Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for december, 2021

Lezen: Micha 5: 1-6

Lucas 1: 39-45

Gemeente,

Het boek van de profeet Micha is geliefd bij Christenen omdat een kind uit Bethlehem de vrede zou brengen en dan met zeven herders de vijand verslaan. Dat lijkt wel op het kerstverhaal zoals Lucas ons dat vertelt. Ook David was een kind uit Bethlehem en die had in elk geval zeven broers. Nu is dat niet zo heel vreemd want Lucas kende het boek van Micha natuurlijk heel goed. En dat verhaal over een meisje dat een kind durfde krijgen te midden van de meest zwarte dreiging was ook al door Jesaja verteld.

Die Jesaja had er trouwens nog een eeuwig misverstand mee geschapen want zijn woord voor meisje kon ook met het Oud Hollandse maagd worden vertaald, zoals dienstmeisje ook dienstmaagd kan heten. Dat heeft niks te maken met een meisje dat nog geen omgang met een man had gehad. Maar goed wij lezen de profeet Micha en die heeft het over vertrouwen. Een heel goed teken van vertrouwen is inderdaad de jonge moeder die het aandurft kinderen te krijgen.

We hebben een tijd gehad dat ook in ons land de dreiging van een atoomoorlog zo groot was dat mensen het niet meer aandurfden een gezin met kinderen te stichten. Dat is nu minder erg maar in landen waar onderdrukking en armoede heersen geldt het nog steeds. Als mensen hun liefde laten winnen van hun angst dan begint de bevrijding willen Micha en Jesaja zeggen. En dat verhaal wordt later ook op die manier door Lucas verteld. Als er dan ook nog herders zijn die zich druk maken over de bescherming van al die zwakke mensen dan moet het echt wel goed komen. En herders waren er in Bethlehem. Micha herinnert aan de geschiedenis van David en zijn zeven broers. Uit het kleinste dorpje van de kleinste stam kwam de grootste koning, de eerste koning die Israel aanzien gaf en uiteindelijk na een lange tijd van oorlogen onder de Rechters ook vrede bracht. Zulke herders heb je nodig.

Er zijn telkens weer mensen die ons voordoen hoe te zorgen voor de minsten. Voor de opvang van vluchtelingen in ons land moesten zelfs wachtlijsten worden aangelegd van de vele vrijwilligers die zich hadden aangemeld. En een meerderheid van de Nederlanders blijkt geen enkele moeite te hebben met opvang van vluchtelingen in hun omgeving als het aantal vluchtelingen maar in verhouding staat met het aantal inwoners van wijk, dorp of stad.

Wij denken overigens vaak dat die herders boven ons staan. Zij geven leiding en als makke schapen dan volgen wij. Dat is niet het verhaal uit de Bijbel. David was de jongste van zijn broers. Toen Samuël aan de vader van David had gevraagd zijn zonen bijeen te brengen omdat God een bijzondere boodschap had, was David helemaal niet gevraagd. Hij bleef in het veld bij de schapen. Maar God had de minste van de broers gekozen tot Koning van het volk. Later hebben we geleerd dat we in de minste wel eens God kunnen ontmoeten, wat wij aan de minste van zijn broeders deden hadden we Jezus zelf aangedaan. Bij Micha kan een kind het begin worden van bevrijding van oorlog en geweld. Misschien moeten ook wij ons wat vaker toevertrouwen aan een dergelijk visioen. Het zal zijn als een vervrissende regen na een benauwde onweersbui.

Wie zich in elk geval aan dat visioen toevertrouwde waren Elisabeth en Maria. Iedere nieuwe zoon van Israël kon immers de bevrijder de Messias worden? We hebben geleerd om de begroeting van Maria door Elisabet als een vrome tekst te lezen. De Rooms Katholieke kerk heeft er zelfs een gebed van gemaakt. Maar de schrijver van het Lucas evangelie vertelt eigenlijk voortdurend het Oude Testament na. Kijk eens hoe dat wat God met het volk Israël en de wereld heeft gedaan ook nu gebeurt.

Vrouwen die tegen alle verwachting in zwanger worden komen op vele plaatsen in het Oude Testament voor. Maar deze groet is een bijzonder citaat. Je kunt het vinden in het vijfde hoofdstuk van het boek Rechters, vers 24 om precies te zijn. Daar wordt Jael op deze manier aangesproken. Jael had generaal Sisera met een tentpin door zijn hoofd geslagen en zo het volk bevrijdt van een sterke vijand. De zwangere en nog steeds ongehuwde Maria wordt hier dus niet als een zacht en dienstbaar meisje aangesproken maar als een sterke strijdster die in opstand is gekomen tegen de heersende machten.

Dat maakt ook het lied duidelijk dat Maria als antwoord Elisabeth toezingt. Daar gaat het immers om de grote dingen die de machtige aan zijn dienstmeisje in lage staat heeft gedaan. Niemand zal ooit meer dit meisje vergeten dat besloot ondanks de zwartste bezetting van haar land toch haar zwangerschap te dragen in de verwachting dat elk kind opnieuw de kans zou bieden dat het de bevrijder van haar volk zou zijn. Haar kind zou immers wel eens de pin van Jael kunnen worden waarmee de slaap van de bezetters doorboord zou kunnen worden. Dit meisje jubelt het uit dat heersers van de troon worden gestoten en dat hongerigen overladen worden met gaven en rijken heengezonden worden met lege handen. Het is een overwinningslied zoals dat werd aangeheven door zangeressen als Debora, Mirjam de zuster van Mozes en Hanna de moeder van Samuël. En geen wonder dat het lied eindigt bij Abraham want net als Sara op hoge leeftijd is ook Elisabeth zwanger geworden.

Ook Elisabeth heeft besloten haar zwangerschap te dragen, ook al moet je daar in kringen waar mannen het voor het zeggen hebben over zwijgen. Dat zwijgen laten de beide vrouwen maar over aan Zacharias. Het zal duidelijk zijn dat de pogingen om Maria en Elisabeth als vrome, gedienstige en gehoorzame vrouwen af te schilderen falen als je het verhaal van Lucas leest als vervolg op en hervertelling van het Oude Testament.

Het verzet van Debora, de vreugde na de doortocht door de Rode Zee van Mirjam en de toewijding aan de dienst van de Heer van Hanna klinken hier door. Een vast vertrouwen op een nieuwe aarde waarin elk mens tot haar recht komt, waar hongerigen zijn gevoed en bedroefden getroost, waar vrouwen zich niet meer hoeven schamen als ze een kind willen krijgen en waar niet de willekeur van mannen maar de eigen keus van vrouwen bepaalt of er wel of geen kinderen worden geboren.

Daarom is dit verhaal van Maria en Elisabeth ook een verhaal van vandaag. Daar waar vrouwen niet tot hun recht komen, daar waar zij afhankelijk worden gehouden van oordelen van mannen, daar zal bevrijding moeten plaatsvinden, door henzelf en door ieder die wil leven in de dienst van de God van Israël en de liefde van Jezus van Nazareth.

Het is ook het verhaal van het verzet tegen onrecht en onderdrukking. In de lezing die voor het Oekumenisch leesrooster werd gekozen liet men de lofzang van Maria buiten beschouwing, maar bij het verhaal over de twee vrouwen is dat lied een onmisbaar onderdeel. In het afgelopen jaar hebben we aan de meetoo discussie weer moeten zien hoe vrouwen worden onderdrukt en onderworpen aan een schijnbaar vanzelfsprekende onderdrukking door mannen. Die mannen mogen waar vrouwen niet eens aan mogen denken.

Onderdrukking en uitsluiting zijn in de Bijbel redenen voor God om kwaad te worden, om zijn woede te laten zien zeggen we dan deftig. Als dat gebeurt dan beeft zelfs de aarde en komen vulkanen tot uitbarsting. Onweer en hagelstormen teisteren de onderdrukkers. Niet dat we bang moeten worden, integendeel. Verzet tegen onderdrukking, onrecht en geweld maakt dat de aarde mooier wordt. En de Bijbel belooft ook dat de aarde dan zo mooi zal worden dat God hier zelf zal willen wonen. We zien dat in de romantiek van kerst, mooie lichtjes, mooie bomen, lekker eten, en de zoon van God op aarde.

Maar voor werkelijk dat einde van de geschiedenis aanbreekt moet er nog heel wat werk gebeuren. De slachtoffers van de toeslagenaffaire moet recht gedaan worden, mensen die lang naar een woning zoeken moeten geholpen worden. Vluchtelingen moeten hier een plek vinden en de hongerenden in de wereld moeten gevoed worden. Elkaar moeten we beschermen door ons en onze kinderen te laten vaccineren en samen zouden we er voor moeten zorgen dat ook de armen in Afrika gevaccineerd kunnen worden. Het werk wacht, ook tijdens de kerstvakantie. Vat dan aan.

Ik wens u gezegende kerstdagen.

Amen.

Advertentie

Read Full Post »

Lezen : Sefanja 3: 14-20

Lucas 3: 7-18

Gemeente,

Vandaag zingen we mee met de slotverzen van het kleine boekje van de profeet Sefanja. Sefanja leefde volgens het begin van het boekje in de tijd van koning Josia. Volgens het verhaal uit het boek Koningen over Josia was Josia een van de vroomste en beste koningen van Juda. Het is dan ook zeer voorstelbaar dat Sefanja de nieuwe politiek van de Koning, terugkeer naar de dienst aan God waar het volk Israel in de woestijn mee was begonnen, met zijn geschrift ondersteunde.

Josia werd al Koning toen hij nog pas 8 jaar was maar het verhaal vertelt dat hij zijn Koningschap uitvoerde op de manier van David. Hij liet de Tempel in Jeruzalem restaureren en zette daarmee de richtlijnen van God uit de Woestijn weer centraal in het hart van de regering.Die richtlijnen laten zich samenvatten in het Heb uw naaste lief als u zelf. Daar zingt het lied van vandaag dan ook over. Met de restauratie van de Tempel, met het opnieuw centraal stellen van de Liefde in het hart van het rijk hoef je nergens bang meer voor te zijn.

Dat is ook de vreugde van Pasen zoals Christenen die veel later zouden beleven. Sefanja had zich eerst tegen de omringende volken uitgesproken en zijn eigen volk gewaarschuwd niet met de afgodendienaars van de vruchtbaarheidsgoden mee te gaan. Zonder die Tempel was de stad ten prooi aan verachting en de mensen aan verdrukking. Nu is dat voorbij. Nu is de tijd dat het Delen met elkaar, dat de zorg voor elkaar, dat recht en gerechtigheid voor alle mensen op de hele wereld moeten gelden volgens Sefanja.

Voor Christenen was het Paasfeest na de dood van Jezus van Nazareth een eerste begin van het zich uitspreiden van de macht van die leer van Mozes over de hele aarde. Ook Christenen laten dat overigens net zo vaak liggen als in de geschiedenis over Israël wordt verteld. Maar net zoals Israël in dat verhaal steeds weer opnieuw de Tempel opbouwde en centraal stelde mogen wij het gebod elkaar lief te hebben en alles te doen in naam van de liefde voortdurend weer opnieuw centraal stellen. Dat geeft kracht.

Die Johannes moet met zijn herhaling van de leer van Mozes aan de rand van de woestijn een verpletterende indruk gemaakt hebben, heel het volk liet zich door hem dopen. Iedereen wildde door het water van de dood, het water van de Jordaan naar het land dat overvloeide van melk en honing, het land van vrede waar geen onderdrukking meer zou zijn. Paulus zal veel later op zijn reizen in Klein Azië nog volgelingen van Johannes tegenkomen aan wie hij moet uitleggen hoe de verhouding was tussen Jezus van Nazareth en Johannes de Doper.

Net als in de dagen van Sefanja waren de meeste mensen in de dagen van Johannes keurige mensen. Ze brachten hun offers, gingen op Sabbat naar de Synagoge, ze baden met voorgeschreven regelmaat, aten volgens de spijswetten en ze moorden niet, logen niet, stalen niet en aanbaden geen andere goden.

Wat wil een mens nog meer. Nu, een mens mag misschien niet veel meer verlangen maar God wil wel degelijk meer. Want met al dat uiterlijk godsdienstig vertoon wordt de aarde nog geen aarde waar mensen gelukkig kunnen wonen. Ondanks dat uiterlijk godsdienstig vertoon, dat fatsoen, die waarden en normen, gaan er nog steeds mensen dood van de honger, lijden mensen onder de koude, zijn er armen in het land. De richtlijnen van de God van Israël moeten een duidelijke gestalte krijgen, die richtlijnen moeten aan mensen zichtbaar worden. Het moet niet blijven bij mooie woorden. Daarom staat het delen met elkaar voorop, warme kleren als je die hebt, eten als je dat hebt, samen delen is het eerste zichtbare teken van de Weg van de God van Israël, de Heer van de wereld.

Maar ook de belastinginners voor de Romeinen, de tollenaars mogen de Weg zichtbaar maken door niet meer te innen dan opgedragen is. Geen woekerwinsten maken uit het innen van belasting ten koste van de armen. Dat geldt ook voor de soldaten. Niemand afpersen, niet laten omkopen en genoegen nemen met je soldij. Het zijn eigenlijk de eerste basisregels voor een geordende samenleving.

Regels die we tegenwoordig proberen ingevoerd te krijgen in arme landen, zelfs met militairevredesmissies. Het zijn ook regels die ingevoerd zouden moeten worden op wereldniveau. Ook daar zou moeten gelden dat we beginnen met samen delen. Rijke landen die zorgen dat de verdeling van goederen en diensten op een eerlijke manier gebeurt zodat ook de armste landen mee kunnen delen van de welvaart in de wereld. Zorgen dat we allemaal te eten hebben en dat hongersnoden niet meer kunnen voorkomen, zorgen dat ook boeren in arme landen toegang hebben tot de wereldmarkt en mee kunnen concurreren met de boeren in de rijke landen.

En samen zorgen dat er geen corrupte regiems meer kunnen zijn die in rijke

landen, bij banken met beschermd bankgeheim, hun gestolen gelden kunnen parkeren. Johannes vraagt van de mensen om zich te laten dopen, je zou bijna zeggen dat wij van de volken moeten vragen zich te laten dopen. Maar laten we beginnen met zijn Weg zichtbaar te maken door samen te delen en te protesteren tegen het roven door samenlevingen als de onze van de armsten in de wereld.

Vandaag op de derde zondag van de advent mogen we er mee beginnen. We hopen op een nieuwe aarde waar alle leed geleden is en alle strijd gestreden is. Johannes riep dat die wereld er aan zat te komen omdat na hem de echte bevrijder zou komen. Over een paar weken vieren we die komst. En van Jezus van Nazareth hebben we geleerd dat niemand langs de kant van de weg hoeft te blijven, dat niemand buitengesloten hoeft te worden. En de moeilijkste les was dat je zonder geweld, ondanks een wrede dood, toch kan overwinnen en de aarde kan bevrijden.

Die aarde zal langs die weg zo mooi worden dat God zelf op die aarde zal willen wonen zegt het boek Openbaring. Daarom schijnt vandaag al een heel klein beetje licht door de duistere wereld heen waar we ons op moeten bezinnen. Voor die nieuwe wereld komt is er nog veel werk te doen, opstaan en aan de slag dus.

Amen

Read Full Post »