Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for januari, 2018

Lezen: Deuteronomium 18:15-20

              Marcus 1: 21-28

Gemeente,

Denk nu niet dat ik mij ga uitroepen tot profeet. Want over profeten gaat het vanmorgen. En profeten zijn geen waarzeggers maar laten het licht van het Woord van God schijnen over hun samenleving en vertellen dan waar het op uit zal lopen als men doorgaat met het kwaad dat wordt bedreven. Mijn taak is om de boodschap van de Bijbel te verkondigen dat we bevrijd kunnen zijn van het kwaad in onze wereld, bevrijd door het goede te doen in navolging van Jezus van Nazareth.

Maar ze zijn er nog steeds, waarzeggers, wolkenschouwers, wichelaars, tovenaars, bezweerders, en hen die geesten raadplegen of doden oproepen. Met digitale camera’s en TV opnamen zonder trucs en al wat je kunt verzinnen om mensen te overtuigen van iets dat niet bestaat.. Dat er meer zou zijn tussen hemel en aarde wordt door de Bijbel niet zozeer ontkend maar het is in de wetten van Mozes verboden je er ook maar iets van aan te trekken of zelfs mee in te laten.

In gedeelte dat we vandaag hebben gelezen komt Mozes zelf weer aan het woord. Hij wijst er op dat er door de geschiedenis heen altijd mensen zullen zijn die op grond van de richtlijnen die het volk in de woestijn kreeg zullen waarschuwen waar het heengaat als je je er niet aan houdt. Dat moet voldoende zijn.

Dat door al die eeuwen heen er steeds weer mensen zijn die achter die bedriegers aanlopen is eigenlijk onvoorstelbaar. Of het nu een voormalige danseres in een blauwe jurk is die water instraalt via de radio, of een jongen die op internet naar gegevens zoekt over zogenaamde vroegere levens en als een volleerd goochelaar zijn digitale camera weet te bedienen, steeds zijn er mensen die dit soort bedriegers een ruim inkomen weten te verschaffen. Natuurlijk blijf je graag in contact met geliefden die je zijn ontvallen. Je had die geliefden al helemaal niet kwijt willen raken en als er nu schijnbaar mogelijkheden zijn om er een vorm van contact mee te houden dan doe je dat toch.

Je wordt echter bedrogen. Contact met overledenen is niet mogelijk. Er is geen tussenwereld tussen hemel en aarde. Op de vraag wat er na de dood gebeurt geeft de Bijbel geen antwoord. Er staan verhalen in de Bijbel over hoe het afloopt met de wereld en de mensen die er op wonen, maar die gaan over het eind van de tijd en ook als je dood bent ben je nog niet aan het eind van alle tijd. De Bijbel gaat over wat we hier en nu op aarde te doen hebben. Dat levert niet altijd een onbezorgd leven op, denk maar eens terug aan het verhaal van Job. Dat brengt ook verlies van geliefden met zich mee.

Ook Jezus van Nazareth is ons ontvallen, door de kruisdood was hij verloren voor ons, maar door de opstanding kunnen we op een andere manier met hem verder leven. Hij zend ons een trooster, zijn Geest, Gods geest. Daarom blijven we de verhalen over Jezus van Nazareth herhalen. Ook hij liet het Woord van God schijnen over zijn samenleving. Hij wordt daarom ook als profeet beschreven.

De evangelist Marcus onderstreept echter graag dat Jezus van Nazareth niet op aarde rondliep om zichzelf groot te maken of zichzelf groot te laten maken. Hij liep gewoon langs het meer en ging gewoon naar de synagoge net als alle andere inwoners van Galilea deden. Hij had alleen wel een bijzondere boodschap die vlak voor het gedeelte staat dat we vandaag hebben gelezen. Zijn boodschap was dat het Koninkrijk van God nabij was, de tijd was aangebroken en dat was voor de mensen goed nieuws.

Dat Koninkrijk van God kenden ze. Johannes de Doper had het al aangekondigd, dat rijk waarvan de profeten hadden gesproken zou in hun dagen komen. De leeuw zou met het lam slapen en een baby in het hol van de slang. De tranen zouden gewist worden en God zelf zou op aarde komen wonen. De bezetting door de Romeinen zou voorgoed voorbij zijn. Vrede zou het zijn op de hele aarde en armoede en onderdrukking zouden eindelijk voorbij zijn. Dat was wat er vanouds was beloofd en nu was er iemand die kwam vertellen dat het ook werkelijk zou gebeuren.

Geen wonder dat mensen hem wilden volgen. Het hele volk had zich immers al laten dopen door Johannes zo vertelt Marcus maar nu Johannes gevangen is genomen begint het optreden van Jezus van Nazareth. Met de eerste leerlingen gaat hij naar de Synagoge. Maar in plaats van ontzag te betonen begint iemand luid te roepen dat daar de Heilige van God is. Dat is niet zomaar een titel, het is een titel die werd gegeven aan de priester Aäron, de broer van Mozes, de eerste priester in de Heilige Tent waar de Goddelijke richtlijn van heb je naaste lief als jezelf werd bewaard.

Jezus van Nazareth snoert de schreeuwer de mond, als het die kant uitgaat dan komt er van bekering van mensen niks terecht. Dan hangt alles weer af van de man waar iedereen achteraan loopt en als die man teleurstelt gaan ze weer achter een ander aan. Het uitdelen van dat soort grote titels hoort dus bij het kwade en Jezus van Nazareth drijft die kwade geest uit. Maar volgelingen krijgen en een boodschap brengen waar iedereen op zit te wachten wekt zonder meer bewondering.

Als iemand zegt waarop het staat, iedereen de ogen opent voor de werkelijkheid, dan heeft zo iemand gezag. Dan gaat het nieuws rond als een lopend vuurtje. Of de mensen het echt hebben begrepen is maar de vraag. Ze spraken over een nieuwe leer. De Goddelijke richtlijn van heb Uw naaste lief als uzelf was bijna vergeten en vervangen door het gehoorzaam Uw priesters en breng tijdig grote offers om de priesters te onderhouden.

Ook in onze dagen lijken soms kerken en hun voorgangers belangrijker dan de armen en de onderdrukten in de wereld. Van Marcus mogen we leren dat opkijken tegen zulke voorgangers behoort tot de kwade geesten die we ook bij onszelf mogen uitdrijven. Waar het om gaat is bouwen aan dat Koninkrijk, vissers van mensen die dreigen te verdrinken worden, die uitnodiging geldt ook voor ons. Voorgangers vertellen ons de verhalen die we nodig hebben om zelf ook het Goddelijke licht op onze weg te laten schijnen. Voorgangers laten ons ook ervaren dat we het samen moeten zien te doen. Dat onze gemeenschap een licht mag zijn dat je niet direct onder een korenmaat kunt zetten, dat onze gemeenschap hier schijnt als een stad op een berg.

Profeten laten ons zien waar het op uitloopt en in het boek Openbaring staat waarop het volgen van Jezus van Nazareth uitloopt. Onze aarde zal zo mooi worden dat God zelf op aarde zal willen wonen, de zee zal haar doden teruggeven, ook de doden uit de middellandse zee. Voor die nieuwe aarde en nieuwe hemel mogen we aan de slag, in en met de Geest van Jezus. Wacht daarom niet, aan de slag, totdat hij komt.

Amen

Advertentie

Read Full Post »

Lezen: Jesaja 62:1-5

            Johannes 2:1-11

Gemeente,

Dat volk Israël was een raar volk volgens het verhaal van de Bijbel. Ze hadden een land gekregen dat overvloeide van melk en honing. Ooit was het land zo rijk geweest dat twee mannen nog maar net een draagstok met een tros druiven daaraan hadden kunnen dragen. Maar ze hadden dat land verspeeld. Ze waren andere goden achterna gelopen, goden van vruchtbaarheid, goden van winst en profijt. Die Israëlieten die zo hoog hadden opgegeven over hun God en hun land bleken uiteindelijk toch zwakke mensjes te zijn die zich hadden moeten laten overlopen door de wereldmachten. Van hun land was niks meer over, hun prachtige stad Jeruzalem lag in puin. Niemand wilde er meer wonen. Geen wonder dat de buurvolken stonden te lachen en het volk Israël stonden te bespotten.

In het boek Jesaja vinden we vandaag de reactie op de spotternij van de omringende volken. Jeruzalem zal niet langer een verlatene genoemd worden. Er is nog steeds een God die zich over Jeruzalem ontfermt, een God die voor de herbouw zorgt, die zorgt voor een heilig volk. Alle volken mogen dat horen, op de Tempelberg Sion verschijnt weer de Tempel en het volk, de stad en Tempel worden er naar genoemd, Sion. Maar het is en blijft dezelfde bijzondere Tempel van die bijzondere godsdienst. Geen beeld staat er in, maar het is het huis van de Liefde. Gerechtigheid gaat er van uit. Het is de Tempel van heb Uw naaste lief als Uzelf.

 

Zo mogen ook wij dus antwoorden op onze vraag waar onze God is, dat die meetrekt als wij de minsten op de aarde helpen, de slachtoffers van overstromingen en hongersnoden, de armsten in ons eigen land en in de wereld, als we huizen bouwen voor daklozen en boeren kansen geven eerlijke landbouwprodukten te bouwen en te verhandelen tegen een eerlijke beloning. Daar is onze God aanwezig die ons elke dag opnieuw op weg stuurt om voor zijn kinderen te zorgen, ook vandaag weer.

 

Maar waar zien we dat, we vragen nog altijd om tekenen en wonderen. En daar zelfs de moeder van Jezus om wonderen vroeg is dat ook niet heel erg vreemd.

 

Als we het opschrift van het verhaal dat we vandaag uit het Evangelie lazen noemen, “De bruiloft te Kana”, dan springen gelovigen en ongelovigen op en roepen “daar werd water in wijn veranderd”. Vanaf de vroegste tijden heeft dit verhaal diepe indruk gemaakt. Helaas om de verkeerde reden, want de verandering van water in wijn is helemaal niet de kern van het verhaal. Want als er een bruiloft is, wie gaan er dan trouwen? Daar heeft het verhaal het niet over. Het gaat ook helemaal niet over twee mensen die met elkaar trouwen. Het gaat over Jezus van Nazareth en zijn optreden en het verhaal is eigenlijk het slot van het verhaal dat Johannes verteld over de eerste optredens van Jezus van Nazaret, zijn doop in de Jordaan, de werving van volgelingen. En dan op de derde dag, dan is er die bruiloft. Die derde dag doet natuurlijk denken aan de dag van de opstanding. Omdat het aan het begin van het Evangelie staat, en niet aan het einde, zijn er veel geleerden geweest die andere verklaringen hebben gezocht. Maar de Bijbel rekent nu eenmaal niet met kalenders en agenda’s, de Bijbel is geen geschiedenisboek, dat vertelt over wat er gebeurt, wat onze geschiedenis veranderd en het optreden van Jezus van Nazareth heeft de geschiedenis ingrijpend veranderd.

Op het eind van het verhaal van Jezus van Nazareth wordt gezegd dat we de verklaring van alles wat er wordt verteld moeten zoeken in de Hebreeuwse Bijbel. En dat verhaal over dat eerste optreden van Jezus van Nazareth begint met een citaat uit de Hebreeuwse Bijbel.

Uit het Grieks vertaalt men het antwoord van Jezus van Nazareth op de mededeling dat er geen wijn meer is met “Mijn tijd is nog niet gekomen”, letterlijk staat er “uw zaak is mijn zaak niet” en dat is een zin uit een verhaal over een moeder en een zoon. De zoon was gestorven en de moeder spreekt daarover de profeet Elia aan, Elia geeft letterlijk hetzelfde antwoord als Jezus van Nazareth hier.

Maria zal dat begrepen hebben want ze gaat verder met een ander citaat uit de Hebreeuwse Bijbel als ze tegen de dienaren zegt : “doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is” Het zijn de woorden van de Farao als hij Jozef aanstelt als onderkoning van Egypte. In het verhaal van Elia wordt de zoon weer levend en in het verhaal van Jozef worden de Egyptenaren en de nakomelingen van Jacob gered van de hongersdood.
En de bruiloft? Op allerlei plaatsen in de Hebreeuwse Bijbel wordt het verbond tussen God en het volk Israël vergeleken met een bruiloft. Dit verhaal gaat dus over een feest ter ere van de Wet die het verbond bezegelde, heb uw naaste lief als uzelf. Het oude leven, het leven alleen voor jezelf en voor je eigen gewin en genot, moet worden afgewassen, daarvoor zijn de reinigingsvaten. Daar doorheen wordt je geleid als je gaat naar het land dat overvloeit van melk en honing het land Kana-an.

Op die manier leven is op zichzelf al een feest, een veel mooier feest dan het wereldse bruiloftsfeest waarop iedereen zich bedrinkt en vol laat lopen. Jezus van Nazareth is geen tovenaar die met een toverstokje boven vaten met water staat te zwaaien. Dat willen veel predikers en zogenaamde evangelisten de mensen graag laten geloven. Jezus van Nazareth gaat ons voor op de Weg van de God van Israël, door het water waar ons oude leven wordt afgewassen naar het nieuwe leven van breken van brood en delen van de beker met wijn, het leven na de opstanding uit de dood. Een leven dat we elke dag opnieuw mogen beginnen als we om ons heen kijken en ons leven in dienst stellen van de liefde voor de minsten in onze samenleving. Dat mag dus ook vandaag weer, daarmee maken we ook vandaag tot een feestdag.

Tekenen en wonderen hebben we dus genoeg om ons heen. Steeds weer als iemand getroost wordt, steeds als een hongerende gevoed, een naakte gekleed, een vreemdeling onthaal vindt dan is dat een wonder, een teken dat de liefde van onze God nog steeds werkt. Hoe wij daar zelf van profiteren is een vraag die open blijft, waar die wijn op de bruiloft vandaan komt blijft een vraag. Wat er met ons gebeurd blijft verborgen in de tijd, maar wat met de aarde gebeurd staat vast. De blinden zullen zien en de lammen zullen lopen. De zee, zelfs de middellandse zee zal haar doden teruggeven. Dan komt er een nieuwe aarde die zo mooi zal zijn dat God zelf er zal willen wonen. Dat die komt weten we zeker, we zien het elke dag in de ogen van de naaste die we liefhebben als onszelf, totdat hij komt.

Amen.

 

 

Read Full Post »

Lezen: Jesaja 60: 1-6

             Matteüs 2:1-12

Gemeente

We vieren vandaag een feest, het feest van de verschijning van de Heer, met een moeilijk woord Epifanie genoemd. Daarbij hoort het verhaal van de komst van de wijzen uit het Oosten, ook al in de traditie geworden tot een feest, het Driekoningenfeest, een feest dat uitloopt op een drama. Maar ook het Kerstfeest zal uitlopen op een drama, zijn wieg was een kribbe, zijn troon was een kruis, zongen we immers?

Bij het feest dat we vieren hoort ook de roep van Jesaja om te schitteren. Want wat een prachtige oproep klinkt ons hier tegemoet. Het is een oproep die vaak in het begin van januari wordt gelezen. Het zijn de volken, de Heidenen dus, die de schittering zien, die zich naar Jeruzalem, dat hier wordt aangesproken wenden, Koningen trekken op naar Jeruzalem zegt Jesaja.

Wie om zich heen kijkt in de wereld zal die mooie beeldspraak wel ongeloofwaardig vinden. Zoveel volken volgen toch niet de richtlijn van het gij zult niet doden, zoveel volken op de wereld laten zich toch niet iets gelegen liggen aan de vrede die de God van Israël belooft. Toch staat in dit gedeelte een sleutel voor de bevrijding van de armen die hier wordt geschilderd. Er staan nogal wat namen van volken in die bijdragen aan de bevrijding. Midjan en Efa leveren kamelen, Seba levert zelfs zeer veel kamelen beladen met wierook en goud. Kedar levert schapen en geiten, de rammen komen uit Nebajot en uit Tarsis komen de schepen die de vluchtelingen terug brengen. Bij Jesaja zijn dat dan de ballingen die uit ballingschap terug keren.

Maar wat hebben die wijzen dan te maken met het verhaal van het Oude Testament, de Tenach. Mooi dat Jesaja daar al over spreekt maar wij hebben het over wijzen uit het Oosten. Nu in Genesis 25 lezen we hoe Abraham op zijn sterfbed ligt. Hij stuurt de zes zonen die hij bij zijn vrouw Ketura kreeg, naar het oosten. Ketura betekent overigens wierook. Onder die zonen zijn Midjan en Joksan, en de kleinzonen Efa en Seba. Midjan en Efa worden samen met Seba genoemd in het gedeelte uit Jesaja dat we vanmorgen hoorden. Zij komen volgens Jesaja op kamelen en goud en wierook om de roemrijke daden van de Heer te verkondigen.

Als iedereen op de manier van de afstammelingen van Abraham meedoet kan de verwoeste stad inderdaad opnieuw schitteren. Volken die delen met hen die niets hebben en opnieuw hun samenleving moeten opbouwen. Vele volkeren waren betrokken bij de bevrijding van de zwarten in Zuid-Afrika waar blanken en zwarten gevangen zaten in het systeem van Apartheid. Nelson Mandela, die zo lang gevangen zat op het Robbeneiland, veranderde zijn samenleving geweldloos in een samenleving van iedereen gelijk. Na zijn pensionering schitterde hij nog lang als lid van het gezelschap van wijze oudere staatslieden die ons van raad kunnen voorzien. Hij was daar in gezelschap van onder meer Aartsbisschop Desmond Tutu en voormalige president van America Jimmy Carter. Ook wij zullen het samen moeten doen en daarmee is de oproep van Jesaja ook aan ons gericht. Ook wij kunnen delen en volken helpen hun samenleving in te richten volgens de richtlijnen die God aan het volk Israël in de woestijn had gegeven.

We kunnen beginnen internationale organisaties te ondersteunen bij hun werk. Wij kunnen onze politici aanspreken op hun verantwoordelijkheid en de noodzaak de onrechtvaardige tolmuren af te schaffen. Wij kunnen boodschappen doen bij Fair Trade en een begin maken met rechtvaardige handel. En waarom zouden we zelf niet opstaan en schitteren. Door te roepen om recht en door mensen tot hun recht te laten komen.

Een groot deel van de Christenheid viert het kerstfeest gelijk met het feest dat wij Drie Koningen noemen op 6 januari. Het verhaal dat we vanmorgen uit het Evangelie hebben gelezen is het kerstverhaal zoals Matteüs dat heeft opgeschreven. Toen Jezus was geboren in Bethlehem kwamen er  magiërs in Jeruzalem aan die de nieuwe Koning van de Joden zochten.  In de Rooms Katholieke Kerk spreekt men graag over drie Koningen, die heten dan ook nog Melchior, Caspar en Balthasar en zijn uiteindelijk begraven in de Dom van Keulen. Volgens de Protestantse geleerden, die het ook bij de vertaling gewonnen hebben, is het beter te spreken van “magiërs”, astrologen, hoeveel het er zijn blijft in het midden. De orde van deze magiërs werd al genoemd bij de profeet Daniël. Daar waren ze de Chaldeeën en dat volk herinnert ons aan Abraham die vertrok uit het Ur der Chaldeeën. Nu trekken de Chaldeeën zelf als nazaten van Abraham uit hun woonplaats naar het land dat zal schitteren.

De magiërs van Matteüs hadden een ster gezien waarvan de verschijning werd uitgelegd als een teken dat er een nieuwe koning in Israel was geboren. Ze volgden de ster niet. Maar ze gingen vanzelfsprekend naar het paleis van Herodes.

De magiërs moesten nog leren dat je voor een echte koning van Israel niet in een paleis moet zijn maar op de akker die de familie van Koning David bij de verdeling van het land onder Jozua had gekregen en elke 50 jaar weer terug zou moeten krijgen. Daar had ook ooit de profeet Micha op gewezen. Op die manier zouden de wetten van Israel, de richtlijnen uit de woestijn, zorgen voor bevrijding van de armen. Dat duidelijk maken was ook het doel van Matteüs. Toen de magiërs hun geschenken hadden gebracht in Bethlehem snapten ze wel dat ze niet bij die koning Herodes moesten zijn, dat er heel wat anders aan de hand was en ze gingen langs een andere weg terug.

Kunnen we nu uit de sterren de toekomst voorspellen? Welnee, daar gaat het verhaal toch niet over. Dat verhaal gaat over de droom van Israel dat Koning David, het huis van David, de opvolger van David dus, door de hele wereld erkend zou worden als de echte heerser van Israel. Toen Abraham was begraven hadden Ismaël en Izaak de zonen die Abraham bij de slavin Ketura had, haar naam betekent wierook, met geschenken naar het oosten gezonden, zie, nu kwamen uit het oosten haar nakomelingen met geschenken terug.  Herodes was niet langer de echte koning van Israel, de echte koning was geboren in Bethlehem zoals de profeten hadden voorzegd. In de diepste duisternis van de Romeinse bezetting, die naar eigen willekeur koningen op de troon van Israel had gezet, komt het bericht dat de hoop die profeten als Jesaja in het bangst van de ballingschap hadden uitgesproken vervuld zou worden. De bevrijding van de armen is eindelijk aangebroken. Toen Jezus was geboren in Bethlehem, toen begon het en vandaag de dag mogen wij er aan mee gaan doen. Dat is pas kerstfeest vieren en dat kan elke dag opnieuw.

Het verhaal van driekoningen gaat dus over twee Koningen, koning Herodes en Koning Jezus en de vraag is wie de ware Koning van Israël is, de Koning der Joden. Matteüs geeft op die vraag een heel verrassend antwoord, dat hebben we vanmorgen maar niet gelezen maar is toch belangrijk om te begrijpen wat ons wordt verteld. Die wijzen reizen via een andere weg terug naar hun land. We weten dan dat Jozef met zijn gezin vlucht naar Egypte. Jozef in Egypte, dat verhaal liep na verloop van tijd toch uit op een bevel van een Farao dat alle jongetjes geboren uit de Joden moesten worden gedood? Ook dit verhaal loopt uit op het bevel alle pasgeboren jongetjes te doden, nu in Bethlehem. Daarmee maakt Herodes zich tot Farao en wordt duidelijk wie de echte Koning is van de Joden waar heel de wereld op af zal komen. Jezus van Nazareth.

Daarmee zit ook hier het kruis al in de kroning van Jezus van Nazareth tot Koning van de wereld. Aan ons de vraag of wij zijn richtlijnen willen en kunnen volgen, de hongerigen voeden, de dorstigen laven, de gevangenen bezoeken, de naakten kleden. In de Bergrede zal deze Koning ons leren hoe hij zijn Koninkrijk zal zien. Aan ons om daar alvast de kostbaarheden voor te leveren, datgene wat ons uit Gods hand is toegevallen. Veel heil en zegen in het nieuwe jaar, om uit te delen tot dat hij komt.

Amen

 

Read Full Post »