogst als de druiven geperst werden en tot wijn gemaakt. En augustus,dat vandaag begint, is in onze traditie de oogstmaand. In onze Calvinistische traditie denken we dan ook aan de dankdag voor gewas en arbeid, maar Prediker wijst ons op een meer bestendige levenshouding waartoe dit feest ons kan helpen. Dat feest wordt al in de eerste vijf boeken van Mozes, de Tora beschreven. Het is één van de drie feesten waarop de mensen naar de Tabernakel of de Tempel in Jeruzalem moesten trekken en daar een maaltijd moesten aanrichten met hun familie, de tempeldienaars, de armen en de vreemdelingen uit hun midden. Leviticus geeft dan nog als extra aanwijzing dat het de Israëlieten moest helpen herinneren aan de tocht door de woestijn toen het volk in tenten woonde. Tijdens het Loofhuttenfeest moest het volk wéér in een soort tenten gaan wonen, gemaakt van de takken van de bomen, hutten van loofbomen, loofhutten dus. Dat wonen in tenten tijdens ons oogstfeest kennen we in onze dagen ook, ga maar eens op een camping kijken, daar staan de tenten en de sleurhutten. De boodschap van Prediker wordt soms moeilijk verstaan. Leef en geniet want je houdt er niks aan over, al je gezwoeg levert je niks op zegt de Prediker. De zon gaat op over rechtvaardigen en onrechtvaardigen en niemand kent de dag van zijn dood. In het gedeelte dat we vandaag gehoord hebben neemt Prediker een proef, een experiment. Hij begint eenvoudig, met vreugde, met lachen ook. Als je dat kunt, wat levert het je op? Niks dus, je wordt er moe van. Lekker eten en drinken dan? Precies hetzelfde. Maar hardwerken, spaarzaam leven en rijk worden dan? In onze dagen heet dat een Calvinistische levenshouding, niks verkwisten maar verantwoord omgaan met hetgeen je toevalt in het leven. Het baat een mens niks zegt de Prediker, het is lucht en leegte, het heeft geen nut onder de zon. Het heeft volgens de Prediker geen enkele zin om je voor jezelf af te tobben, om voor jezelf te zwoegen, om het al maar goed te willen hebben of nog beter dan je het al hebt, het is lucht en leegte en najagen van wind. Jezus van Nazareth zou veel later precies hetzelfde leren. In het gedeelte uit het Evangelie van Lucas dat we vanmorgen hebben gehoord vertelt Jezus van Nazareth het verhaal over een rijkaard die een geweldige oogst had gehad. Hij kwam schuren te kort om alles op te bergen dus liet hij de oude schuren afbreken en vervangen door grotere schuren en er extra schuren bij bouwen. Toen nam hij het besluit om er de rest van zijn leven van te gaan genieten. Rentenieren van zijn opbrengst. Maar nog dezelfde nacht nadat hij dit besluit had genomen besloot God dat het leven van de rijkaard lang genoeg had geduurd en dat hij moest sterven. Al zijn inspanningen waren dus lucht en leegte geweest, najagen van wind. Het was het antwoord op de vraag of Jezus van Nazareth als scheidsrechter in een geschil over een erfenis wilde optreden, een erfenis wil gedeeld worden nietwaar? Jezus van Nazareth grijpt terug op Prediker het boek dat hoort bij het oogstfeest. Maar waarom wordt het boek Prediker gelezen op het Loofhuttenfeest, een feest dat zelfs wordt afgesloten met het feest van de vreugde van het krijgen van de Wet? In die Wet ligt de sleutel. Die Wet zegt dat je je naaste moet liefhebben als jezelf, dat je een ander niet moet aandoen wat je zelf niet wilt dat jou wordt aangedaan. Het oogstfeest, het Loofhuttenfeest wordt pas echt een feest als iedereen daaraan mee kan doen, als je je eigen oogst deelt met hen die geen oogst hebben kunnen binnenhalen, met de armen, met de vreemdelingen die in je midden zijn. Dat is het unieke, het eigene van de Bijbelse boodschap. Dat is het ook wat het zo anders maakt als in onze wereld, de wereld van hebben en houden, de wereld van ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken. De wereld waar angst voor vreemdelingen wordt gepreekt, waar fatsoen ieder op zichzelf terugwerpt, waar carrièrre gemaakt moet worden en ieder voor zichzelf moet zorgen, ziek, arbeidsgehandicapt of oud, doet niet meer ter zake. Het eigene van de Bijbelse boodschap is het volstrekt andere. Alles wat wij dagelijks als levensdoelen horen verkondigen heeft de Prediker al geprobeerd en zijn conclusie is dat het lucht en leegte is, najagen van wind. Een oud lied zegt ons dat slechts wat gedaan werd uit liefde tot Jezus zijn waarde behoud en eeuwig zal bestaan. En de liefde tot Jezus drukken we uit in het volgen van zijn geboden, als we twee mantels hebben geven we er één aan wie er geen heeft. Dat doen we hier ook in de collectes, voor Kerk in Actie, voor de diaconie in de eigen gemeente, maar vanmorgen ook voor een organisatie als Childslife, er zijn in de gemeente vast mensen die lid zijn van een organisatie als deze. Voor een paar euro per maand, bij Childslife maar 5 euro, help je een kind of een arme gemeenschap iets minder arm te worden en geef je instrumenten om een toekomst op te bouwen. Worden wij daar dan direct gelukkig van? Ook het instant geluk is een uitvinding van onze tijd. Alles moet direct geluk en bevrediging opleveren. Maar ook dat is niet de boodschap van de Bijbel. Daar gaat het niet om het geluk voor jezelf, daar gaat het om het geluk voor anderen. Dat is kennelijk ook reden voor Jezus van Nazareth om te weigeren als scheidsrechter op te treden bij de verdeling van de erfenis. Het verdelen van erfenissen kan in families tot jarenlange strijd leiden. Jezus waarschuwt voor hebzucht. Het staat er niet precies maar je zou er uit kunnen afleiden dat als je een scheidsrechter nodig hebt bij het verdelen van een erfenis dan is er ergens iets mis in je familie, iets dat je eerst aan de orde moet stellen, hebzucht dus. Dat je samen kunt zorgen voor de zwaksten is voor de machtigen in de samenleving een levensgevaarlijke boodschap. Daar waarschuwt Jezus van Nazareth volgens het verhaal van Lucas ook voor. Maar stel dat we er in Nederland een wet van maken. Alles wat iedereen meer verdient dan nodig is voor ons dagelijks brood wordt gebruikt om te verdelen onder de armen en behoeftigen. Dan zijn er geen rijken meer. Dan zijn er geen mensen meer die zich uitnemender kunnen achten dan een ander. De econoom Bob Goudswaard noemde dat de economie van het genoeg. In de dagen van Jezus van Nazareth kwamen de religieuze autoriteiten daar tegen in verzet. Natuurlijk de grote massa ziet wel iets in een dergelijke manier van organiseren van de samenleving. Wij hebben daarom ooit vakbonden georganiseerd, ziekenfondsen opgericht en ons aaneengesloten in corporaties en samenwerkingsverbanden. Al in de Middeleeuwen kende de samenleving broederschappen en gilden waarvan de leden voor elkaar zorgden. Maar in een tijd van toenemende individualiteit waar ieder mens teruggeworpen wordt op zichzelf lijken die waarden van Samen delen, Samen werken en Samen leven vergeten. En dan komt de troost van Jezus van Nazareth vertelt Lucas in het vervolg van dit verhaal, eigenlijk had de lezing van vanmorgen nog een flink aantal verzen door moeten lopen, maar we vatten het wat samen. Wees niet bang voor die autoriteiten die zo benadrukken dat je het helemaal alleen moet doen, dat je zelf schuld bent aan je tegenslag en dat je zelf mag genieten van je voorspoed. Niets is dus minder waar leert de Bijbel. We zijn in de hand van God. Die stelt ons op de proef en bepaald wat genieten is. God verliest zelfs het kleinste niet uit het oog. In het gedeelte van het evangelie van Lucas dat volgt op de lezing van vanmorgen wijst Jezus van Nazareth ook op de raven, die niet maaien en zaaien en toch eten, en op de lelies op het veld, die zelfs niet van hun plaats komen en toch de mooiste bloemen zijn. De Wet van de God van Israël is juist gegeven ten behoeve van de zwakste, het zijn de weduwe en de wees die het eerst genoemd worden. De armen staat overal voorop. De leerlingen krijgen dan ook de raad om hun bezittingen te verkopen en te delen met de armen. Pas als iedereen mee mag doen met het feest van de oogst dan pas is het echt genieten. Als je werkelijk leeft bij de boodschap van Jezus van Nazareth dat je je naaste lief moet hebben als jezelf, dan zal dat ook gevolg hebben voor de omgeving waarin je gaat leven. Dan zul je delen met mensen die dat ook belijden en doen, de engelen van God worden ze door Lucas genoemd en dan zal jou die liefde ook toevallen. Dat verhaal brengt tot de vraag of Jezus van Nazareth die scheidsrechter wil zijn. Maar het delen van een erfenis gaat om het hebben en niet om het delen. Delen van alles wat je hebt is het moeilijkste van wat er is. De Joodse schrijver Elie Wiesel vertelt ergens dat de vader van zijn moeder niemand ooit liet weggaan met lege handen, al was het een sigaret, hij had voor iedereen altijd wel wat. Ook de armste onder de gelovigen kan iets vinden om te delen, zij hij eens, al is het geloof, vertrouwen en als hij dát zelfs niet heeft dan moet hij maar zijn armoede delen. Het is niet gemakkelijk zo’n levenshouding in onze dagen vol te houden. Daarom hebben we elke week weer die bijeenkomst nodig om die verhalen uit de Bijbel weer opnieuw te horen. Maar we mogen die bijeenkomst niet alleen kerkdienst noemen, een soort plicht voor de kerk, maar ook een viering, het feest van het Woord, van het delen met elkaar en van de bevrijding van de slavernij die de wereld ons oplegt. Bevrijding ook van lucht en leegte en najagen van wind. Hier in dit kerkgebouw hebben we daar deze zomer een mooi voorbeeld van en dit weekeinde zelfs twee heel verschillende. Kunstenaars hebben immers niet anders dan hun verbeelding, daar leven ze voor en daar leven ze soms van. Maar dat wat ze hebben, hoe arm ze ook zijn, krijgt pas waarde als ze het delen. Kunstwerken in het atelier zijn niets waard, kunstwerken op een tentoonstelling krijgen pas echt waarde, zo moet het zijn met ons zwoegen onder de zon, het is lucht en leegte tot wij het delen. Hetzelfde geld voor muziek. Een componist kan nog zulke prachtige zwarte rondjes met streepjes op papier zetten het krijgt pas waarde als het gedeeld wordt. Dan pas komen mensen van heide en ver hier naar Twisk, zoals gisteren, om meer te weten te komen over het prachtige orgel hier en vooral om het te horen. Een organist kan zeer genieten van het spelen op een orgel, hij deelt dan met de orgelbouwer en met de componist, maar het mooiste is toch als hij dat orgel en die muziek mag delen met anderen, met mensen die er naar luisteren en, zoals nu op de zondagmorgen, met mensen die met hem meezingen. Die dankzij zijn gezwoeg zelf muziek gaan maken en die muziek met elkaar delen, tot eer van God. Kunstenaars, componisten, organisten en andere musici doen ons voor hoe te delen met elkaar en hoe ons zwoegen pas echt waarde krijgt als we het delen. Wij hoeven alleen te delen met de armsten om de vreugde in de ogen van de ander te zien en daarmee ook God te ontmoeten in de ander, iedere dag van de week mogen we ons daarmee bezig houden. Niet om ons te verheffen als rijken boven de armen die ons zo nodig zouden hebben, maar om te benadrukken dat de zin van het leven ligt in het samen doen ter ere van God. Dat mag dus ook in de grote vakantie, ook in deze grote vakantie, want van die vakantie kunnen wij een Loofhuttenfeest maken..
Amen