Lezen: Deuteronomium 24:17-22
Lucas 14: 1-14
Gemeente,
Vandaag gaat het over respect. Over recht en gerechtigheid jegens je naaste. Denk niet dat het hier om juridische rechtsregels gaat waar juridische scherpslijpers hun wel of niet en hun ja maar op los moeten laten. De vraag die hier wordt beantwoord is niet de vraag naar wat mag of wat niet mag maar naar hoe je je zo kunt gedragen in een nieuw land dat het echt een land wordt dat overvloeit van melk en honing, zo’n land waarvan je kunt zeggen dat het van God afkomstig is, een goddelijk land.
In zo’n land respecteer je elkaar dus. In zo’n land zorg je dat er op tijd loon wordt betaald, in zo’n land snap je nog wat arm zijn betekent, daar zorg je voor een goed loon voor schoonmakers en beschermd werk voor gehandicapten en mensen met een beperking voor de arbeidsmarkt In zo’n land zorg je voor recht en gerechtigheid. Zelfs de rechten van vreemdelingen en wezen moet je eerbiedigen en weduwen laat je niet in de kou staan. Hier staan de vreemdelingen dus voorop.
Het volk Israël wordt er telkens weer op gewezen dat ze zelf slaaf zijn geweest in Egypte. Ze zijn dus niet anders, niet beter en niet slechter dan de mensen die op de rand van de slavernij leven. Het was de God van Israël die ze er van bevrijd heeft en het is de God van Israël die ze nu oproept om ook zelf de armen te bevrijden door zijn liefde te delen met hen die dat nodig hebben.
Hebberigheid en hebzucht horen dus ook niet bij een samenleving dat een goddelijk land wil zijn. Daar kijk je niet of alle vijgen zijn geraapt of alle druiven zijn geplukt. Laat de rest maar zitten voor hen die geen eigen tuin of wijngaard hebben en dus niet kunnen rapen of kunnen plukken. Tegenwoordig gaan voedselbanken de huizen langs om overtollig voedsel op te halen en ons land laat zich zien doordat er meer opgehaald wordt dan werd verwacht, al moet er af en toe een nieuwe oproep worden gedaan omdat de omstandigheden veranderen.
Ook in ons land weet men van delen en van recht doen. Net zoals in ons land ook het recht haar maat heeft. Niet meer dan 40 stokslagen zegt de Bijbel dat is de maat. Bij ons staat voor elk misdrijf een maat en als leken meekijken met rechters komen ze vaak op lagere straffen uit dan de rechters hebben opgelegd.
Zelfs naar dieren gaat ons respect uit. Een rund dat graan dorst zal mee eten van het graan dat vrij komt. Gun het dier dat graan zegt Deuteronomium. En wij zeggen het na in ons respect voor dieren in slachthuizen en bioindustrie. Daar waar dat respect zichtbaar ontbreekt regeert het heidendom, in een goddelijk land delen ook dieren mee. Gelukkig mogen we elke dag opnieuw aan het goddelijk worden van ons land gaan werken, ook vandaag weer.
Ook Jezus heeft het over respect. Het is soms dringen om vooraan te mogen staan. Mensen betalen veel geld om bij een diner met een wereldberoemde politicus te mogen aanzitten. Het gaat dan vaak onder het mom van een goed doel waarvoor het geld wordt uitgegeven, maar dat goede doel zou meer geld krijgen als iedereen thuis bleef en een overschrijving deed. De locatie is luxe, het eten is luxe, de muzikale omlijsting kost een hoop en de beroemde spreker vraagt zelf ook het nodige aan geld en logies. Het is het soort diners waar zien en gezien worden,vooral het laatste, belangrijker is dan de inhoud.
Kennelijk waren er in de dagen van Jezus van Nazareth ook al zulke diners. In dit gedeelte van het Evangelie van Lucas wordt daar duidelijk op gezinspeeld. Jezus drijft de spot met de mores, de gewoonten, rond zulke bijeenkomsten. Ga maar eens op de minste plaats zitten, je dwingt dan de gastheer, of gastvrouw, om je naar voren, naar een betere plaats te roepen. Het gezien worden is dan gelijk gelukt. Als je jezelf de beste plaats toekent loop je de kans geen rekening te hebben gehouden met de eregast en te moeten opkrassen. Dat is een manier van gezien worden die je liever overslaat.
Het zijn de grappen waarmee al in de Bijbel de rijken en machtigen worden bespot en te kijk worden gezet. Want als je werkelijk mee wil doen in het Koninkrijk van Jezus van Nazareth kun je beter een heel andere strategie hanteren. Nodig dan de armen, de chronisch zieken, de gehandicapten uit. Die nodigen je weliswaar niet terug uit voor een diner en nemen ook niet veel geld voor een goed doel of status in de samenleving mee, maar op de lange duur geven ze meer plezier.
Want er komt een dag dat ook deze medeburgers opstaan en zich niet langer laten knechten. De opstanding van de rechtvaardigen noemt de schrijver van dit Evangelie dat. En op dat moment ben jij geen vijand, geen uitbuiter, geen exorbitante zelfverrijker, maar een vriend van de armen, een vriend van de mensen die geen plaats in de samenleving hebben. Jij hebt ze een plaats gegeven, jij zag ze en jij wilde met ze gezien worden. En zelfs als de dag van de opstanding der rechtvaardigen nog wat uit zou blijven dan nog.
Al die aanzienlijken strijden om aanzien en eer, daar kan je alleen maar pijn in je hoofd en in je buik van krijgen. Die armen strijden nergens voor, ze zijn al blij met een goede eenvoudige maaltijd, ze leven om te overleven. Zeg zelf, dat is toch een veel beter gezelschap, daar hoef je je nooit af te vragen wat jouw plaats is, als jij de maaltijd geeft is het de ereplaats. En al die mensen die je helpt krijgen van jou de ereplaats.
Uiteindelijk zijn we op weg naar een land, een nieuwe aarde, waar alleen God de ereplaats heeft. Daar zijn alle tranen gedroogd, daar lijdt niemand meer gebrek, daar is alleen vreugde en is iedereen gelijk. Aan die nieuwe aarde mogen we nu al deel hebben, door ons leven in te richten op de Liefde, de naaste te willen zijn voor hen die een naaste nodig hebben. Dat kan van nu aan tot aan de jongste dag.
Amen
Geef een reactie