Lezen : Sefanja 3: 14-20
Lucas 3: 7-18
Gemeente,
Vandaag zingen we mee met de slotverzen van het kleine boekje van de profeet Sefanja. Sefanja leefde volgens het begin van het boekje in de tijd van koning Josia. Volgens het verhaal uit het boek Koningen over Josia was Josia een van de vroomste en beste koningen van Juda. Het is dan ook zeer voorstelbaar dat Sefanja de nieuwe politiek van de Koning, terugkeer naar de dienst aan God waar het volk Israel in de woestijn mee was begonnen, met zijn geschrift ondersteunde.
Josia werd al Koning toen hij nog pas 8 jaar was maar het verhaal vertelt dat hij zijn Koningschap uitvoerde op de manier van David. Hij liet de Tempel in Jeruzalem restaureren en zette daarmee de richtlijnen van God uit de Woestijn weer centraal in het hart van de regering.Die richtlijnen laten zich samenvatten in het Heb uw naaste lief als u zelf. Daar zingt het lied van vandaag dan ook over. Met de restauratie van de Tempel, met het opnieuw centraal stellen van de Liefde in het hart van het rijk hoef je nergens bang meer voor te zijn.
Dat is ook de vreugde van Pasen zoals Christenen die veel later zouden beleven. Sefanja had zich eerst tegen de omringende volken uitgesproken en zijn eigen volk gewaarschuwd niet met de afgodendienaars van de vruchtbaarheidsgoden mee te gaan. Zonder die Tempel was de stad ten prooi aan verachting en de mensen aan verdrukking. Nu is dat voorbij. Nu is de tijd dat het Delen met elkaar, dat de zorg voor elkaar, dat recht en gerechtigheid voor alle mensen op de hele wereld moeten gelden volgens Sefanja.
Voor Christenen was het Paasfeest na de dood van Jezus van Nazareth een eerste begin van het zich uitspreiden van de macht van die leer van Mozes over de hele aarde. Ook Christenen laten dat overigens net zo vaak liggen als in de geschiedenis over Israël wordt verteld. Maar net zoals Israël in dat verhaal steeds weer opnieuw de Tempel opbouwde en centraal stelde mogen wij het gebod elkaar lief te hebben en alles te doen in naam van de liefde voortdurend weer opnieuw centraal stellen. Dat geeft kracht.
Die Johannes moet met zijn herhaling van de leer van Mozes aan de rand van de woestijn een verpletterende indruk gemaakt hebben, heel het volk liet zich door hem dopen. Iedereen wildde door het water van de dood, het water van de Jordaan naar het land dat overvloeide van melk en honing, het land van vrede waar geen onderdrukking meer zou zijn. Paulus zal veel later op zijn reizen in Klein Azië nog volgelingen van Johannes tegenkomen aan wie hij moet uitleggen hoe de verhouding was tussen Jezus van Nazareth en Johannes de Doper.
Net als in de dagen van Sefanja waren de meeste mensen in de dagen van Johannes keurige mensen. Ze brachten hun offers, gingen op Sabbat naar de Synagoge, ze baden met voorgeschreven regelmaat, aten volgens de spijswetten en ze moorden niet, logen niet, stalen niet en aanbaden geen andere goden.
Wat wil een mens nog meer. Nu, een mens mag misschien niet veel meer verlangen maar God wil wel degelijk meer. Want met al dat uiterlijk godsdienstig vertoon wordt de aarde nog geen aarde waar mensen gelukkig kunnen wonen. Ondanks dat uiterlijk godsdienstig vertoon, dat fatsoen, die waarden en normen, gaan er nog steeds mensen dood van de honger, lijden mensen onder de koude, zijn er armen in het land. De richtlijnen van de God van Israël moeten een duidelijke gestalte krijgen, die richtlijnen moeten aan mensen zichtbaar worden. Het moet niet blijven bij mooie woorden. Daarom staat het delen met elkaar voorop, warme kleren als je die hebt, eten als je dat hebt, samen delen is het eerste zichtbare teken van de Weg van de God van Israël, de Heer van de wereld.
Maar ook de belastinginners voor de Romeinen, de tollenaars mogen de Weg zichtbaar maken door niet meer te innen dan opgedragen is. Geen woekerwinsten maken uit het innen van belasting ten koste van de armen. Dat geldt ook voor de soldaten. Niemand afpersen, niet laten omkopen en genoegen nemen met je soldij. Het zijn eigenlijk de eerste basisregels voor een geordende samenleving.
Regels die we tegenwoordig proberen ingevoerd te krijgen in arme landen, zelfs met militairevredesmissies. Het zijn ook regels die ingevoerd zouden moeten worden op wereldniveau. Ook daar zou moeten gelden dat we beginnen met samen delen. Rijke landen die zorgen dat de verdeling van goederen en diensten op een eerlijke manier gebeurt zodat ook de armste landen mee kunnen delen van de welvaart in de wereld. Zorgen dat we allemaal te eten hebben en dat hongersnoden niet meer kunnen voorkomen, zorgen dat ook boeren in arme landen toegang hebben tot de wereldmarkt en mee kunnen concurreren met de boeren in de rijke landen.
En samen zorgen dat er geen corrupte regiems meer kunnen zijn die in rijke
landen, bij banken met beschermd bankgeheim, hun gestolen gelden kunnen parkeren. Johannes vraagt van de mensen om zich te laten dopen, je zou bijna zeggen dat wij van de volken moeten vragen zich te laten dopen. Maar laten we beginnen met zijn Weg zichtbaar te maken door samen te delen en te protesteren tegen het roven door samenlevingen als de onze van de armsten in de wereld.
Vandaag op de derde zondag van de advent mogen we er mee beginnen. We hopen op een nieuwe aarde waar alle leed geleden is en alle strijd gestreden is. Johannes riep dat die wereld er aan zat te komen omdat na hem de echte bevrijder zou komen. Over een paar weken vieren we die komst. En van Jezus van Nazareth hebben we geleerd dat niemand langs de kant van de weg hoeft te blijven, dat niemand buitengesloten hoeft te worden. En de moeilijkste les was dat je zonder geweld, ondanks een wrede dood, toch kan overwinnen en de aarde kan bevrijden.
Die aarde zal langs die weg zo mooi worden dat God zelf op die aarde zal willen wonen zegt het boek Openbaring. Daarom schijnt vandaag al een heel klein beetje licht door de duistere wereld heen waar we ons op moeten bezinnen. Voor die nieuwe wereld komt is er nog veel werk te doen, opstaan en aan de slag dus.
Amen
Geef een reactie