Gemeente,
God schiep ons man en vrouw, naar zijn beeld en gelijkenis, vandaag is het moederdag. Maar God schiep man en vrouw als gelijken. Vaders en moeders zullen dus een tweedeling moeten maken, al naar de talenten die ze gekregen hebben. Opvoeding, zorg en inkomen horen in Bijbelse zin voor beiden gelijkelijk een opgave en verantwoordelijkheid te zijn. En het laatste wat we moeten doen is een moeder, of het ideaal beeld van de vrouw als moeder, vergoddelijken, boven al het andere stellen. In de lezingen lezen we het een en ander over die vergoddelijking en over de liefde, ook de moederliefde dus, die niet verschilt van de liefde van God of de liefde voor God.
De Bijbel wijst ons de richting die we moeten gaan en als we goed luisteren dan behoed het verhaal van de Bijbel ons voor de valkuilen waar we in dreigen te vallen en die we zo gemakkelijk over het hoofd zien. Jesaja heeft het bijvoorbeeld over de vergoddelijg. In de afgodendienst van de volken speelde de figuur van de moedergodin een belangrijke rol. Zij zorgde voor de voortplanting en het voedsel. Moeder aarde horen we nog wel eens zo benoemen. Maar die godsdienst van de volken wordt in de Bijbel sterk verworpen.
Denk er niet te licht over. Machtige volken vonden hun goden ook machtig en wie overwonnen werd verloor zijn god die immers verslagen werd. Wie nu nog in Egypte kijkt ziet hoe machtig de Egyptenaren hun goden wel niet vonden. De beelden van die goden hebben het door de eeuwen door uitgehouden.
Voor ons is het, na al die eeuwen dat we uit het boek van Jesaja hebben horen voorlezen, normaal: die met de hand gemaakte beelden zijn geen goden, ze hebben geen macht en je staat inderdaad voor gek als je die beelden aanbidt. Maar ook in onze dagen staan er beelden in onze christelijke kerken die een religieuze functie vervullen. Ook wij kennen idolen in de vorm van populaire relibands, gospelartisten en er zijn evangelisten en voorgangers die alleen door hun persoon vele bezoekers naar hun bijeenkomsten trekken.
Zelfs in de kerken hebben we de neiging de wereld te volgen waar immers alleen de nummers 1 tellen en waar voortdurend op allerlei terreinen wedstrijden bezig zijn waar mensen proberen de nummer 1 te worden, of het nu kleren naaien of taarten bakken is, de nummer 1 wordt een idool, een mens om na te volgen.
Afgoderij zit in ons en ligt altijd op de loer. Moeten we dan bang zijn om te werken aan een nieuwe wereld waar recht en gerechtigheid heersen in plaats van de beelden van vreemde zelfgemaakte goden en de populariteit van sterfelijke mensen? Over die vraag gaat het Bijbelgedeelte uit het boek van de profeet Jesaja.
Als we de schepping van hemel en aarde aan onze God toeschrijven dan vallen alle andere mogelijke goden, idolen en helden daarbij in het niet. Dan gaat die God van ons inderdaad alle verstand te boven, want hoe die wereld en alles wat daar bij hoort er is gekomen dat weten we nog niet, daar hebben we de wetenschap voor. Daarom is het ook maar goed dat we ons alleen met mensen bezig hoeven te houden. Niet met de machtigen en de rijken, niet met de idolen de nummers 1, maar met de minsten, de zwaksten, de armen. De orde die de God van Israël heeft geschapen en de wanorde die de wereld zo vaak no vertoond maken het ons duidelijk.
Bij die wanorde ontmoeten we God de Schepper die de machtigste is op aarde. Daar wordt mensen recht gedaan, daar is het leven waarachtig. Daar wordt de scheiding aangebracht tussen licht en duister, tussen vaste grond onder je voeten en duister water waar je in kunt verdrinken. Daar is het pas de moeite waard om ook vandaag weer mee te gaan doen aan het scheppen van vrede, orde en recht voor mensen.
De Bijbel kan soms heel ingewikkeld doen. Met fraaie formuleringen worden de meest ingewikkelde zaken besproken. Dat moet soms ook wel. Toen de leerlingen van Jezus van Nazareth de wereld van het Romeinse Rijk introkken kwamen ze daar niet alleen allerlei godsdiensten tegen maar ook een menigte aan filosofen die niet zoveel met godsdienst te maken wilden hebben.
Paulus bijvoorbeeld kwam uit Tarsus waar een beroemde filosofische school van de Stoa was gevestigd. Ook met die filosofen moesten de leerlingen van Jezus van Nazareth in discussie en de sporen daarvan vindt je op tal van plaatsen in het Nieuwe Testament terug. De boodschap van de Bijbel is echter heel eenvoudig. Jezus van Nazareth zelf zou eens opmerken dat zelfs een kind het kan begrijpen. En in de passage van vanmorgen lezen we de kern van de Bijbelse boodschap in al haar eenvoud: “Heb elkaar lief”. Het lijkt bijna een lied zoals het hier is opgeschreven. “Jullie moeten mij lief hebben en ik heb jullie liefgehad”, dan heb je de Vader lief en dan heb je elkaar lief.
Als je Jezus liefhebt ben je geen slaafse volgeling van iemand die het bij het rechte eind heeft, nee dan ben je een vriend en kun je zelfs hem de waarheid zeggen. Juist als je gehoord hebt wat Jezus van Nazareth je te zeggen hebt dan weet je dat je dat zelf niet hebt hoeven te kiezen maar dat je zijn Weg mag gaan. In het verhaal van Jezus van Nazareth zijn het de leerlingen die geroepen zijn om Hem te volgen. In de Christelijke Kerk gelooft men daarom vanouds dat alle gelovigen geroepen zijn om Hem te volgen.
Als je je naaste liefhebt als jezelf dan kun je niet anders dan die roep van Jezus van Nazareth doorgeven, hoe meer mensen immers hun naaste liefhebben als zichzelf hoe dichterbij het Koninkrijk van Jezus van Nazareth komt. Dat is ook de kern van het vrucht dragen, een betere wereld vormen waarin plaats is voor iedereen en waar iedereen voldoende te eten heeft en mag leven. De roep om de Weg te gaan van Jezus van Nazareth klinkt gelukkig niet maar eenmaal in ons leven. Die roep klinkt elke dag, elk moment van de dag, weer opnieuw, die roep klinkt onophoudelijk.
Ame
Geef een reactie