Lezen: Jesaja 42: 1-9
Matteüs 3: 13-17
Gemeente,
Vandaag is het feest van de doop van Jezus in de Jordaan. Een echt nieuw Testamentisch verhaal. Maar een groot theoloog heeft eens gezegd dat het Nieuwe Testament de uitleg is van de Hebreeuwse Bijbel. Dus als we willen snappen waar dat verhaal over die doop door Johannes eigenlijk over gaat moeten we eerst in de Hebreeuwse Bijbel kijken.
Dat is voer voor theologen. Vandaag komen we terecht in het boek van de profeet Jesaja. Maar over wie gaat dit Bijbelgedeelte? Als je zelf niks met het lijden in de wereld van doen wil hebben dan is die knecht die hier geroepen wordt wel heel bijzonder. Want die knecht die heeft veel op met het lijden in de wereld. Jezus van Nazareth wordt er dus gemakkelijk geroepen, Gods Zoon zelf en volgens de belijdenissen is hij God zelf en als God het als zijn eigen taak ziet dat kunnen wij kleine mensen dat nooit volbrengen.
Wat we vandaag gehoord hebben is het begin van het gedeelte dat Jesaja schreef over wat is gaan heten “de lijdende knecht des Heren”. En door de eeuwen heen zijn de mensen, die de Weg van de God van Israël echt willen volgen, voorgehouden dat dat recht vestigen op aarde, dat blinden de ogen openen, de gevangenen bevrijden, wie in het duister zitten bevrijden, niks voor gewone gelovigen is. Die zijn immers niet vervuld met de Geest des Heren, zoals hier aan de knecht wordt beloofd. En als ze denken wel door Gods Geest gedreven te worden dan moeten ze daar ernstig aan twijfelen want dat kan net zo goed een valse geest zijn.
In de dagen dat het er op ging lijken dat de Hervormden, de Gereformeerden en de Luthersen in ons land echt één kerk gingen vormen ontstond in de Hervormde Kerk zelfs een actiegroep tegen dat proces die zich “het geknakte riet” noemde. Zielige mensen die zich slachtoffer voelden en er op rekenden dat hun ware geloof hen tot redding zou zijn. Dat Jezus had gevraagd om zijn kruis achter hem op te nemen, dat hij gevraagd had om zijn boodschap overal op de wereld te brengen en dat zijn volgelingen blijkens de verhalen uit de Bijbel inderdaad zich ontfermden over de mensen langs de kant van de weg dat waren ze vergeten.
Als mensen in ons land gebukt gaan onder verdriet en ontzetting dat vinden ze die Protestantse Kerk die is ontstaan. Of nu in Apeldoorn was na de aanslag op Koninginnedag, of in Amersfoort na de ramp met de MH17 of in Alkmaar na de vondst van een dode baby in een park, of een van die vele andere zaken die mensen plaatselijk in beweging brachten, de Kerk en de leden van die Kerk en hun voorgangers boden troost en zorgden er voor dat de geknakte mensen niet braken.
De Profeet Jesaja schreef de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 40 voor de teruggekeerde en terugkerende ballingen. Zij moesten in Jeruzalem een nieuwe samenleving opbouwen. En die samenleving zou eindelijk moeten lijken op wat de God van Israël had bedoeld toen hij in de woestijn zijn richtlijnen voor een menselijke samenleving aan het volk Israël gaf. God roept jou, is de boodschap van Jesaja. En die boodschap klinkt door tot op de dag van vandaag. In onze dagen is de samenleving, zeker de wereldsamenleving, nog steeds niet een samenleving waar het lot van de minsten voorop staat. Waar geen geld meer wordt uitgegeven aan wapens, oorlog roept immers oorlog op, maar aan landbouwwerktuigen omdat honger tot plundering en verloedering voert. Waar gevangenen menselijk worden behandeld en staten niet verweten kan worden dat ze afzakken tot het bedenkelijke niveau van terroristen. Wij zijn dus ook vandaag geroepen onze samenleving te hervormen en zo te gaan inrichten dat er vrede heerst, dat er zorg is voor de minsten, dat de hongerigen gevoed worden en de bedroefden getroost. Elke dag mogen we daaraan opnieuw beginnen, ook vandaag weer.
Toen Matteüs dit verhaal over de doop opschreef was het verhaal van Jezus van Nazareth al bekend. Wat hij had gedaan, wat hij had geleerd, hoe het afgelopen was, waren allemaal verhalen die men kende. Matteüs moest ze opschrijven zodat ze op de juiste manier zouden worden doorverteld. Maar waarom had die Jezus van Nazareth zich laten dopen? Die hoefde toch niet een nieuw leven te beginnen? Had hij zich eerst bij een andere sekte aangesloten om daarna voor zichzelf te beginnen? Lastige vragen en volgens het verhaal zoals het bij Matteüs wordt verteld had ook Johannes die vragen gesteld. Het antwoord is dat ze op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.
En daar mag je nog wel eens bij stilstaan. want is het gewoon dat de grootste mee doet met de kleinsten? Dat de voorganger mee te water gaat met al die mensen die hun leven willen vernieuwen? In de wereld van Jezus van Nazareth wel. Hij zou uiteindelijk de voeten wassen van zijn leerlingen, of hij een slaaf was. Hij zou uiteindelijk een slavendood sterven. Hij zou verkondigen dat wie de eerste willen zijn de laatsten zullen zijn en de laatsten de eersten. Dat is nog eens anders dan in de wereld. Waar Palestijnen eindeloos wachten bij wegversperringen en voor hun komen en gaan volledig afhankelijk zijn van de willekeur van de Israeli en de President van Amerika met 45 auto’s ongehinderd kan doorrijden.
Daarom daalde de Geest van God neer op Jezus van Nazareth, zo zacht en sierlijk alsof het een duif was. Want als je in de Geest van God handelt dan durf je de minste te zijn, zodat je de minsten ziet en je je voor de minsten in kunt zetten. Dan ben je een kind van God, een kind waarin God vreugde kan vinden. Het gesputter van Johannes gaat verloren in de verschijning van Jezus als zoon van God. Johannes krijgt gelijk doordat hij ongelijk had. Dat zijn van die mooie zinnen uit de Bijbel die mensen tegenstaan. Hoe kun je nu gelijk krijgen als je ongelijk hebt. Maar hier kun je het zien.
Johannes stelt zich als de minste op, hij is het niet waard om de schoenen van Jezus vast te maken. Jezus laat zich dopen, hij gaat de weg van de minste die mee wil gaan op de nieuwe Weg. En zoals Johannes het wil moet het ook, niet een leider die de baas is, maar een voorganger die dient, zo krijgt Johannes het ook te zien, maar alleen doordat Jezus zich laat dopen door Johannes.
We mogen sinds die doop allemaal meewerken aan het vervullen van Gods gerechtigheid. We mogen leiders zoeken die willen dienen in plaats van de baas spelen. We mogen leiders kiezen die de minsten voorop stellen in plaats van de rijken. We mogen leiders aanspreken die niet alleen willen Samen Leven en Samen Werken maar ook willen weten van Samen Delen. En als men vraagt waar die leiders aan te herkennen zijn dan antwoord Jezus dat ze te herkennen zijn aan het beeld dat Jesaja neer zet, de knecht van God die er voor zorgt dat blinden weer kunnen zien en gevangenen bevrijdt worden. Zulke knechten mogen we dus allemaal zijn. Aarzel dus niet, aan het werk.
Amen
Geef een reactie