Lezen: Exodus 22:21-27
Matteüs 5: 33-48
Gemeente,
Het meest herkenbare gedeelte van de lezingen van vanmorgen is ongetwijfeld het gedeelte uit het Evangelie naar Matteüs, het komt uit de Bergrede, het beroemde program van Jezus van Nazareth ter vervulling van de geboden uit het Oude Testament. En daarvan hebben we ook een stukje gelezen. Nu eens niet de beroemde 10 geboden, die kennen we wel en die worden te pas en te onpas gebruikt.
Je kunt van de regels in de Bijbel namelijk gemakkelijk algemeen geldende morele voorschriften maken. Vervolgens steek je je vinger op en wijst al die anderen aan die er zich niet aan gehouden zouden hebben. Je steekt dan vanzelf zeer voordelig af bij al die anderen. Zo wordt ook dit gedeelte uit de Bergrede, evenals de 10 geboden, maar al te vaak gebruikt. Ook worden de regels aangedragen als bewijs hoe slecht het met de wereld wel niet gaat. Maar daar zijn die regels dus ook niet voor bedoeld.
De regels zijn er voor bedoeld om het verkeer tussen mensen menselijker te maken. Over de wetten van het Oude Testament wordt wel gesproken als over de regels voor de menselijke samenleving. In die samenleving mag iedereen meedoen. In die samenleving gaan mensen zorgvuldig met elkaar om, daar geld dat je een ander niet doet wat je zelf niet wilt dat jou wordt aangedaan. Integendeel in die samenleving heb je de ander lief als jezelf. In die samenleving zijn mensen geen voorwerpen die dienen tot jouw genot, of jouw winst, of jouw aanzien, maar zijn alle mensen gelijk aan jou, heeft iedereen ook talenten die jij niet hebt en heb jij talenten waar andere mensen een heleboel aan kunnen hebben.
Het gedeelte dat we vandaag uit Exodus hebben gelezen begint niet voor niets met de vreemdelingen. Net als de weduwe en de wees laten ze zien hoe een samenleving in elkaar zit. Zij vormen wat we noemen de lakmoesproef. Dat is een proefje dat we vroeger met natuurkunde kregen. In een glas water konden we dan de zuurgraad meten, lakmoes had een neutrale kleur en kleurde rood bij een hoge zuurgraad en blauw als er juist geen zuur in zat maar zuur werd afgebroken. Vreemdelingen en weduwen en wezen mogen niet worden uitgebuit. Vreemdelingen horen dus hetzelfde loon te krijgen als de eigen arbeiders, in onze samenleving ontbreekt daar nog wel eens wat aan. Weduwen en wezen behoren net zo economisch onafhankelijk te zijn als gehuwden en kinderen met ouders, ook daar ontbreekt het nog wel eens aan.
En wie is er bang voor de autochtone buurman, voor de buurman die Rooms Katholiek is? Voor de buurman uit Oost-Groningen, Friesland of Zuid-Limburg. Die horen allemaal tot ons eigen volk. Waarom zouden we dan bang moeten zijn voor de Islamitische buurman, voor de buurman uit Turkije of Marokko, de buurman die gevlucht is uit zijn land vanwege onrecht, geweld en onderdrukking. En waar ik buurman zeg mag u ook buurvrouw horen.
Exodus waarschuwt ons om in vreemdelingen niet alleen handelspartners te zien, of goedkope arbeidskrachten, waar je niet voor hoeft te zorgen, je niet om hoeft te bekommeren. Als we geloven dat de God van Israël schepper van hemel en aarde is, de mens heeft gevormd uit bloedrode aarde en zelf de adem heeft ingeblazen zoals in Genesis staat, dan zullen we moeten geloven en laten zien dat alle mensen op aarde onze zusters en broeders zijn en dat we voor alle mensen op aarde hetzelfde recht, dezelfde gerechtigheid, dezelfde welvaart en veiligheid verlangen als voor onszelf.
Je mag daarom dus ook best schrikken van de kwade gedachten die je soms overvallen, voor je het weet sta je slechte grappen te maken waarin andere mensen als voorwerpen worden beschouwd en ga je de samenleving indelen in mensen en voorwerpen die jou moeten dienen. Als die voorwerpen daar niet van gediend zijn dan moeten ze maar weg, terug naar hun eigen land of stilletjes achter het fornuis.
Over wetten en recht zijn verschillende opvattingen. Wij kennen het Romeinse recht zoals dat door Napoleon is ingevoerd. De regels uit dat recht behoren zo helder te zijn dat iedereen ze moet kennen. Die regels gelden onder alle omstandigheden voor iedereen altijd gelijk. In de praktijk verschillen omstandigheden en zijn mensen niet gelijk. Welke rechtsregel in redelijkheid moet worden toegepast is dus een zaak van discussie. Die discussies worden beslecht door rechters en de uitspraken van die rechters vormen een eindeloze stroom van jurisprudentie waarin leken geen weg weten.
Deze rechtsopvatting had uiteindelijk ook haar ingang gevonden in het volk Israël. Daar waren het de Farizeeën die opriepen weer te gaan leven naar het Woord van de God van Israël en je af te sluiten van alles wat met dat Woord niet te maken had. Schriftgeleerden kenden niet alleen de oorspronkelijke regels maar ook de eindeloze uitleg over de toepassing er van op verschillende omstandigheden en verschillende mensen.
Verdwenen was het slot van de Wetten, dat was het beloofde land, het land dat overvloeit van melk en honing. Het volk moet daarheen op weg. Het Woord dat hen op weg stuurt, in het Hebreeuws de Dabar, is het Woord waarmee de God van Israël Israël tot een volk maakt bij de Horeb. Geen verstarring dus door het recht maar beweging, beweging naar een betere wereld toe.
Jezus van Nazareth breekt met de rechtsopvatting die tot verstarring leidt, die de zorg, de liefde voor elkaar dood in plaats van voedt.. Niet de rechtsregels staan centraal maar de mensen waarvoor die regels gerechtigheid moeten brengen. De mens is er niet voor het recht maar het recht is voor de mens. Exodus is het boek van de bevrijding uit de slavernij. In de 10 geboden begint de God van Israël zich voor te stellen als de God die het volk bevrijd heeft uit de slavernij van de dood, uit de slavernij in het land Egypte. De regels die de mensen zijn gegeven voor de menselijke samenleving zijn de regels die uit liefde voor de mensen zijn gegeven. Daarom kan Jezus van Nazareth zeggen dat je geen punt en geen komma aan die regels mag afdoen. Maar dat die regels vervult moeten worden, als iedereen zich aan die regels houdt zoals God die gegeven heeft dan heerst de Liefde op aarde, dan wordt zichtbaar waarom die regels zijn zoals ze zijn, om mensen te bevrijden van de dood.
De Liefde tot je naaste en de Liefde van God tot de mensen wordt niet voor niets zo vaak vergeleken met een huwelijk. Regels voor een gelukkig huwelijk zijn immers niet te geven, de regel is dat twee mensen van elkaar moeten houden, de liefde tussen hen moeten laten regeren. In een huwelijk is er sprake van onvoorwaardelijke liefde, die liefde zoekt zich zelf niet, zingt Paulus in zijn beroemde lied over de Liefde in de eerste brief aan de gemeente in Korinthe, hoofdstuk 13, die liefde is er voor de ander.
Dat liefde de sleutel is voor het uitleggen en toepassen van de rechtsregels blijkt uit de manier waarop Jezus van Nazareth de regels uit de Hebreeuwse Bijbel uitlegt. Als je een eed aflegd is het of je God laat spreken. Als je een taak op je neemt en moet beloven die taak eerlijk te vervullen mag je daar best de hulp van God bij inroepen, zo waarlijk helpe mij God.
Maar je moet God niet te hulp roepen als je wil aantonen de waarheid te spreken. Die waarheid is van jezelf. Het gaat niet aan om soms wel de waarheid te spreken en soms niet. Dat maakt je onbetrouwbaar, dan kun je ook God nog aanvoeren als getuige van je leugens. Het gaat dus in dit gedeelte om wat jezelf denkt en doet, hoe je zelf met mensen omgaat. En op dat omgaan met mensen mag je anderen aanspreken door ze tot voorbeeld te zijn. Dat mogen we gelukkig elke dag opnieuw proberen, ook vandaag weer.
We weten natuurlijk wel dat de wereld er beter uit zou zien als we allemaal eerst om de ander zouden denken en dan pas om onszelf, als we een mijl extra willen gaan om een ander te helpen de vrede te bewaren. Juist als je geslagen wordt nog proberen om vrede te stichten. Dat laatste is veel moeilijker dan oorlog te maken, of onrecht voort te laten duren. Veel slachtoffers van zinloos geweld worden juist slachtoffer omdat ze vrede willen stichten of onrechtvaardige vernielingen willen stoppen.
En al die hebzuchtige mensen? Jezus van Nazareth geeft het recept om hebzuchtigen te ontmaskeren, als iemand zo ver wil gaan dat er een proces moet komen om zelfs je onderkleed af te pakken, geef dan ook je bovenkleed en ga naakt verder. Dat iemand zo hebzuchtig is dat geen zee te hoog gaat om te willen bezitten moet dan maar duidelijk worden.
Omgekeerd is het natuurlijk zo dat als iemand je vraagt om te delen dan wijs je die niet af, zeker niet als die iemand bereid is het terug te betalen en dus alleen een lening wil sluiten. Maar bedenk dat iemand leren vissen beter is dan dagelijks een vis geven. Moet je dus voortdurend maar over je heen laten lopen? Als het gaat om je relatie, geweld tegen jou, of tegen hen die je zijn toevertrouwd, tegen je bezit en je rechten, telt er dan niks meer? Natuurlijk niet, maar het goede is niet altijd het gelijk krijgen. En om het goede gaat het, het goede nastreven en niets dan het goede was immers waar we mee bezig moeten zijn. Nergens staat dat we moeten zwijgen over dat wat ons wordt aangedaan. We willen alleen hetzelfde niet ook aan anderen aandoen, we willen zelfs voorkomen dat het ook hen wordt aangedaan. Dat is een hele nieuwe manier van leven.
Dat is zo’n nieuwe manier van leven dat we er de hele aarde mee kunnen veranderen. De Bijbel laat ons zien dat als alle volken de Wetten van de Liefde zouden volgen er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen komen. Profeten hebben daar prachtige visioenen over, dan zullen het lam en de leeuw samen weiden, dan zal een kind spelen in het hol van de slang, dan zullen er geen kinderen meer voor hun tijd sterven.
In het boek Openbaring worden die visioenen nog mooier, dan zal de dood niet meer heersen en de zee geeft haar doden terug. Uiteindelijk zal die aarde van ons zo mooi worden dat God zelf zijn tenten op onze aarde zal wil spannen. Dat is ons vooruitzicht.
Wie om zich heenkijkt ziet dat we daar nog lang niet zijn, die ziet dat macht en aanzien, rijkdom en hebzucht, winst en profijt nog eerder de aarde regeren dan de Liefde. Maar die nieuwe aarde begint bij ons, begint bij die nieuwe manier van leven waartoe Johannes de Doper al opriep en die werd uitgewerkt en vervuld door Jezus van Nazareth. Wij mogen in die beweging meegaan, dat is de genade die God ons schenkt, niet de dood zoals die in de wereld heerst heeft het laatste woord, maar het leven zoals dat door God aan ons is gegeven. Zo gaan we op naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, niet dralen, het werk wacht, vat dan aan.
Amen