Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for mei, 2019

Lezen: Numeri 27: 12-23

             Johannes 10:22-30

Gemeente,

Vandaag is de zondag Jubilate, de zondag van het juichen. Vanouds klinken op deze zondag de verhalen van de Goede Herder. Vandaag is het ook Moederdag, vieren we dat onze Vader als een goede moeder voor ons zorgt. Vandaag gaat het met name over de opvolging van de herder van Israël Mozes en Jezus van Nazareth die uitlegt wat de zorg van de herder betekent. De zondag met verhalen over de Goede Herder leverde vroeger nogal eens romantische beelden op van vrolijke herders en herderinnetjes die hun tijd verdeden met het spelen met zacht wollen schaapjes met witte voetjes, van die schaapjes die hun melk zo zoetjes dronken. Tegenwoordig kijken we er wat minder romantisch tegenaan. Herders worden bedreigd met ontslag of faillissement omdat we op het onderhoud van de natuur willen bezuinigen.

Over wie onze leiders n herders zijn bestaan soms ook nog wel misverstanden. Onze Koning is wel deftig maar is meer een instituut, een soort kroon op ons land, dan een machthebber, macht heeft hij namelijk niet, klatergoud is het, meer niet. De regering heeft meer macht en wordt gecontroleerd door de Tweede en Eerste Kamer die daardoor delen in de macht van de regering. Die beide kamers maken ook de wetten en zijn daardoor de wetgevende macht.

Maar ook het volk heeft macht, niet alleen over wie er in de Kamer mag zitten maar ook over zaken die daar aan de orde zijn geweest. We willen samen werken met de andere landen in Europa, geen grenscontroles meer in onze vakanties, geen munten die voortdurend omgewisseld moeten worden. Een vrije markt zonder beperkingen waardoor onze economie kan groeien. Maar wij moeten daarvoor ook binnenkort onze herders kiezen. De mensen die zorgen dat Europa lijkt op een verzameling volgers van Jezus van Nazaret.

Numeri beschrijft hoe God de herders van het volk kiest.

Mozes had met veel moeite zijn volk uit Egypte geleid de woestijn in. Nu was Mozes aan de rand van het beloofde land gekomen en mocht hij het land ook zien. Hij beklom daartoe een hoge muur, tenminste, als je vanuit Israel over de Jordaan kijkt dan rijst het Abarimgebergte daar op als een hoge muur.

Het moet voor Mozes even slikken geweest zijn daar. Zijn hele leven was hij bezig de dood van Egypte te ontlopen, zijn volk te bevrijden uit de slavernij en hen door de woestijn te leiden naar het land overvloeiende van melk en honing. Onderweg hadden ze tal van problemen getrotseerd. Een onwillige Farao die met al zijn strijdwagens was gebleven in de Rode Zee, morrende Israelieten, vijandige stammen en natuurlijk de woestijn zelf.

Onderweg was ook de Wet van de Woestijn ontdekt, een complete set richtlijnen voor een menselijke samenleving. Het volk had geleerd dat er maar één God was en dat dienen van die God betekent dat je je naaste lief hebt als jezelf, dat je in de woestijn niet kunt overleven als je niet onvoorwaardelijk op elkaar kunt bouwen. Daarom ook mocht Mozes het beloofde land niet in. Op één moment had hij zich boven het volk gesteld, gedaan of hij beter was en macht had om het volk te drinken te geven. Hij had zich opgesteld of hij God zelf was.

Nu wordt hij weer gelijk aan het volk. Hij vraagt om een opvolger te mogen aanstellen en wel iemand die in staat zal zijn het volk te leiden in de strijd die nodig zal zijn om het land Israel in bezit te nemen.

Het wordt Jozua, één van de verkenners die al eerder dat beloofde land hadden verkend en die bewezen had niet bang te zijn, zelfs niet voor de reuzen die ze waren tegengekomen, maar op God te vertrouwen. Als de liefde zegt dat delen het meest rechtvaardig is, dan is dat het ook en dan zijn degenen die niet willen delen in het ongelijk.

De overdracht van de macht gaat onder leiding van de Priester. Die Priester spreekt recht en gaat over de uitleg van de Wet. Het verschil tussen Priester en Leider was dat de Priester door God geroepen was, van nature tot Priester was bestemd, en de Leider aangesteld werd op voordracht van het volk, hier vertegenwoordigd door Mozes. Zo is het tot onze dagen in de landen van de democratie. De rechterlijke macht is onafhankelijk en de leiders van de staat worden gekozen door het volk. Soms proberen leiders daar onder uit te komen, maar als we blijven lezen in de Bijbel zullen we elke keer herinnerd worden aan hoe het ook al weer behoort te zijn, een leider is er voor het volk en het volk niet voor de leider.

Ook in de discussie die Jezus van Nazareth voert in de Tempel te Jeruzalem wordt dat duidelijk. Hij werpt zich op als beschermer van zijn volgelingen en niet als heerser over zijn volgelingen die als ruil voor dat heersen een luxe leventje krijgt.

Het verhaal begint bij het feest van de Tempelwijding. Nu was de Tempel in Jeruzalem eigenlijk een raar gebouw. In een Tempel kwam je immers een God aanbidden, daar waren Priesters die de rituelen voor die God in stand hielden en er stond een groot beeld van de God waaraan de Tempel was geweid. De Tempel in Jeruzalem was iets heel anders. Daar stond geen beeld van de God van Israël. Daar mocht zelfs geen beeld staan. Iedere keer als de Romeinen probeerden er beelden neer te zetten, van hun keizer of van een god, dan kwam er weer opstand.

Er werden wel offers gebracht, maar dat deden de gelovigen zelf en de priesters en de levieten aten die offers op, ze leefden er van. Ze aten niet stiekum in het verborgene de offers op, zoals dat in de Tempels van de Heidenen gebeurde, het was juist de bedoeling dat ze het vlees van de offers en het brood dat werd geofferd ook opaten. Alleen het bloed dat werd over het altaar gesprenkeld, in het bloed zat immers het leven dat door God was geschonken en dat nu weer naar God kon terugkeren. Dat openlijk eten van offervlees was voor de Heidenen iets godslasterlijks, je moest je god immers in leven houden door de offers.

In de Tempel in Jeruzalem werden de richtlijnen voor de menselijke samenleving bewaard. Die mogen in de praktijk gebracht worden en daarvoor wordt God gedankt.

Het begint volgens het boek Deuteronomium in de Tempel door er een maaltijd te houden met de familie, de priesters en levieten, je knechten, je slaven en slavinnen, de armen uit je omgeving en de vreemdelingen die bij je wonen. Een dergelijke maaltijd moest je drie maal per jaar houden. De offers die je bracht, ’s morgens en ’s avonds, als je vrede had weten te stichten of bij bijzondere gelegenheden, waren tekenen dat je bereid was te delen van al wat je bezat. Die hele Wet uit de eerste vijf boeken van de Hebreeuwse Bijbel laat zich dan ook samenvatten als dat je God lief moet hebben boven alles en dat je dat doet door je naaste lief te hebben als jezelf.

Het feest dat Jezus hier vierde kennen wij nog als het Chanoeka feest. Het gaat terug op het verhaal over de opstand van de Makkabeeën tegen de verplichting om in de Tempel in Jeruzalem een beeld van Zeus te aanbidden. Judas de Makkabeeër reinigt de Tempel van alle Heidense invloeden en ontsteekt weer het licht dat symbool staat voor het Licht dat voor ons een licht op ons pad is. De boeken over de Makkabeeën zijn niet in de Bijbel opgenomen, ze zijn apocrief, dat wil zeggen dat ze het waard zijn om te lezen maar niet het gezag hebben dat Bijbelboeken wel hebben.

De vraag die aan Jezus wordt gesteld is dan ook wanneer Jezus zijn messiaans koningschap op zich zal nemen en de Tempel in Jeruzalem zal herbouwen. De bevrijder van Israël, de Messias zal immers het Rijk van Koning David herstellen? Maar zoals ze gesteld wordt is het de vraag die Israël stelde aan Samuël, geef ons een Koning zoals de Heidenen hebben opdat onze vijanden verslagen worden. Johannes had al een paar keer beschreven hoe Jezus het koningschap ontvluchtte, na de spijziging van de vijfduizend bijvoorbeeld.

Jezus van Nazareth is niet een Koning zoals de Heidenen die wensen. Hij is geen koning die met pracht en praal en met een hermelijnen mantel ingehuldigd wordt te midden van de machtigen van de natie. Een Koning waarvoor speciale militaire uniformen zijn ontworpen die hem als Koning herkenbaar maken. Als we in Jezus zo’n Koning zoeken dan geloven we niet echt in de Christus. Hij reed zijn stad binnen op een ezel en werd gekroond met een doornenkroon. Hij werd ingehuldigd aan een kruis, boven zijn hoofd een bordje met het opschrift “Koning der Joden”.

Het soort Koning dat Jezus van Nazareth is en wil zijn blijkt uit zijn daden. Hij die de lammen lopen laat, de blinden laat zien, de hongerigen voedt, de dorstigen laaft en de naakten kleed, die zich bekommerd om zijn medemensen zoals de profeet Jesaja had geschreven. De lezers van het evangelie naar Johannes weten ook van het lijden en sterven van Jezus, toen hij weigerde zijn volgelingen oorlog te laten voeren tegen hen die hem gevangen namen, zelfs een gewonde nog genas toen hij al gevangen was, die bad voor zijn vervolgers, die een mede veroordeelde troostte en meenam naar het Paradijs, die zijn moeder nog troostte voor hij stierf door haar een andere zoon te geven. Die consequent volgehouden liefde voor de mensen had pas echt iets koninklijks. Dat is de herder die alles in de steek weet te laten om zijn schapen in leven te houden, die nooit zijn schapen zal opgeven en zijn leven zal geven voor zijn schapen. Een herder, een koning naar Gods hart, zo heeft God de herder van zijn volk, de Koning, gewild, daarin vallen God en deze Messias samen.

Onze samenleving is vergeven van idols en van wedstrijdjes wie de beste, de mooiste, de meest opvallende is/ Paulus schrijft dat net als Christus samen kan vallen met God, wij kunnen samenvallen met Christus, wij zijn dan zelf een volk van Koningen en Priesters en hoger en belangrijker is alleen onze God, al die idols stellen niet meer voor dan wij zelf. Wij zijn daarbij geroepen om het goede te doen en niet dan het goede, wij zijn geroepen om het kwade te bestrijden met het goede. Op die manier stuurt Mozes ons vanmorgen op weg met de opdracht die hij Jozua had gegeven: het volk brengen in het land dat overvloeit van melk en honing. En dat land kan overvloeien omdat het volk bereid is te delen, te zorgen dat de hongerigen gevoed, de naakten gekleed, de dorstigen gelaafd worden en dat de armen zonder huis een woning krijgen.

Onze bevrijder, onze messias de Christus kwam voor alle volken op aarde, wij zullen dus moeten werken aan een wereld waar vrede heerst en iedereen genoeg heeft. Tot dat de echte Koning van de wereld zelf komt om zijn tenten hier op aarde te spannen. Tot de dag dat alle tranen gedroogd zullen zijn en de dood niet meer heerst, tot die dag blijven wij aan die aarde werken.

Amen.

Advertentie

Read Full Post »

Lezen: Jeremia 32: 36-41

             Lucas 24:35-48

 

Gemeente,

Vandaag herdenken wij de Bevrijding van de bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Wij hadden kunnen leren van het volk Israël want dat volk kende een geschiedenis vol van verwoesting en vervolging. Die verwoesting trof heel Nederland en de vervolging van de Joden, Sinti en Roma trof eigenlijk ook heel Nederland, al waren er te veel Nederlanders die daaraan hebben meegewerkt.

Ook in de dagen van Jeremia werd Israël bedreigd door de wereldmachten van zijn tijd.

Toen was er een belegering van Jeruzalem, stond de verwoesting voor de deur. De godsdienstige en bestuurlijke elite reageerde zoals zoveel belegerde elites doen, ze willen oorlog voeren ook al kost dat alleen maar veel levens. De eer is in zulke gevallen altijd een goede smoes. In Jezus tijd noch in de tijd van Jeremia noch in onze tijd werden de levens geteld die de houding van de elite kostte.

Jeremia verwierp de zinloze oorlog, Jezus verwierp de opstand, zoals ook hij het gewelddadige verzet van de Zeloten had verworpen. Jeremia wilde terug naar de goddelijke richtlijnen uit de Woestijn. Jezus wilde naar de herdenking van de uittocht uit Egypte, naar de bevrijding uit de slavernij. Wij mogen dankbaar zijn voor al die mensen die hun leven opofferden voor onze bevrijding.

Die bevrijding zou uiteindelijk ook de bevrijding van de bezetting in de tijd van Jeremia betekenen en voor Jezus ook de bevrijding van de Romeinen betekenen. Voor ons betekent het op weg gaan met die goddelijke richtlijnen en dat niemand ons kan afhouden van het verspreiden van liefde. In onze eigen buurt, in ons eigen dorp of stad en in ons land en de wereld. Armen, zwakken, zieken en vreemdelingen genoeg. Wat de politiek of de publieke opinie ook zegt, wij kunnen onze eigen weg gaan. We hebben de belofte waarop ook Jeremia zich verlaat. Eens worden er weer akkers gekocht en verkocht, eens is er een samenleving van recht en gerechtigheid zijn waarin iedereen mee mag doen en niemand tekort komt.

Het is duidelijk dat Jezus van Nazareth een andere weg kiest dan de twee die van Jeruzalem naar Emmaüs zijn gegaan. Emmaüs was een strategische plek die een rol speelde bij opstanden en de belegering van Jeruzalem. In elk geval koos Jezus van Nazareth niet de weg van de militaire opstand. Wie immers het zwaard opnemen zullen door het zwaard vergaan.

Maar als de twee er blijk van geven hun bezit en voedsel te willen delen met de vreemdeling dan neemt Jezus van Nazareth de uitnodiging aan. En bij het breken van het brood en het uitspreken van de zegening herkennen de twee de opgestane Heer. Het lege graf was niet genoeg om tot geloof in de opgestane bevrijder te komen, daarvoor is zelfs een ontmoeting rond het Oude Testament niet genoeg, pas in de gebaren van breken en delen, gezegend zodat er goeds van uit gaat, wordt de Messias, de Christus herkent. En dan gaat de weg terug naar Jeruzalem, nu niet naar de Tempel of naar het graf maar naar de gemeenschap, want hen moet de bevrijding, de opstanding, verkondigd worden. Er is een andere weg ontdekt dan de weg van opstand en geweld.

De volgelingen van Jezus van Nazareth, de elf die het dichtst bij hem waren geweest waren er al over in gesprek. Petrus was zelf gaan kijken naar het lege graf nadat de vrouwen over het ontbreken van het lijk van Jezus van Nazareth hadden verteld. Hij had daar Jezus van Nazareth zelf ontmoet. En in dit verhaal en het verhaal van twee uit Emmaüs zullen ook de anderen Jezus van Nazareth als opgestane Messias ontmoeten.

Die Messias begroet hen met het Hebreeuwse Sjaloom, vrede zij met jullie, de vrede die zo tegengesteld is aan de vrede van het Romeinse Rijk, de Pax Romana. Hij lijkt een geestverschijning en iedereen is danig van slag, maar Jezus van Nazareth is tastbaar en voelbaar aanwezig net als voor ons de bevrijding vandaag weer tastbaaar aanwezig is. Opnieuw wordt er gegeten, nu de vis, voor de vissers uit Galilea het dagelijks voedsel, het dagelijks brood.

Die werkelijke opstanding van Jezus van Nazareth blijft door de eeuwen heen een moeilijk te begrijpen verhaal. Maar het is geen spook dat aanbeden en beleden wordt. Het is de concrete mens die door de liefde van God ook na de kruisiging doorleeft en daardoor juist door ieder van ons kan worden nagevolgd zonder angst voor het lijden. De wonden aan handen en voeten hoeven ons niet af te schrikken, ze hebben ook geen magische betekenis, de kruisiging is geen inwijdingsrite van een geheim genootschap geweest.

Het lijden van Jezus van Nazareth is even reëel als het lijden van Joden in de concentratiekampen van de Nazi’s en zijn opstanding is even werkelijk als de opstand van al die mensen die in de geschiedenis in opstand zijn gekomen tegen het lijden en het onrecht dat de zwaksten werd aangedaan. De ontmoeting met Jezus van Nazareth is het concreet de hand leggen op de tastbare bewijzen van onderdrukking, honger, marteling en geweld en dan het voedsel te delen dat we hebben met de lijdenden.

Dat is de navolging van de opgestane Heer. Daarom noemen we Jezus van Nazareth de Heer van de wereld aan wie alle macht gegeven is. Geen andere Heer kan ons tegenhouden de verdrukten te bevrijden. Juist ook vandaag niet, daarom ook vandaag de roep om eerlijke handelsverhoudingen, om steun voor vluchtelingen, om vrede in al de landen met oorlog en geweld, om een vreedzame oplossing voor Syrië en om een samenleving in ons eigen land waar iedereen ongeacht sekse, geloof of afkomst aan mee mag doen als gelijkwaardige en volwaardige mensen. Dat het kan, vieren we op bevrijdingsdag.

Ook omdat onze God beloofd heeft met hart en ziel te werken aan zijn verbond met de mensen dat de aarde een paradijs zal worden waar iedereen de richtlijnen van die God volgt zodat alle leed geleden en alle strijd gestreden zal zijn. Dan geeft zelfs de zee haar doden terug, ook de doden uit de Middellandse Zee. Op die God mogen we vertrouwen en in navolging van zijn zoon die ons bevrijdt van de angst voor de dood mogen wij ons bezit delen met de lijdenden. Elke dag opnieuw.

Amen

Read Full Post »