Lezen: Jona 3:10-4:11
Matteüs 20: 1-16
Gemeente,
We hebben God zo graag in onze binnenzak. We hebben een beeld van God en die moet daar dan maar aan voldoen. Jona had door dat zijn God nooit aan het beeld zou willen voldoen dat hij graag van God had gezien. Jona had het over een wraakzuchtig God die de kwaden verdelgde en de goeden beloonde. Maar zo was die God van Jona niet, die was genadig, liefdevol, geduldig en trouw en tot vergeving bereid. Tenminste als die God er zin had want die God was onvoorspelbaar. Natuurlijk hadden die lui van Nineve zich bekeerd, Jona was een goede profeet nietwaar. Maar blijft dat ook zo als de profeet weg is? Jona was aan de oostkant van de stad gaan zitten, daar waar de zon opkomt, om af te wachten wat er zou gebeuren. Hij had zelfs een hut gemaakt, een loofhut wellicht, om af te wachten wat er met Nineve zou gebeuren. En ja hoor, Jona behoorde tot de goeden en werd beloond, er schoot een wonderboom op die hem schaduw gaf.
Maar in de nacht heb je niet zoveel aan schaduw en als zo’n boom verdort als de zon opkomt dan zit je nog te verbranden. Dat is nou typisch voor die God van Jona, de burgers van Nineve worden behouden maar Jona mag verbranden. In dit verhaal is het een les voor Jona. Van die boom hoef je niet te houden, die groeit en sterft al naar de natuur dat heeft bepaald. Maar die mensen in die grote stad, dat zijn je broeders en je zusters, die heeft God lief en waarom zou jij ze ook niet liefhebben? Jona geeft geen antwoord meer op deze vraag van God. Het verhaal van Jona eindigt met de vraag van God. Het roept voor ons natuurlijk de vraag op wat ons antwoord zou zijn. Leren we onze broeders en zusters een lesje? Een les zoals Jona een les werd geleerd, twee lessen eigenlijk, eerst op zee en daarna zonder de wonderboom? Of zorgen we er voor dat onze broeders en zusters zich bekeren en belonen we dat. Beide keuzes zijn in dit verhaal Gods keuzes.
Als we de Weg van God willen gaan dan staan beide keuzes tot onze beschikking. Maar als we nauwkeurig lezen dan horen we God iets vertellen over de mensen in Nineve dat ons houvast kan geven. De mensen uit Nineve kennen het verschil tussen links en rechts niet eens. En als je het verschil tussen links en rechts niet kent hoe zou je het verschil tussen goed en kwaad dan kennen. Jona weet wel van dat verschil, hij was immers een zegsman van God, moest de mensen duidelijk maken dat ze verkeerd deden en oproepen het kwaad te laten varen. Maar hij wist ook dat de kennis van goed en kwaad de eerste zonde was. Van dat oproepen kun je niet weglopen. Maar je moet ook weten dat mensen niet direct door God gestraft worden. Als we mensen veroordelen omdat we onszelf beter vinden dan doen we zelf het kwaad. Als we mensen waarschuwen voor het kwaad omdat we ze liefhebben kunnen ze zich bekeren. Ook wij moeten soms een lesje leren.
Als we het verhaal van Jezus lezen leren we over rechtvaardige beloning. We weten natuurlijk wel dat de ketting net zo sterk is als de zwakste schakel. En als we goed nadenken weten we dat geen productie tot stand komt zonder de portier die de deur opendoet of de toiletjuffrouw die er voor zorgt dat de werkers niet ziek worden. Waarom dan de directeur het hoogste inkomen moet hebben en die toiletjuffrouw het laagste is niet echt duidelijk. Het heeft te maken met macht en het verkeerde geloof. Geloof in een god die succes heet maar tegelijkertijd een hoop schijn vertoont. De god van het klatergoud.
Geen directeur heeft succes zonder de werkenden van het bedrijf. Ook op wereldschaal gaat dat op. Veel werk wordt nu verplaatst naar zogenaamde lage lonenlanden. De lonen zijn daar laag omdat er helemaal niets verdiend wordt en alle beetjes helpen. Alleen de producten die gemaakt worden in bedrijven die uit de rijke landen zijn verplaatst mogen ook goedkoop in die rijke landen worden ingevoerd. Producten die uit de arme landen zelf komen worden belast met hoge invoerrechten.
Als we dat om zouden draaien zou de wereld er heel anders uitzien. Jezus laat in het bovenstaande hoofdstuk zien hoe we het zouden kunnen omdraaien. We vragen bij de grens wie de producten hebben gemaakt en hoeveel ze er mee hebben verdiend. Dan heffen we een belasting die net zo hoog is als het verschil tussen het loon van onze arbeiders en wat er aan loon voor betaald is. Die heffing geven we dan aan de armen zodat het verschil in beloning weg valt. Iedereen zou zo een eerlijke beloning kunnen krijgen voor geleverde arbeid en arbeid die we hier hebben bedacht hoeft niet meer verplaatst te worden. Grondstoffen en landbouwproducten uit nu nog arme landen kunnen daar bewerkt worden en hier verkocht zonder problemen. Ook economen weten best dat iedereen er dan op vooruit zal gaan, maar de machtigen moeten dan wel het een en ander aan macht inleveren. En rijken, ja die komen in het verhaal van Jezus nu eenmaal niet echt meer voor. Het is het soort bekering dat Jona vroeg van de inwoners van Nineve.
Maar eerlijk delen is iets wat moeilijk te begrijpen blijft voor velen. In het verhaal van Jezus van Nazareth, een gelijkenis heet dat, zijn de mensen die de hele dag in de zon hebben staan wachten op een beetje werk net zo belangrijk als de mensen die in de ochtend al waren uitgekozen en de hele dag zeker waren van voedsel voor hun gezin. Maar mensen die het goed hebben vinden het al snel oneerlijk dat mensen die het minder hebben ook wat krijgen. Wat iedereen vergeet is dat al die dingen die we produceren ook gekocht moeten worden en dat hoe meer mensen geld hebben om iets te kopen hoe meer werkgelegenheid er is, hoe meer welvaart er dus is. Leven als in het Koninkrijk van God maakt ons allemaal dus rijk, zonder uitzondering. Dat zouden we eens moeten proberen.
Amen
Geef een reactie