Lezen: Jesaja 6:1-8
Lucas 5:1-11
Gemeente,
Die Koning Uzzia had wel 52 jaar geregeerd. Dat is een hele lange tijd. Zeker als het niet goed gaat in een land, tenminste goed en niet goed in de ogen van profeet. Onder deze koning immers waren de rijken, die akker na akker samenvoegden, steeds machtiger geworden. Onder deze koning was het volk op zoek gegaan naar genot om het genot zonder om anderen te denken, zonder te willen delen. Een profeet die al een hele tijd het volk oproept om zich te keren naar de leer van Mozes zoals die in de Tempel wordt bewaard, een profeet die de Tempel in Jeruzalem nog wil laten functioneren zoals die Tempel is bedoeld, een plaats om samen te komen voor maaltijden met de armen en de vreemdelingen, zal vast dromen dat nu de Koning dood is er een nieuwe tijd zal aanbreken.
In een wereld vol onrecht, waar de kloof tussen arm en rijk steeds groter werd, waar rijken de dienst uitmaken en de wet kunnen verzetten in eigen voordeel, een wereld waar onrecht en corruptie heersen, is het verschil tussen de prachtige Tempel en de wereld daar buiten wel erg groot. Het zijn de engelen die op de ark zijn geplaatst die Jesaja aan het spreken brengen. In die ark liggen immers de hoofdlijnen uit de leer van Mozes opgeborgen, je zult je naaste lief hebben als jezelf.
Er zullen vast mensen geweest zijn die naar die droom van de Profeet wilden luisteren. Maar tevergeefs. De boodschap is dat nu de Koning dood is er niks zal veranderen, omdat het niet alleen om de koning gaat. Je bent misschien aangestoken door de gloed van de Tempel en haar bedoeling, je snapt best hoe de Wet van delen en rechtvaardigheid in elkaar zit. Je kan er niet genoeg over praten maar vergeefs. Het volk zal je horen maar niet volgen. Dat is het visioen dat de Profeet krijgt. Ondanks die mooie tempel met die gouden cherubijnen, met al dat Goddelijke dat zo’n verheven ruimte vult, ondanks het feit dat je zwaar onder de indruk bent van de plechtige omgeving en het plechtige van je roeping, ondanks dat alles weet je dat het volk niet zal luisteren.
De dood van de Koning brengt niet het beloofde land waarin iedereen meedoet met de samenleving van je naaste liefhebben als je zelf. Jesaja krijgt de boodschap dat pas als het volk net zo gaat lijden als de armen al doen, pas als ze zelf weer slaven zijn net als de mensen die door hen worden uitgebuit, pas dan gaan de mensen het begrijpen.
Dat was in de dagen van Jesaja en het was in de dagen van Jezus niet anders en het is in onze dagen nog net zo.
We lezen tot aan het begin van de volgende advent veel in het Evangelie van Lucas. We lazen al eerder in dit Evangelie en lazen toen het verhaal over Johannes de Doper die de mensen opriep een ander leven te gaan leiden, de mensen die dat wilden doopte in de Jordaan, en die vanwege zijn kritiek op Koning Herodes in de gevangenis belandde.
Ook Jezus van Nazareth had zich laten dopen en met hem zou er een nieuwe wereld opengaan. Thuis in zijn eigen stad was er geen gehoor en in Kafarnaüm waar hij heengetrokken was stroomden de mensen in zulke grote getale toe dat hij het er af en toe benauwd van kreeg. Er moest dus wat anders gebeuren. Het verhaal dat we vandaag lezen vertelt welke nieuwe wending de beweging van Johannes de Doper en Jezus van Nazareth kreeg. Opnieuw werd Jezus van Nazareth in de knel gebracht door het grote aantal mensen dat op hem af kwam. Om de ruimte te krijgen, om in elk geval te kunnen spreken, charterde hij de boot van Simon die net terug was van een nacht tevergeefs vissen.
Die Simon kende hij al want hij had er voor gezorgd dat de schoonmoeder van Simon weer mee kon gaan doen nadat ze een zware koortsaanval had gehad. Simon raakte ook nu danig onder de indruk van deze vreemde leraar. Maar toen die over het vissen begon trok er een glimlach over zijn gezicht. Wij kunnen het niet meer nalezen want de vertalingen vertalen keurig met meester, maar de schrijver van het Lucasevangelie gebruikt hier een zeer algemeen woord voor heer. Een dominee uit de stad vertaalde voor zichzelf dan ook met chef, in een vissersdorp zou men wellicht jawel schipper hebben gezegd.
Simon deed wat hem werd gevraagd en ving meer dan hij ooit had gedaan, niet één maar twee schepen vol. En zo goed was Simon nu ook weer niet dus vroeg hij Jezus maar om te gaan. Dat was het keerpunt, als je gelooft in jezelf, zoals Simon geloofde dat hij tenminste een goede visser was, en er niet op uit bent van een ander te profiteren maar het zelf wil redden in het leven, dan kun je andere mensen overtuigen mee te doen in het Rijk van recht en vrede.Daarmee staat Jezus van Nazareth niet meer alleen als leraar, maar begint de opleiding van zendelingen die de wereld rondtrekken om iedereen er bij te betrekken.
Vandaag worden ook wij daartoe geroepen, doe het goede en overtuig de mensen om je heen ook om het goede te doen. In onze samenleving laten mensen zich nogal eens leiden door angst, vooral door angst voor mensen die anders doen en anders geloven. Voor angst was in de dagen van Jezus van Nazareth ook genoeg reden. Het zou uiteindelijk Johannes de Doper zijn leven kosten. Maar Jezus van Nazareth trekt zich kennelijk niks aan van mensen die angst zaaien en ook zijn nieuwe volgelingen zoals Simon laten zich niet leiden door de angst voor de gevolgen.
Waarom laten wij ons dan wel leiden door angst? Zijn we niet meer in staat om over het goede te praten? Of geloven we niet meer in het goede, in de mogelijkheid met andere mensen samen te leven en samen een samenleving op te bouwen waar iedereen mee kan doen. Deze week is de week van het overtuigen van mensen juist daarvoor te kiezen. Elke nieuwe dag kan het begin van een heel nieuw leven zijn, elke nieuwe dag is immers net zo nieuw als eens de eerste.
Als de Heer ons dus vraagt wie te roepen om te laten zien wat dat nieuwe Koningkrijk nu eigenlijk voorstelt dan belijden gelovige Christen dat het antwoord is Heer stuur mij. Want wij geloven dat de aarde anders wordt, dat het uiteindelijk niet zal gaan om de winst, om de hoge positie, de grote van het jacht of het huis dat je hebt maar dat het zal gaan om de liefde voor de mensen, vooral voor de minsten op aarde, dat het ook zal gaan om een aarde waar iedereen kan leven, waar vrede is en honger verdwenen. Niet zo lan g geleden lieten de kinderen zien dat ze daarvoor in beweging willen komen en dat ze daarvoor naar school gaan. Ze houden op met naar school gaan als wij de komst van die aarde tegen willen houden en liever de dividenden en winsten hoog willen houden. Luisteren naar de roep van de Heer u in te zetten voor de minsten helpt. Is het vandaag niet dan morgen of in de na ons komende geslachten. Laat u dus roepen en ga aan de slag, totdat hij komt.
Amen
Geef een reactie