Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for juni, 2011

Lezen: Jesaja 29:1-14

Matteüs: 10: 34-42

 

Gemeente,

U bent er allemaal nog. Moeten we daar blij om zijn? In Amerika was er een dominee die voorspelde dat alle gelovigen nu in de Hemel zouden zijn, bij God, bij Jezus Christus. En dat is niet gebeurd. Toen waren wij gelovigen dus niet in de hemel maar het lachertje. Belachelijk dat geloven in de Bijbel, belachelijk al die verhalen over het einde van de geschiedenis en een wereld waar de tranen gedroogd zullen zijn en geen dood meer zal zijn. Die wereld zou dan ook nog alleen voor de brave Christenen zijn, voor die Roomse Priesters die kinderen misbruiken, voor die vrome voorgangers die ontrouw en homosexualiteit veroordelen maar ondertussen zelf de een na de andere vrouw verslijten en stiekume afspraken maken met mannen.  Je zou je bijna schamen om bij die groep gelovigen te horen en soms moet je uitleggen dat die dominee in Amerika en die priesters en die rare voorgangers zelf bij kleine minderheden horen die we graag zouden uitsluiten van onze eigen gemeenschap. Omdat een medewerker van kinderdagverblijven in Amsterdam die zich vergreep aan kinderen uit Letland kwam gaan we toch ook niet alle Letten als misbruikers bestempelen. We hebben het over valse profeten vanmorgen. Dat is niet een modern 21ste eeuws verschijnsel maar dat kwam in alle eeuwen voor. Het oude Testament kent vele verhalen over valse profeten en ook in het nieuwe testament komen de Apostelen met regelmaat valse profeten tegen als zij het evangelie verkondigen tot aan de einden der aarde. Valse profeten hebben in de loop van de eeuwen het aanzien van de kerk en van de God van Israël veel kwaad gedaan. In het oude Testament is er zelfs wel eens sprake van valse profeten die hun valse boodschap brachten op last van God om mensen op de proef te stellen. Luisteren we graag naar wat we willen horen of blijven we vertrouwen op de beloften van de God van Israël ook al zien of horen we die God niet zo vaak als we willen. Willen we graag een bewijs dat we horen bij de uitverkorenen of blijven we er op vertrouwen dat de God van Israël ooit een eind aan de geschiedenis zal maken maar dat nooit iemand van tevoren zal weten wanneer dat zal gebeuren.

Maar wat is een profeet. Jeremia heeft het over profeten en waarzeggers. Dat zijn dus twee verschillende beroepen. Met waarzeggers zijn we snel klaar. Die zeggen voor waar wat zij in de toekomst zien, maar zij spreken niet namens God. Een profeet spreekt de waarheid, onthult de waarheid, houdt de waarheid aan mensen voor. Profeten kennen we uit de Hebreeuwse Bijbel, het oude testament, maar profeten kennen we ook uit de eerste Christelijke gemeenten. Het is niet eenvoudig om een profeet te duiden. Er zijn nogal wat verschillende profeten in de Bijbel. Eén eigenschap heeft profeten een slechte naam bezorgd. Dat is dat profeten waarschuwen voor de afloop van een maatschappelijk proces. Als koningen verkeerde bondgenootschappen sluiten, leveren ze zich uit aan vijanden die machtiger zijn, soms wordt gewaarschuwd dat ze in de steek zullen worden gelaten door hun bondgenoten. Eigenlijk is er volgens profeten maar één betrouwbare bondgenoot en dat is de God van Israël. Bij profeten gaat het dan ook eigenlijk nooit over de toekomst maar over het heden, dat heden kan er prachtig uitzien maar als je de God van Israël in de steek laat dan loopt het slecht af. Volken die het volk van de God van Israël te na komen gaan er aan ten onder. De slechte naam hebben profeten gekregen omdat uitleggers van hun profetie meer nadruk gingen leggen op wat ze over de toekomst hebben gezegd dan over de gevolgen die dat voor het heden zou moeten hebben. We worden daarvoor gewaarschuwd in het boek over de profeet Jona. Die kreeg zelfs ruzie met God omdat zijn zogenaamde profetie over Nineve niet uitkwam. Nineve, belangrijke stad in de ballingschap verging helemaal niet, de mensen in de stad hadden de profetie begrepen en zich bekeerd. Daarom kennen we twee soorten valse profeten, zij die een mooiere afloop voorspellen dan op grond van het heden mag worden aangenomen, zij houden de mensen voor dat er niks hoeft te veranderen en profeten die het slechte heden proberen goed te praten, de armen hebben de armoede aan zichzelf te wijten, mensen die chronisch ziek zijn zijn zelf verantwoordelijk voor de zorg die ze willen hebben. Jeremia waarschuwt  ons voor die valse profeten. Vanmorgen hebben we gehoord over de brief die Jeremia stuurde aan de ballingen in Babel. Babel was de machtigste staat op het moment dat Jeremia schrijft. En Babel had het handig ingericht. De politieke en religieuze leiders van elk land werden naar Babel overgebracht en mochten vrij wonen onder de ogen van de Koning. Als er verzet zou worden georganiseerd dan was dat vrij snel duidelijk. Jeremia doorzag dat. Natuurlijk zouden er oproepen komen om verzet te gaan plegen tegen de koning van Babel. Maar uiteindelijk zou het daardoor alleen maar langer gaan duren voor de ballingen terug zouden keren naar Israel. En dat die ballingen terug zouden keren stond voor Jeremia vast. Het zou misschien wel 70 jaar kunnen duren maar terugkeren zouden ze. Nu klinkt 70 jaar als een te overziene periode. Maar kijk eens om U heen, wie van ons is er nog over 70 jaar? Dat was ook zo voor de mensen aan wie Jeremia zijn brief schreef. Er was een profeet geweest, Chananja, die had voorspeld dat ze na een paar jaar al naar huis zouden kunnen, maar die Chananja had ook al voorspeld dat Jeruzalem nooit zou vallen en dat aanbidden van vreemde goden ook wel mocht als die mensen in Babel dat zo graag zouden willen. Jeremia waarschuwde de ballingen er voor geen acht te slaan op de valse profeten, het kon wel een generatie, of misschien zelfs wel twee generaties duren voordat de ballingschap voorbij zou zijn. Ook aan de ballingen de vraag, ga je achterover leunen in het geloof dat het wel snel voorbij zou zijn of ga je de uitdaging aan om te werken aan recht en gerechtigheid, je houdend aan de geboden zonder dat je weet tot wanneer je het moet uithouden, ja zelfs in de overtuiging dat je het resultaat van je geloofsijver nooit zult zien. Uiteindelijk kunnen we de genade van onze God nooit verdienen maar brengt het geloof nu eenmaal mee dat we werken aan een wereld van vrede en recht.  Daarom was het advies van Jeremia om te zorgen dat ze vruchtbaar werden. Grote gezinnen vormen, gelukkige huwelijken, groene akkers en tuinen. Kortom een overvloed van eten en drinken dat je kunt delen met de armsten in de stad. Vruchtbaar in het licht van de God van Israël is altijd dat je van betekenis wordt voor de zwaksten in de samenleving die dankzij jou kunnen overleven. Dat maakt je op de duur natuurlijk wel populair. Een koning die na verloop van tijd komt en niet zo heel zeker is van de troon zal je graag laten vertrekken. In de geschiedenis is de discussie over het veranderen van de samenleving van binnenuit of van buitenaf wel meer gevoerd. Als de meerderheid van de bevolking uitgesloten is van deelname aan de macht blijft er soms niet veel anders over dan verzet te plegen. Maar als je wel mee mag doen is een lange mars door de instituties ook wel aantrekkelijk. In de jaren 60 werd dat in Duitsland gepresenteerd als het alternatief voor de gewelddadige acties van de Rote Armee Fraction. Actief bezig zijn met de politiek. Voortdurend blijven roepen om recht en gerechtigheid, voor onze eigen armen maar ook voor de armen veraf, roepen om eerlijke handelsverhoudingen, tegen het dumpen van giftig afval in arme landen, voor het als gewone mensen beschouwen van vreemdelingen die ons land binnenkomen. In de afgelopen decennia hebben wij geleerd dat het roepen nodig blijft, daar kun je nooit mee ophouden. Samen met Kerk in Actie, samen met de synode en de raad van kerken, samen met al die mensen die bezig zijn met het werken aan het Koninkrijk van God. Wij kunnen deze week beginnen met de oproep van Jeremia, bouw ook in deze koude egoïstische samenleving groene eilanden van eerlijk delen en rechtvaardigheid.  Maar we leven weer in een tijd van tegenstellingen, van verguizen en belachelijk maken van mensen die zich onvoorwaardelijk willen inzetten voor hun naaste. Polarisatie heet dat. Polarisatie, dat is het duidelijk stellen van tegenstellingen, was een aantal decennia geleden populair, maar het werd even hard veroordeeld als aangehangen. Het lijkt er op dat in het verhaal uit het nieuwe testament ook Jezus van Nazareth aan bewuste polarisatie doet. We zien Jezus van Nazareth altijd als de grote vredebrenger. “Vrede op aarde en in mensen een welbehagen”, daarmee begint toch voor veel mensen het leven van Jezus van Nazareth. En zij herinneren zijn uitspraak dat allen die het zwaard zullen opnemen door het zwaard zullen vergaan. En hij sprak de vredestichters zalig. Toch begint de Bijbelpassage van vandaag met de belijdenis dat Jezus van Nazareth niet is gekomen om vrede te brengen maar het zwaard. Met de bekentenis dat hij een wig drijft tussen mensen en dat hij waarschuwt dat je eigen huisgenoten de vijanden van de mensen zijn. Een ieder wordt hier op eigen verantwoordelijkheid aangesproken. Niet de familiebanden bepalen of je bij het Koninkrijk hoort, niet of je goed voor je eigen familie zorgt of gehoorzaam bent aan je familie maar of je de Weg gaat van Jezus van Nazareth. De profeet en de rechtvaardige worden geringe mensen genoemd, maar als je ze een beker water geeft, alleen een beker koel water, dan pas hoor je er bij en zul je beloond worden. Dat is het goede nieuws. Het hangt niet en nooit niet van anderen af. Wat de mensen er ook van mogen zeggen, zorgen voor de minsten in de samenleving staat altijd, onder alle omstandigheden voorop. Moet je dan ruzie maken met je familie? Kan er alleen maar oorlog zijn met de mensen die je het meest na staan? Komt hier de aversie tegen schoonmoeders in veel moppen vandaan? Nee zeker niet. Maar veel jonge vrouwen doen zoals ze denken dat hun schoonmoeder wil dat ze doen. Ze verliezen zichzelf daarbij vaak. Als hun schoonmoeder een keer op visite komt verandert de zelfbewuste jonge huisvrouw in een zenuwachtig wrak. Pas als iemand daar een keer met de schoonmoeder over begint blijkt dat die zich nergens van bewust is en zelfs de eigen persoon, de eigen gewoonten en oplossingen van de schoondochter zou willen zien. Zo gaat het ook vaak tussen vaders en zonen en tussen moeders en dochters. En als het over opvattingen en geloofszaken gaat kan het nog erger. Dan slaan vaders, vooral oudere vaders, maar ook vaak moeders, hun kinderen dood met bijbelteksten, dan wordt er niet meer geluisterd. En juist bijbelteksten in het Nederlands geciteerd uit een vertaling die door mensen werd gemaakt kunnen zo gemakkelijk uit hun verband gerukt zijn en zo gemakkelijk een anti-bijbelse opvatting weergeven. Kinderen horen daartegen in opstand te komen, zij horen te eisen dat er een werkelijk gesprek over opvattingen en geloofszaken mogelijk is. Wij zijn namelijk niet geroepen tot harmonie maar tot vrede. Abraham trok bij zijn familie vandaan, de profeten van Israël gingen bewust de discussie aan met Koningen en religieuze leiders, Jezus van Nazareth noemde de religieuze leiders van zijn tijd witgepleisterde graven. Ter wille van de liefde moet je soms haten en ter wille van de vrede conflicten aan gaan. Met elkaar in discussie gaan, naar elkaar luisteren en elkaar de ruimte geven betekent dat je samen sterker wordt. En dat is ook het goede nieuws waar de leerlingen mee op pad zijn gestuurd, dat er voor iedereen plaats is in het Koninkrijk van Jezus van Nazareth, als men wil delen, als men voor de minsten op de wereld een beker koel water over heeft. We horen zo vaak dat we moeten veranderen dat we moeten worden hoe een ander ons wil zien. Dat we moeten geloven hoe een ander geloofd. Jezus van Nazareth vraagt dat niet van ons. Hij wijst er op dat als we hem hebben ontvangen, als we de minste een glas water hebben gegeven, we God hebben ontvangen. Dat volgen van die geboden brengt elk van ons op andere wegen. De een staat voor z’n werk te zingen in de regen in een moddersloot en laat daarmee de dankbaarheid zien aan God voor de talenten die hij gekregen heeft, de ander weet mensen tot aan de verste hoeken van de aarde te bemoedigen om over het verhaal van Jezus van Nazareth te blijven praten in termen van recht en gerechtigheid. Juist de valse profeten weten precies wat God van elk van ons wil. Zetten ons daarmee tegen elkaar op. Maar als we belijden dat jezus van Nazareth zal komen om te oordelen de levenden en de doden, zoals de geloofsbelijdenis zegt, dan belijden we ook dat het oordeel niet aan mensen is. Wat ons rest is de verkondiging dat we het goede moeten doen en niet dan het goede, dat we een ander niet moeten doen wat wij niet willen dat ons aangedaan wordt, maar dat we de ander moeten liefhebben als onszelf. En als we erkennen dat we allemaal verschillend zijn zal het goede voor de een iets anders blijken te zijn dan voor de ander. Maar als we dat herkennen dan kunnen we ook een sterkere gemeenschap vormen, in die zeer verschillende gemeenschap immers is voor alle mensen in de omgeving van onze gemeenschap iets goeds te vinden. Het lichaam met de vele leden heeft handen om te delen, voeten om te gaan, ogen om te zien en oren om te horen, dat hebben we omdat het hoofd de Christus zelf is, de bevrijder van God gezonden. Een afgevaardigde van God is. En als we zijn gebod tot zending opvolgen, samen als gemeenschap, elk voor zich zoals ons dat gegeven is, dan zijn we zelf afgevaardigden van God, dan is ons de Pinksterbelofte  dat we bekleed zullen worden met kracht van de allerhoogste. Daar mogen we elke dag op vertrouwen, dat mogen we elke dag beleven. We weten hoe de wereld er uit zou kunnen zien, een wereld waar de tranen gedroogd zijn, waar de dood niet meer heerst, waar God zelf zijn tenten op aarde zal spannen zoals in de Openbaring gezegd wordt. Als we om ons heen kijken weten we dat die aarde er nog niet is. Op het eind van het evangelie naar Matteüs zend Jezus zijn leerlingen uit met de belofte dat hij bij hen zal zijn tot de aarde voltooid zal zijn. Wij lazen vroeger dat er stond tot aan de voleinding der aarde, maar dat is geen goede vertaling uit het Grieks, daar staat iets dat beter vertaald is met totdat het voltooid zal zijn. De Schepping is nog niet af, als God naar de aarde kijkt dan is het beeld nog niet dat het goed is. Voordat het goed is zullen we scheiding moeten maken tussen wat goed is en wat kwaad is. Het kwade moet bestreden worden door het goede. Dat is wat Jeremia aan de ballingen schreef, het is wat Jezus van Nazareth aan zijn leerlingen voorhoudt, dat is het vervullen van de Wet, heb God lief boven alles en Uw naaste als Uzelf, aan die geboden hangt de hele wet en die twee zijn onafscheidelijk. Daar mogen we ons dus mee bezig houden, of mensen dat nu belachelijk vinden of niet. En denk er om, dat vervullen van de Wet, het navolgen van Jezus van Nazareth is niet vrijblijvend. Zelf spreekt hij over je kruis opnemen achter hem aan. In zijn tijd kon dat de letterlijke consequentie zijn van het opkomen voor de armen, voor het in je midden opnemen van slaven en ontsnapte gevangenen. In onze dagen betekent het soms tegen beter weten in ons aansluiten bij bewegingen die de wereld verder brengen op de Weg van Jezus van Nazareth. Wij weten niet wanneer de aarde voltooid zal zijn, wij weten alleen dat het nu nog niet is. Wij weten niet hoe anderen moeten geloven, wij weten alleen dat we aan de vruchten de boom herkennen, dat het gaat om de zwaksten onder ons, de armen dichtbij en veraf en de mensen die nog angst voor de dood hebben en zich door die angst laten manipuleren en daarmee de liefde vergeten. Het zijn ook gevangenen waarvan uitdrukkelijk gezegd wordt dat we ze moeten bezoeken, dat doen we door het justitie pastoraat te steunen maar vanmorgen ook door de ex gevangenen te gedenken die door Exodus overal in het land worden opgevangen, wij kunnen vanmorgen ook onze gemeenschap voor hen openzetten. Wij mogen opstaan en aan het werk gaan, niet om er zelf beter van te worden, maar ter ere van de God die hemel en aarde geschapen heeft en nooit laat varen het werk dat hij uit liefde voor de mensen is begonnen.

Amen

 

Advertentie

Read Full Post »

Lezen: Exodus 34:4-9

           Matteüs 28: 16-20

Wie op Hemelvaartsdag hier in de ochtenddienst was en nu de lezing uit het evangelie naar Mattëus hoort denkt dat ik gewoon doorga waar ik toen gebleven was. Maar zo is het niet.  We lazen toen uit Lucas en Lucas nam ons in zijn Evangelie mee naar Bettanië en in de Handelingen naar de Olijfberg. Vandaag we vieren het feest van de drie-eenheid en dat is een feest na het feest van Pinksteren waar we de uitstorting van de Heilige Geest hebben gevierd. Daarvoor neemt Matteüs ons mee naar de berg waar ook de Bergrede werd uitgesproken. En zo hebben we dan Vader, Zoon en Heilige Geest. In hun namen dopen we, zoals in Matteüs wordt opgedragen,  en het wordt dus hoog tijd om de roep van Israël opnieuw in gedachten te brengen : Hoor Israël, de Eeuwige is God en de Eeuwige is één. Het is de absolute grondgedachte van het Joodse geloof en daarmee ook van het Christelijk geloof. Het drukt de ontzagwekkende grootheid van God uit. Maar voor Christenen als wij is die God van Israël een drie-enig God. Op die Berg kreeg Jezus aan het begin van zijn optreden alle landen en alle volken te zien, de mensen hadden zich verspreid over de aarde. Hij kreeg de macht aangeboden over alle volken maar die wees hij af. Nu is hij bekleed met alle macht in hemel en op aarde en kan hij zijn volgelingen opdragen zijn boodschap naar de uiteinden der wereld te brengen. Met Pinksteren hebben we gehoord dat iedereen die boodschap kan verstaan, elk in zijn eigen taal. Niet een volk op een kluitje in een stad die zich niet verspreiden laat, maar een mensheid  die de aarde bewoont en in alle verscheidenheid elkaar als broeders en zusters weet te herkennen. Maar de drie-eenheid is in de geschiedenis vaak een omstreden begrip geweest. Als je Jehova getuigen aan de deur krijgt loop je de kans dat ze je willen overtuigen van de onzin van de drie-eenheid, 1+1+1=3 en niet 1. Over kerkvader Augustinus gaat zelfs een anekdote die verband houdt met de drie-eenheid, hij liep eens te piekeren op het strand over de vraag hoe dit leerstuk nu goed onder woorden te brengen toen hij een klein jongetje zag dat water uit de zee in een kuiltje stond te scheppen. Toen hij aan het jongetje vroeg wat die aan het doen was antwoordde die dat hij de zee leeg wilde scheppen in zijn kuiltje. Maar dat kan niet zei Augustinus, nou zei het jongetje u probeert toch ook het geheim van de drie-eenheid in uw kleine hersenpan te krijgen? Toen snapte Augustinus dat het geheim van de drie-eenheid ondoorgrondelijk is staat er dan in het verhaal. En dan houden theologen vaak op om er verder over te praten, je moet het maar geloven. Maar dan maken we ons er te gemakkelijk van af. Want dat God zich op meerdere manieren aan ons kan openbaren is uitermate Bijbels en voor de eenheid van de gemeente tamelijk nuttig, we hoeven de manier waarop wij God ontmoeten niet aan een ander op te leggen. Augustinus had een andere kerkvader als leraar, Tertulianus en voor die kerkvader was de drie-eenheid heel wat eenvoudiger. Hij gebruikte een beeld waarvan ik denk dat het ook hier in Julianadorp wel begrepen zal worden. Net als in Noord-Afrika waar Tertulianus vandaan kwam heeft men hier nog weet van bloemen en planten. Tertulianus wees er op dat we een bloeiende plant in zijn geheel bij haar naam noemen. Maar we noemen ook de bloem alleen bij dezelfde naam, ook de wortels noemen we bij die naam, zo ook de stengel met de bladeren, van sommige planten zelfs alleen de bladeren. Toch vormen die allemaal een eenheid. Ze verschijnen allemaal op een eigen manier, hebben een eigen functie maar vormen desondanks een eenheid. Bij planten is 1 wortel + 1 stengel + 1 bloem wel degelijk 1 plant. En hier in de omgeving heb ik geleerd dat als je het hebt over een tulp, je de bol kunt bedoelen, het loof kunt bedoelen , de bloem kunt bedoelen of het geheel kunt bedoelen, dat geldt ook voor de narcis, de hyacint of het sneeuwklokje. Waarom dan niet voor de God van Israël? Juist  het idee van de drie-eenheid kan ons behoeden voor het losknippen van één van de drie zoals in de kerkgeschiedenis vaak is geprobeerd. God de Vader, schepper van hemel en aarde werd losgeknipt van God de Zoon die dan als de werkelijke God werd gezien, de scheppende God had zijn werk niet goed gedaan en was dus niet de echte God die mensen kon bevrijden, en in onze dagen lijkt het er soms op dat God de Geest losgeknipt wordt van de Vader en de Zoon omdat die te hoge eisen stellen aan ons geloof. De Geest moet dan voldoende zijn. Zo zijn er ook mensen die Jezus van Nazareth los knippen van God en van de Heilige Geest. Jezus van Nazareth is dan alleen maar mens en niet meer God die laat zien hoe een mens naar zijn beeld en gelijkenis er eigenlijk uit zou moeten zien, eigenlijk bedoeld is. Jezus is dan een goed mens zoals er veel goede mensen zijn geweest, een voorbeeld zoals er veel voorbeelden zijn geweest. Het heeft enkele eeuwen geduurd voordat de Kerk onder worden had gebracht dat de Vader en de Zoon een in wezen zijn, de ene God zijn waarvan al in het Oude Testament, de Hebreeuwse Bijbel werd getuigd, maar dat Jezus van Nazareth tegelijk waarachtig God en waarachtig mens was. Toen men dat onder woorden had gebracht was de vraag waar nu die Heilige Geest vandaan komt, vorige week vierden we dat nog. Enkele 10 tallen jaren waren nog nodig voordat men  onder worden had gebracht dat de Geest uitgaat van de Vader en de Zoon en zo staat het sinds eeuwen in de geloofsbelijdenis van Nicea, die met de persoon van de Heilige Geest werd aangevuld op de synode van Calcedon. Die geloofsbelijdenis van Nicea wordt door de Kerk tot haar belijdenis  gerekend. Dat is bij de vorming van de Protestantse Kerk Nederland opnieuw zo in de orde van de Kerk gezet. Maar wat heeft die kerkgeschiedenis en die ingewikkelde discussie nu met ons vandaag te maken? De wetenschap heeft ons geleerd dat de aarde op een heel andere manier gemaakt is dan in het lied van de Schepping uit Genesis 1 staat. Dat we vanuit en met de Heilige Geest moeten proberen ons leven in te richten ligt ook voor de hand en dat we daarbij de mens Jezus van Nazareth als ons voorbeeld mogen kiezen is toch ook niet verkeerd. Maar losknippen van elkaar kan niet. Zoals de afzonderlijke tonen in een akkoord op het orgel nooit het akkoord zelf kunnen laten weerklinken kunnen we over God nooit spreken zonder het over Vader, Zoon en Heilige Geest te hebben. Dat onze God een drie-enig God is zegt ook dat onze God alle verstand te boven gaat, dat we van onze God als mensen geen voorstelling kunnen maken, zegt ook iets over de ontzagwekkende grootheid van onze God die ons tegelijkertijd zo nabij wil zijn. Wie het Oude Testament kent weet dat we God in de eerste plaats aan eigenschappen kennen. De lezing van vanmorgen uit Exodus brengt ons dat nog eens onder de aandacht. Mozes kent zijn God als liefdevol en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, maar ook als een rechtvaardig God die misdaden niet ongestraft laat, de gevolgen van misdaden kun je soms terugvinden tot in het derde en vierde geslacht, maar misdaden die zijn bestraft en vergeven komen de kinderen tot in het duizendste geslacht ten goede. Maar we weten ook uit het Oude Testament dat de God van Israël zich op verschillende manieren laat zien. Het gedeelte dat we vanmorgen lazen komt uit het verhaal over de sluiting van het verbond bij de Horeb. God had zich daar laten zien in storm en donder en bliksem op de top van de Berg, het volk was daar zo bang van geworden dat zij Mozes hadden gevraagd namens hen de berg op te gaan om de geboden van God te ontvangen. Mozes ontmoette daar een God die er heel anders uitzag, een stralende God, die straalde zo dat Mozes zijn eigen gezicht moest verbergen omdat die ook zo straalde dat het de mensen vlak bij hem verblindde. Het is het hoogtepunt uit het verhaal over de tocht door de woestijn. Daar had het volk de God van Israël gezien als een wolkkolom overdag en een vuurkolom in de nacht, heel andere soorten God als het ware. En als de profeet Elia vraagt om de Heer te mogen zien dan is God niet in de storm, maar in het zacht suizen van de wind.  Toch zijn al die verschillende vormen waarin God zich openbaarde uitdrukkelijk één en dezelfde God. Het leert ons ook dat God zich openbaart op de manier die mensen nodig hebben. Zo zal de God voor slaven een andere betekenis hebben dan voor rijken, slaven vragen een bevrijder, rijken vragen om een meedeler, een voorbeeld van hoe te delen van hun overvloed. Zo is God tegenwoordig ook anders voor vrouwen dan voor mannen, vrouwen hebben immers ook weet van de pijn die het kost om leven te schenken en hoeveel zorg het behoud van het leven met zich mee kan brengen, mannen zijn gewend om God te beschouwen als een van hen, een sterke en machtige God die de zwakken beschermt. En nog steeds hebben we het over dezelfde drie-enige God van Israël. Maar wij beschrijven de God van Israël ook graag met menselijke termen. In het Oude Testament is daar een begin mee gemaakt. God wordt daar ook gezien als een herder, die waakt over de kudde. God schrijft de namen van zijn kinderen in de palm van zijn hand is een prachtige uitdrukking uit de Psalmen, alsof de God van Israël handen en vingers heeft als een gewoon mens. We mogen van de Bijbel op die manier over God blijven spreken als we maar beseffen dat we dan spreken als dichters en dromers die eigenschappen van God onder worden proberen te brengen zoals Mozes dat deed toen hij de stenen platen kreeg. En God heeft het ook gemakkelijk gemaakt over God te spreken als over een mens door zijn Zoon Jezus van Nazareth te zenden. Ook die benadrukte zijn eigenschappen als de weg, de waarheid en het leven, het licht van de wereld, bron van levend water. En in het beeld van de goede herder smelten de beelden uit het Oude en Nieuwe testament samen. De Heilige Geest zet ons vervolgens in beweging om Jezus van Nazareth na te volgen, zijn weg te gaan, en daarmee de geboden van God te vervullen onze naaste lief te hebben als onszelf en daarmee onze God lief te hebben boven alles. De Heilige Geest maakt het ons mogelijk alles en iedereen daarin mee te nemen, tot aan de einden der aarde. Waarbij we er op kunnen vertrouwen dat God zich openbaart aan een ieder op de wijze die een ieder nodig heeft, zoals met Pinksteren aan ieder in zijn eigen taal. God heeft zich in zijn soevereine liefde veranderlijk gemaakt. Hij gaat samen met ons door een proces heen dat ook hem verijkt, als Vader krijgt hij zonen en dochters, uit iedere streek en elke taal.  En daarmee zijn we gekomen aan de lezing uit het nieuwe Testament van vanmorgen. Wat allereerst opvalt zijn de twijfelaars. Of waren u die niet opgevallen? Twijfelaars hebben bij ons een negatieve klank. We houden meer van de zekerheden van het geloof. Maar twijfelaars zijn niet zo negatief. Zij weten ons voortdurend nieuwe vragen te stellen, vragen waarop we vaak het antwoord schuldig moeten blijven. Maar als de tijden veranderen weten we ook dat God, die met ons zal zijn tot aan het einde der dagen als de aarde voltooid zal zijn, zich steeds zo zal openbaren als wij Hem nodig hebben. Twijfelaars vragen daarnaar, blijven daarnaar op zoek. Twijfelaars hebben we dus nodig. Twijfelen is niet erg. In de tijd van Jezus van Nazareth, na zijn kruisiging, toen hij opnieuw verscheen aan zijn leerlingen, op de berg waar hij hen onderwezen had nota bene, waren er zelfs onder hen nog die twijfelden. Maar de opdracht blijft hetzelfde voor alle leerlingen van Jezus van Nazareth. Maak alle volken tot mijn leerlingen door hen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heigelige Geest, en hen te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. In de doopformule die Jezus hier hanteert en die op gezag van het verhaal van Mattheüs in alle christelijke gemeenschappen wordt gehanteerd, is het hele verhaal van Jezus van Nazareth samengevat. Er is één vader voor allen, God, want er staat geschreven dat wij allemaal kinderen van God genoemd kunnen worden. Jezus van Nazareth werd Zoon van God genoemd en door hem kunnen we de Vader zien, daarom kon hij zeggen dat hem alle macht gegeven is in de hemel en op aarde. De heilige Geest valt op allen die zijn Weg willen gaan, die mee willen doen in zijn verhaal. En daar komt het moeilijkste te geloven. Elke gelovige is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Daar moet je maar op durven vertrouwen. Dat kan als je voor ogen houdt dat Jezus met ons is al de dagen tot aan de voltooiing van de wereld. Vroeger stond hier “voleinding”, alsof het er om gaat dat het duurt tot het afgelopen zal zijn met de aarde, maar voltooiing is een betere vertaling. In het Grieks staat een woord dat omschreven kan worden met “tot het klaar is”. De aarde moet dus nog afgemaakt worden, die is nog niet klaar. In het lied van de Schepping zag God naar de aarde en zag dat het goed was. Als wij naar de aarde kijken zien we dat het op de aarde in het geheel niet goed is. Aan ons dus om aan dat scheppingswerk deel te gaan nemen, God opnieuw als Schepper te belijden en te zorgen dat het op de aarde goed wordt. Dat de hemel op aarde kan wonen en dat, zoals het in het boek Openbaring staat, God zijn tenten op deze aarde kan spannen. Dat is natuurlijk een prachtig werk om aan mee te doen. En wanneer is het goed op de aarde? Jezus heeft het ons op de berg geleerd. We worden op het einde van het verhaal van Mattheüs nog eens gewezen op de Bergrede. Daar ging het om de vredestichters, om het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten, het lessen van de dorst van de dorstigen, het bezoeken van de gevangenen, het genezen van de zieken, het troosten van de bedroefden, het recht doen aan de ontrechten, het liefhebben van de naaste, zelfs van je vijanden, het delen van wat je hebt, als je er twee hebt geef dan een aan wie er geen heeft. Voor elk van die taken zijn ook in onze tijd talrijke voorbeelden aan te wijzen waarmee je aan de slag kunt. Dichtbij hier in Den Helder en ook in Julianadorp  zijn de armen, armen die tegenwoordig zelfs voedselbanken nodig hebben, verder weg zijn talrijke mensen die dood gaan van honger, die monddood gemaakt worden, gemarteld en geslagen. Straks in de collecte kunnen we weer oefenen in het samen delen met de armsten hier en ver weg. Maar vanuit elk huis in ons land, vanuit elk huis in de wereld, kan een hand naar hen worden uitgestoken. In een zijzaal van de Kerk komen we hier al de wereldwinkel tegen, het begin van eerlijke handelsverhoudingen, ook hier in Den Helder en Julianadorp kun je deelnemen aan Amnesty International, ook hier is vrijwilligerswerk te doen voor zieken en gehandicapten, voor ouderen en voor kinderen, voor allochtonen en autochtonen. De Geest zet ons aan het werk, onze wereld herscheppen. Tot God ziet dat het goed is en de aarde voltooid zal zijn.

Amen

 

Read Full Post »

Lezen: Daniel 7:9-10 + 12-13
           Lucas 24: 49-53
           Handelingen 1:4-14

Gemeente,

Toen ik vanmorgen uw prachtige kerk binnenkwam moest ik onwillekeurig terugdenken aan een viering van Hemelvaartsdag in mijn jeugd. Uw banken lijken sprekend op de banken die vroeger in de Duinkerk in Nieuw Den Helder stonden. En in de Duinkerk en in de Johanneskapel heb ik in de jaren 60 van de vorige eeuw mijn tienertijd doorgebracht. De Hemelvaartsdag waaraan ik de meeste herinneringen bewaar was die van de viering van 75 jaar bond van Gereformeerde Jeugdverenigingen. In de Duinkerk hadden we toen nog een grote jeugdvereniging en met z’n allen hadden we een bus gehuurd en gingen we naar de Jaarbeurs in Utrecht. Daar was het grote feest met als hoogtepunt het optreden van Mahalia Jackson de grote gospelzangeres die de liederen zong van zwart Amerika, van de slaven die zongen van bevrijding door de God van Israël. Het was de tijd van dominee Martin Luther King die vertelde over de droom die hij had, de droom waarin blanke en zwarte kinderen hand in hand zouden kunnen lopen en samen naar één school zouden kunnen gaan. Het leek als op een droom over de hemel die op de aarde zou komen. Velen in de Verenigde Staten denken dat tenminste een deel van die droom is uitgekomen met de verkiezing van president Obama, dat bezegelt het einde van de rassendiscriminatie. Het is het soort droom dat ook Daniël had. Daniël was geen waarzegster met een kristallenbol, Daniël was een visionair, iemand die kon vertellen hoe de wereld er uit zou kunnen zien als iedereen de God van Israël zou volgen, hij was ook een dromer en hij was een dichter. In het licht van de boeken van het Oude Testament, de vijf boeken van Mozes en de boeken van de profeten zag hij hoe de wereld echt in elkaar zat en waar het op uit zou lopen. Hij was als jonge man in ballingschap gevoerd naar Babel. Daar was hij met vrienden in opleiding genomen aan het hof van de Koning, ze hadden hoge posten in het Rijk bereikt. Maar nooit had Daniël het geloof in de God van Israël opgegeven, het geloof dat God zijn volk uit ballingschap zou laten terugkeren naar het land waaruit ze waren weggevoerd, het land dat aan Mozes was beloofd als het land dat overvloeit van melk en honing. Maar waar komt die bevrijding van de slavernij en van de onderdrukking dan vandaan? Hoe langer je in onderdrukking leeft hoe onwaarschijnlijker het wordt dat de bevrijding ook echt ooit werkelijkheid wordt. Wie zou ooit gedacht hebben dat de Arabische landen in het Midden Oosten zouden worstelen voor vrijheid en democratie. Dat ongewapende jongeren een fundamentele verandering van hun samenleving van onvrijheid en onderdrukking zouden kunnen veroorzaken. Het kon pas toen ze zich realiseerden dat het alleen kan als ze de angst voor de dood overwinnen, zoals Paulus uitriep in zijn “dood waar is Uw prikkel”. Voor Daniël zal die bevrijding uit lucht komen vallen. Er zal een bevrijder komen, een Messias, een gezalfde, maar die zal op de wolken komen hebben we vanmorgen gelezen. Veel commentatoren nemen aan dat in dit visioen van Daniël geduid wordt op Koning Cyrus, door de profeet Jesaja werd deze als Messias aangeduid. Die Cyrus vaardigde het bevel uit dat de Joodse ballingen uit Babel terug moesten keren naar hun land om de Tempel in Jeruzalem weer op te bouwen,  een geweldige vervulling van de belofte van de God van Israël, een belofte waar ze zo lang aan hadden vastgehouden. Pas na de opstanding en de hemelvaart van Jezus de Christus zijn Christenen die droom van Daniël gaan lezen als een verwijzing naar Jezus van Nazareth die de mensen bevrijdde van de angst voor de dood. Maar het visioen van Daniël is ook een waarschuwing. Altijd weer beloven mensen dat ze de onderdrukten zullen bevrijden, dat ze door God gezonden zijn, dat je ze alleen maar hoeft te volgen om bevrijd te worden. Daniël waarschuwt er voor. De bevrijder komt onverwacht, die komt niet als de aanvoerder van een menselijke beweging, maar als iets dat we nooit eerder hebben meegemaakt. Ook Jezus van Nazareth had bij het begin van zijn optreden de bevrijding door het uitoefenen van macht en geweld afgewezen. Hij was na 40 dagen vasten naar een hoge berg gevoerd en had daar de macht aangeboden gekregen over alle volken. Maar die weg had hij afgewezen. Daniël had het voorbeeld gegeven door vast te houden aan de geboden van de God van Israël, Jezus van Nazareth riep op om consequent de geboden na te volgen zoals ze ook waren samengevat : Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Aan die twee geboden hangt de hele wet en die twee zijn onafscheidelijk. Paulus zou de gelovigen oproepen om die Wet in hun hart te laten beitelen. Ook de ondergang van de aarde is niet te voorspellen. Nog niet zo lang geleden trok een dominee in Amerika de aandacht met een voorspelling van de ondergang van de aarde. Flauwekul en volkomen anti bijbels, hij voorspelde een grote vloed, nu, God heeft met Noach al afgesproken dat er geen grote vloed meer zal komen. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, daar zal geen dood meer zijn en zullen geen tranen meer vallen, daar mogen we niet alleen in blijven geloven, daar mogen we vast aan gaan werken door oog te krijgen voor het leed van de wereld en wat daaraan gedaan kan worden. Ook op 21 oktober zal de wereld dus niet vergaan, de berekeningen van die dominee kloppen dus van geen kant. Maar we vieren vandaag niet de komst van de bevrijder op de wolken maar het afscheid van de bevrijder, de Messias, in het Grieks de Christus. Hemelvaartsdag is in de loop van de kerkgeschiedenis nu niet een grote en belangrijke feestdag geworden. In onze tijd is het een feestdag van dauwtrappen en toogdagen geworden en kerkdiensten als deze zijn eerder uitzondering dan regel. Er is zelfs een discussie over de vraag of de Hemelvaartsdag als vrije dag niet ingeruild moet worden tegen een feestdag uit de Islamitische traditie. Een vraag in elk geval waar we best met elkaar over na mogen denken. Maar u bent wezen dauwtrappen vanmorgen en dat dauwtrappen is een veel oudere traditie dan het vieren van Hemelvaartsdag. Dauwtrappen heeft verder niets met de christelijke Hemelvaartsdag te maken, hoewel in Overijssel dauwtrappen ook bekend stond als ‘hemelvaren’.  Vroeger stonden mensen om drie uur ’s nachts op om op het natte gras te dansen en te zingen. Het vocht op het gras, dauw, zou een genezende of helende kracht hebben. Later is een kerkelijke element toegevoegd. Na het dauwtrappen ging men naar de mis. Zo trokken twee eeuwen geleden inwoners van Amsterdam in de vroege uurtjes de stad uit voor dans en zang en was men rond negenen weer terug om op tijd in de kerk te zijn. In Brabant was het gebruikelijk naar de kerk van een ander dorp te wandelen. Het plaatselijke fanfarekorps begeleidde de kerkgangers. Na de kerkviering was het een groot volksfeest. Nog steeds is het in sommige Brabantse dorpen de gewoonte dat de harmonie ’s ochtends door het dorp gaat. Een ander kerkelijk tintje dat is toegevoegd is dat van de oorspronkelijke dauwtrap-ochtend een hemelvaartprocessie werd gemaakt of een processie later op de dag werd verbonden aan de vroege wandeling naar de kerk. De legitimatie hiervan is de vergelijking met de tocht van Jezus naar de Olijfberg, een herinnering aan het Paasverhaal dus. Het zijn tradities die al dateren van voor de reformatie, die onderdeel uitmaken van de wens van mensen om de winter te verdrijven en weer ruimte te maken voor het groeien van gewassen en de komst van de oogst. Straks met Pinksteren herinneren de ouderen zich nog de tradities van de Pinksterbruid. Dat we de gelegenheid aangrijpen om onze gemeenschap te versterken door iets plezierigs als dauwtrappen is een goede zaak, de Bijbel verzet zich wel tegen de pogingen van mensen om de loop van de natuur te beïnvloeden. Maar waar komt dan het vieren van Hemelvaart als algemene Christelijke feestdag vandaan? Het verhaal van de Hemelvaart van Jezus van Nazareth is niet een ruimtevaart verhaal. De verhalen van de Bijbel moet je altijd van boven naar beneden lezen en nooit van beneden naar boven. Alle vier de evangelieschrijvers zijn het er over eens dat Jezus ten hemel voer. Maar ze hebben er alle vier een verschillend verhaal over. In de tijd dat die verhalen werden geschreven was de voorstelling van een hemelvaart volstrekt normaal. Je had de aarde waar de mensen leefde, je had de onderwereld waar de doden waren en je had de hemel boven de aarde waar God woonde met hen die door God daartoe uitverkozen worden. De Bijbel zinspeelt overigens alleen maar op die voorstelling, maar de Grieken geloofden ook in een dergelijk schema dus het was voor de eerste lezers van de evangeliën volstrekt normaal. Ook verhalen over hemelopnemingen. We hebben vanmorgen al over het verhaal van Mozes gehoord, er zijn ook zulke verhalen over Henoch en over Elia in de Bijbel, Elia die in een vurige wagen werd opgenomen, een vuur waar we ons aan zouden kunnen branden. Ook de Grieken en de Romeinen hadden van die verhalen  over helden die door de goden werden opgenomen, en zelfs de oude Babiloniërs hadden hun verhaal over de held Gilgamesj die een apart plekje kreeg van de goden waar hij eeuwig kon leven. Wanneer Jezus ten hemel is gevaren vertellen de evangeliën niet. Soms lijkt het er op dat het direct na Pasen gebeurd, soms kort na Pasen van een berg in Galilea, hoewel je ook kan lezen dat Jezus daar in Galilea verscheen nadat hij weer was afgedaald uit de hemel en alleen Lucas heeft  een concreet verhaal over de Hemelvaart. Twee verhalen zelfs en alle twee hebben we vanmorgen gelezen. Waar het Evangelie van Lucas mee besluit begint het verhaal van de Handelingen van de zendelingen die door Jezus van Nazareth werden uitgezonden. Dat begint met de vaststelling in de Handelingen dat de verschijning van de opgestane Heer na 40 dagen was voltooid. Een oud testamentisch beeld waar 40 het getal van de voltooiing is. Het ontstaan van de gemeente van gelovigen is weer een ander verhaal, daar zit dan ook een pauze tussen. Maar waar komt de viering van Hemelvaart 10 dagen voor Pinksteren dan vandaan? Daarvoor moeten we terug naar het Pesahfeest. Dat werd door de Joden 50 dagen lang gevierd. Het omerfeest, of wekenfeest. ook nu wordt dat in Israël nog gevierd, dit jaar viel het in mei. Dat wat we op zondag vieren vierde men  zeven weken  lang na Pasen, de opstanding van de Messias. In de loop van de eeuwen ging men op elk van die 50 dagen steeds een ander verhaal vertellen dat met de opstanding te maken had. Op de 40ste dag was daar dus het verhaal dat Lucas in Handelingen vertelt over de opneming van Jezus van Nazareth. En in de vijfde eeuw werd dat een zelfstandige feestdag, een feestdag die we vandaag ook nog vieren. Maar wat vertelt Lucas ons nu eigenlijk. We hebben vanmorgen twee verhalen over de hemelvaart gelezen zoals ze op naam van Lucas aan ons zijn overgeleverd. Als Lucas ze echt zelf geschreven heeft dan weten we gelijk dat het geen journalistieke verhalen zijn. Er zitten namelijk een paar opvallende verschillen in. In het Evangelieverhaal is de hemelvaart buiten, zelfs  buiten Jeruzalem, in Bettanië. In het verhaal uit de Handelingen gebeurd de Hemelvaart tijdens de maaltijd, waarbij je de indruk krijgt dat het in Jeruzalem is, of vlak bij op de Olijfberg. Het hoe en wat van de hemelvaart zelf blijft in het midden. Wat dat betreft lijkt het op het verhaal dat we vanmorgen aan de kinderen vertelden over Mozes. We hoeven ons dus geen vragen te stellen over een mogelijke ruimtevaart. Jezus van Nazareth is bij God, dat mogen we geloven en van God zal hij ooit terugkeren. Dat is de kern van het verhaal over Jezus van Nazareth. Verder gaat het verhaal over de volgelingen van Jezus van Nazareth die zonder hun Messias achterbleven. En volgelingen van, maar zonder, Jezus van Nazareth zijn we eigenlijk zelf ook. Laten we daarom kijken wat hen overkomt en wat dat verhaal ons te vertellen heeft. We hebben uit het Evangelie het laatste stukje van het verhaal van Lucas gelezen. Dat is eigenlijk het slot van het verhaal over de Emmaüsgangers, die terug uit Emmaüs de volgelingen van Jezus vertelden over hun ontmoeting onderweg met de vreemdeling in Jeruzalem die ze herkenden als de opgestane Heer toen hij het brood met hen brak. Terwijl zij dat aan het vertellen waren verscheen Jezus zelf in hun midden, at een stuk vis en vertelde hen over het Oude Testament, de Joodse Bijbel, waarin al staat dat de echte Messias ter dood gebracht zou worden en na drie dagen weer zou opstaan. Eindelijk konden de apostelen het ook snappen wat er bedoeld was staat er dan. En dan komen we bij ons verhaal van vanmorgen. Als je nu voor je ogen ziet dat de belofte van de bevrijding van de dood zoals beschreven door de profeten ook echt uitgekomen is dan is het ook niet meer vreemd dat er staat dat de discipelen terugkeerden naar de Tempel waar ze God loofden. Ze kunnen er immers van op aan dat ze met kracht uit de hemel zullen worden bekleed. Maar met dat loven in de Tempel sluit het Evangelie van Lucas af. Het eindigt waar het begonnen is, in de Tempel. Denk maar eens terug aan Zacharias de priester die met stomheid geslagen werd toen hem bij het altaar duidelijk werd dat de liefde tussen zijn vrouw Elisabeth en hem een vruchtbare liefde was, ook al waren ze oud. Jezus van Nazareth had laten zien dat door de liefde zelfs de dood kon worden overwonnen en het leven eeuwig door gaat, die boodschap had hij naar Jeruzalem gebracht en die boodschap mochten nu zijn volgelingen over de hele aarde verspreiden. Ik noemde de Emmaüsgangers die dit laatste gedeelte van het verhaal openden. En ik zie nu sommige mensen denken dat het verhaal toch niet helemaal klopt, want de Emmaüsgangers gingen immers op de eerste Paasdag naar huis? Klopt maar die 40ste dag staat dan ook niet in het Evangelie van Lucas maar pas in zijn tweede boek, het boek van de Handelingen van de apostelen. Dat boek begint in Jeruzalem en zal beschrijven hoe diezelfde boodschap in het hart van de toenmalige wereld, in Rome terecht kwam. Ook dat boek is geen journalistiek verslag of een geschiedenisboek maar een boek dat vertelt hoe dat zit met die kracht uit de hemel en de vernieuwing van de aarde die met Jezus van Nazareth begonnen is. Dat boek van de Handelingen van de apostelen begint net als het Evangelie met een groet aan Teofilus, de voor ons onbekende Romein, aan wie Lucas zijn twee boeken heeft gericht. Het eerste boek wordt dan nog eens samengevat als het verhaal over de daden van Jezus vanaf het begin tot de hemelvaart. En die hemelvaart kwam niet uit de lucht vallen want wel 40 dagen lang kwam Jezus regelmatig bij de volgelingen over de vloer om ze alles uit te leggen wat er in het Oude Testament staat. Dat verhaal over die Emmaüsgangers en de verschijning daarna, zoals die in het Evangelie staat is kennelijk een samenvatting van wat er in de Handelingen van de apostelen verteld wordt. De gedachte dat de Romeinse bezetters verjaagd zullen worden en dat Israël een zelfstandig koninkrijk zou worden leeft kennelijk nog steeds onder de volgelingen van Jezus van Nazareth, want als Jezus het heeft over de doop met de heilige geest dan vatten ze dat op als het bericht over de politieke bevrijding, de bevrijding waarvoor de Zeloten zouden vechten. Maar daar draait het niet om, het gaat om het getuigen van de kracht van de liefde die de dood overwon, getuigen van Jezus van Nazareth. Aan de Joden in Judea, die de Wet en de profeten lazen, en aan de inwoners van Samaria, die alleen de Wet, de eerste vijf boeken van Mozes in ere hielden. En dan aan iedereen, tot aan de uiteinden der aarde, alle mensen mogen hieraan mee doen, alle mensen worden gelijk, bevrijdt van vooroordelen, armoede en discriminatie, de boodschap die ook dominee Martin Luther King verkondigde. En bedenk dat Martin Luther King die nieuwe samenleving ook geweldloos wilde brengen, zoals Jezus van Nazareth die het zwaard weer in de schede liet steken toen hij in de hof van Getsemane gevangen werd genomen. Geweldloos verzet dat door de volgelingen van Martin Luther King zelfs tot een wetenschap werd gemaakt. En reken maar dat het, als ja daarin samen oefent en vooral als je met veel mensen bent dan uitstekend werkt, ook als er veel geweld tegen je wordt gebruikt. Dat kan je dus niet doen als je naar de hemel blijft staren. De droom van Daniël over een mens op een wolk is een mooie droom en als je veel over het Oude Testament gehoord hebt dan kun je die droom misschien opnieuw beleven maar dat brengen van de boodschap, de blijde boodschap, tot aan de einde der aarde vraagt een ander blikveld. Terug naar de stad dus en daar samen met alle volgelingen, inclusief de vrouwen, de familie van Jezus en zelfs zijn moeder je voorbereiden op het vertellen van dat verhaal en God loven in de Tempel. Daar begint het, de geboorte van de gemeente, van de kerk. Voor ons begint dat vanmorgen opnieuw en als nieuw, met dauwtrappen, samen het mooie van de in het voorjaar vernieuwde aarde bekijken, samen ontbijten. En dan horen van de Geest van Jezus van Nazareth, van heb Uw naaste lief als Uzelf, van het zien, het opmerken, van de minsten in onze samenleving, de zwaksten, de armen op de aarde, de mensen die ook onder ons gediscrimineerd en geminacht worden. En de daden van Jezus van Nazareth ook hier na gaan volgen zoals de apostelen zouden gaan doen, opdat zijn Geest kan werken op heel de aarde, hier in Julianadorp, in Den Helder, in ons land en over heel de wereld totdat hij komt om ons te regeren, om ons te bevrijden, zoals Daniel droomde, een droom die zal uitkomen, een droom over een regering die dus wat ons betreft al begonnen is.

Amen

Read Full Post »