Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘God’

Lezen: Exodus 34:4-9

           Matteüs 28: 16-20

Wie op Hemelvaartsdag hier in de ochtenddienst was en nu de lezing uit het evangelie naar Mattëus hoort denkt dat ik gewoon doorga waar ik toen gebleven was. Maar zo is het niet.  We lazen toen uit Lucas en Lucas nam ons in zijn Evangelie mee naar Bettanië en in de Handelingen naar de Olijfberg. Vandaag we vieren het feest van de drie-eenheid en dat is een feest na het feest van Pinksteren waar we de uitstorting van de Heilige Geest hebben gevierd. Daarvoor neemt Matteüs ons mee naar de berg waar ook de Bergrede werd uitgesproken. En zo hebben we dan Vader, Zoon en Heilige Geest. In hun namen dopen we, zoals in Matteüs wordt opgedragen,  en het wordt dus hoog tijd om de roep van Israël opnieuw in gedachten te brengen : Hoor Israël, de Eeuwige is God en de Eeuwige is één. Het is de absolute grondgedachte van het Joodse geloof en daarmee ook van het Christelijk geloof. Het drukt de ontzagwekkende grootheid van God uit. Maar voor Christenen als wij is die God van Israël een drie-enig God. Op die Berg kreeg Jezus aan het begin van zijn optreden alle landen en alle volken te zien, de mensen hadden zich verspreid over de aarde. Hij kreeg de macht aangeboden over alle volken maar die wees hij af. Nu is hij bekleed met alle macht in hemel en op aarde en kan hij zijn volgelingen opdragen zijn boodschap naar de uiteinden der wereld te brengen. Met Pinksteren hebben we gehoord dat iedereen die boodschap kan verstaan, elk in zijn eigen taal. Niet een volk op een kluitje in een stad die zich niet verspreiden laat, maar een mensheid  die de aarde bewoont en in alle verscheidenheid elkaar als broeders en zusters weet te herkennen. Maar de drie-eenheid is in de geschiedenis vaak een omstreden begrip geweest. Als je Jehova getuigen aan de deur krijgt loop je de kans dat ze je willen overtuigen van de onzin van de drie-eenheid, 1+1+1=3 en niet 1. Over kerkvader Augustinus gaat zelfs een anekdote die verband houdt met de drie-eenheid, hij liep eens te piekeren op het strand over de vraag hoe dit leerstuk nu goed onder woorden te brengen toen hij een klein jongetje zag dat water uit de zee in een kuiltje stond te scheppen. Toen hij aan het jongetje vroeg wat die aan het doen was antwoordde die dat hij de zee leeg wilde scheppen in zijn kuiltje. Maar dat kan niet zei Augustinus, nou zei het jongetje u probeert toch ook het geheim van de drie-eenheid in uw kleine hersenpan te krijgen? Toen snapte Augustinus dat het geheim van de drie-eenheid ondoorgrondelijk is staat er dan in het verhaal. En dan houden theologen vaak op om er verder over te praten, je moet het maar geloven. Maar dan maken we ons er te gemakkelijk van af. Want dat God zich op meerdere manieren aan ons kan openbaren is uitermate Bijbels en voor de eenheid van de gemeente tamelijk nuttig, we hoeven de manier waarop wij God ontmoeten niet aan een ander op te leggen. Augustinus had een andere kerkvader als leraar, Tertulianus en voor die kerkvader was de drie-eenheid heel wat eenvoudiger. Hij gebruikte een beeld waarvan ik denk dat het ook hier in Julianadorp wel begrepen zal worden. Net als in Noord-Afrika waar Tertulianus vandaan kwam heeft men hier nog weet van bloemen en planten. Tertulianus wees er op dat we een bloeiende plant in zijn geheel bij haar naam noemen. Maar we noemen ook de bloem alleen bij dezelfde naam, ook de wortels noemen we bij die naam, zo ook de stengel met de bladeren, van sommige planten zelfs alleen de bladeren. Toch vormen die allemaal een eenheid. Ze verschijnen allemaal op een eigen manier, hebben een eigen functie maar vormen desondanks een eenheid. Bij planten is 1 wortel + 1 stengel + 1 bloem wel degelijk 1 plant. En hier in de omgeving heb ik geleerd dat als je het hebt over een tulp, je de bol kunt bedoelen, het loof kunt bedoelen , de bloem kunt bedoelen of het geheel kunt bedoelen, dat geldt ook voor de narcis, de hyacint of het sneeuwklokje. Waarom dan niet voor de God van Israël? Juist  het idee van de drie-eenheid kan ons behoeden voor het losknippen van één van de drie zoals in de kerkgeschiedenis vaak is geprobeerd. God de Vader, schepper van hemel en aarde werd losgeknipt van God de Zoon die dan als de werkelijke God werd gezien, de scheppende God had zijn werk niet goed gedaan en was dus niet de echte God die mensen kon bevrijden, en in onze dagen lijkt het er soms op dat God de Geest losgeknipt wordt van de Vader en de Zoon omdat die te hoge eisen stellen aan ons geloof. De Geest moet dan voldoende zijn. Zo zijn er ook mensen die Jezus van Nazareth los knippen van God en van de Heilige Geest. Jezus van Nazareth is dan alleen maar mens en niet meer God die laat zien hoe een mens naar zijn beeld en gelijkenis er eigenlijk uit zou moeten zien, eigenlijk bedoeld is. Jezus is dan een goed mens zoals er veel goede mensen zijn geweest, een voorbeeld zoals er veel voorbeelden zijn geweest. Het heeft enkele eeuwen geduurd voordat de Kerk onder worden had gebracht dat de Vader en de Zoon een in wezen zijn, de ene God zijn waarvan al in het Oude Testament, de Hebreeuwse Bijbel werd getuigd, maar dat Jezus van Nazareth tegelijk waarachtig God en waarachtig mens was. Toen men dat onder woorden had gebracht was de vraag waar nu die Heilige Geest vandaan komt, vorige week vierden we dat nog. Enkele 10 tallen jaren waren nog nodig voordat men  onder worden had gebracht dat de Geest uitgaat van de Vader en de Zoon en zo staat het sinds eeuwen in de geloofsbelijdenis van Nicea, die met de persoon van de Heilige Geest werd aangevuld op de synode van Calcedon. Die geloofsbelijdenis van Nicea wordt door de Kerk tot haar belijdenis  gerekend. Dat is bij de vorming van de Protestantse Kerk Nederland opnieuw zo in de orde van de Kerk gezet. Maar wat heeft die kerkgeschiedenis en die ingewikkelde discussie nu met ons vandaag te maken? De wetenschap heeft ons geleerd dat de aarde op een heel andere manier gemaakt is dan in het lied van de Schepping uit Genesis 1 staat. Dat we vanuit en met de Heilige Geest moeten proberen ons leven in te richten ligt ook voor de hand en dat we daarbij de mens Jezus van Nazareth als ons voorbeeld mogen kiezen is toch ook niet verkeerd. Maar losknippen van elkaar kan niet. Zoals de afzonderlijke tonen in een akkoord op het orgel nooit het akkoord zelf kunnen laten weerklinken kunnen we over God nooit spreken zonder het over Vader, Zoon en Heilige Geest te hebben. Dat onze God een drie-enig God is zegt ook dat onze God alle verstand te boven gaat, dat we van onze God als mensen geen voorstelling kunnen maken, zegt ook iets over de ontzagwekkende grootheid van onze God die ons tegelijkertijd zo nabij wil zijn. Wie het Oude Testament kent weet dat we God in de eerste plaats aan eigenschappen kennen. De lezing van vanmorgen uit Exodus brengt ons dat nog eens onder de aandacht. Mozes kent zijn God als liefdevol en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, maar ook als een rechtvaardig God die misdaden niet ongestraft laat, de gevolgen van misdaden kun je soms terugvinden tot in het derde en vierde geslacht, maar misdaden die zijn bestraft en vergeven komen de kinderen tot in het duizendste geslacht ten goede. Maar we weten ook uit het Oude Testament dat de God van Israël zich op verschillende manieren laat zien. Het gedeelte dat we vanmorgen lazen komt uit het verhaal over de sluiting van het verbond bij de Horeb. God had zich daar laten zien in storm en donder en bliksem op de top van de Berg, het volk was daar zo bang van geworden dat zij Mozes hadden gevraagd namens hen de berg op te gaan om de geboden van God te ontvangen. Mozes ontmoette daar een God die er heel anders uitzag, een stralende God, die straalde zo dat Mozes zijn eigen gezicht moest verbergen omdat die ook zo straalde dat het de mensen vlak bij hem verblindde. Het is het hoogtepunt uit het verhaal over de tocht door de woestijn. Daar had het volk de God van Israël gezien als een wolkkolom overdag en een vuurkolom in de nacht, heel andere soorten God als het ware. En als de profeet Elia vraagt om de Heer te mogen zien dan is God niet in de storm, maar in het zacht suizen van de wind.  Toch zijn al die verschillende vormen waarin God zich openbaarde uitdrukkelijk één en dezelfde God. Het leert ons ook dat God zich openbaart op de manier die mensen nodig hebben. Zo zal de God voor slaven een andere betekenis hebben dan voor rijken, slaven vragen een bevrijder, rijken vragen om een meedeler, een voorbeeld van hoe te delen van hun overvloed. Zo is God tegenwoordig ook anders voor vrouwen dan voor mannen, vrouwen hebben immers ook weet van de pijn die het kost om leven te schenken en hoeveel zorg het behoud van het leven met zich mee kan brengen, mannen zijn gewend om God te beschouwen als een van hen, een sterke en machtige God die de zwakken beschermt. En nog steeds hebben we het over dezelfde drie-enige God van Israël. Maar wij beschrijven de God van Israël ook graag met menselijke termen. In het Oude Testament is daar een begin mee gemaakt. God wordt daar ook gezien als een herder, die waakt over de kudde. God schrijft de namen van zijn kinderen in de palm van zijn hand is een prachtige uitdrukking uit de Psalmen, alsof de God van Israël handen en vingers heeft als een gewoon mens. We mogen van de Bijbel op die manier over God blijven spreken als we maar beseffen dat we dan spreken als dichters en dromers die eigenschappen van God onder worden proberen te brengen zoals Mozes dat deed toen hij de stenen platen kreeg. En God heeft het ook gemakkelijk gemaakt over God te spreken als over een mens door zijn Zoon Jezus van Nazareth te zenden. Ook die benadrukte zijn eigenschappen als de weg, de waarheid en het leven, het licht van de wereld, bron van levend water. En in het beeld van de goede herder smelten de beelden uit het Oude en Nieuwe testament samen. De Heilige Geest zet ons vervolgens in beweging om Jezus van Nazareth na te volgen, zijn weg te gaan, en daarmee de geboden van God te vervullen onze naaste lief te hebben als onszelf en daarmee onze God lief te hebben boven alles. De Heilige Geest maakt het ons mogelijk alles en iedereen daarin mee te nemen, tot aan de einden der aarde. Waarbij we er op kunnen vertrouwen dat God zich openbaart aan een ieder op de wijze die een ieder nodig heeft, zoals met Pinksteren aan ieder in zijn eigen taal. God heeft zich in zijn soevereine liefde veranderlijk gemaakt. Hij gaat samen met ons door een proces heen dat ook hem verijkt, als Vader krijgt hij zonen en dochters, uit iedere streek en elke taal.  En daarmee zijn we gekomen aan de lezing uit het nieuwe Testament van vanmorgen. Wat allereerst opvalt zijn de twijfelaars. Of waren u die niet opgevallen? Twijfelaars hebben bij ons een negatieve klank. We houden meer van de zekerheden van het geloof. Maar twijfelaars zijn niet zo negatief. Zij weten ons voortdurend nieuwe vragen te stellen, vragen waarop we vaak het antwoord schuldig moeten blijven. Maar als de tijden veranderen weten we ook dat God, die met ons zal zijn tot aan het einde der dagen als de aarde voltooid zal zijn, zich steeds zo zal openbaren als wij Hem nodig hebben. Twijfelaars vragen daarnaar, blijven daarnaar op zoek. Twijfelaars hebben we dus nodig. Twijfelen is niet erg. In de tijd van Jezus van Nazareth, na zijn kruisiging, toen hij opnieuw verscheen aan zijn leerlingen, op de berg waar hij hen onderwezen had nota bene, waren er zelfs onder hen nog die twijfelden. Maar de opdracht blijft hetzelfde voor alle leerlingen van Jezus van Nazareth. Maak alle volken tot mijn leerlingen door hen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heigelige Geest, en hen te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. In de doopformule die Jezus hier hanteert en die op gezag van het verhaal van Mattheüs in alle christelijke gemeenschappen wordt gehanteerd, is het hele verhaal van Jezus van Nazareth samengevat. Er is één vader voor allen, God, want er staat geschreven dat wij allemaal kinderen van God genoemd kunnen worden. Jezus van Nazareth werd Zoon van God genoemd en door hem kunnen we de Vader zien, daarom kon hij zeggen dat hem alle macht gegeven is in de hemel en op aarde. De heilige Geest valt op allen die zijn Weg willen gaan, die mee willen doen in zijn verhaal. En daar komt het moeilijkste te geloven. Elke gelovige is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Daar moet je maar op durven vertrouwen. Dat kan als je voor ogen houdt dat Jezus met ons is al de dagen tot aan de voltooiing van de wereld. Vroeger stond hier “voleinding”, alsof het er om gaat dat het duurt tot het afgelopen zal zijn met de aarde, maar voltooiing is een betere vertaling. In het Grieks staat een woord dat omschreven kan worden met “tot het klaar is”. De aarde moet dus nog afgemaakt worden, die is nog niet klaar. In het lied van de Schepping zag God naar de aarde en zag dat het goed was. Als wij naar de aarde kijken zien we dat het op de aarde in het geheel niet goed is. Aan ons dus om aan dat scheppingswerk deel te gaan nemen, God opnieuw als Schepper te belijden en te zorgen dat het op de aarde goed wordt. Dat de hemel op aarde kan wonen en dat, zoals het in het boek Openbaring staat, God zijn tenten op deze aarde kan spannen. Dat is natuurlijk een prachtig werk om aan mee te doen. En wanneer is het goed op de aarde? Jezus heeft het ons op de berg geleerd. We worden op het einde van het verhaal van Mattheüs nog eens gewezen op de Bergrede. Daar ging het om de vredestichters, om het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten, het lessen van de dorst van de dorstigen, het bezoeken van de gevangenen, het genezen van de zieken, het troosten van de bedroefden, het recht doen aan de ontrechten, het liefhebben van de naaste, zelfs van je vijanden, het delen van wat je hebt, als je er twee hebt geef dan een aan wie er geen heeft. Voor elk van die taken zijn ook in onze tijd talrijke voorbeelden aan te wijzen waarmee je aan de slag kunt. Dichtbij hier in Den Helder en ook in Julianadorp  zijn de armen, armen die tegenwoordig zelfs voedselbanken nodig hebben, verder weg zijn talrijke mensen die dood gaan van honger, die monddood gemaakt worden, gemarteld en geslagen. Straks in de collecte kunnen we weer oefenen in het samen delen met de armsten hier en ver weg. Maar vanuit elk huis in ons land, vanuit elk huis in de wereld, kan een hand naar hen worden uitgestoken. In een zijzaal van de Kerk komen we hier al de wereldwinkel tegen, het begin van eerlijke handelsverhoudingen, ook hier in Den Helder en Julianadorp kun je deelnemen aan Amnesty International, ook hier is vrijwilligerswerk te doen voor zieken en gehandicapten, voor ouderen en voor kinderen, voor allochtonen en autochtonen. De Geest zet ons aan het werk, onze wereld herscheppen. Tot God ziet dat het goed is en de aarde voltooid zal zijn.

Amen

 

Advertentie

Read Full Post »