Lezen: Deuteronomium 30: 9-14
Lucas 10: 25-37
Gemeente,
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Dat was de leus van de Franse Revolutie die vandaag in Frankrijk wordt herdacht met een groot feest. Het volk nam de macht over van de Koning en de adel. Tussen de kerk, die de Koning en de adel had gesteund, en de Staat werd een scheiding aangebracht. In Nederland was niet iedereen blij met die revolutie. Volgens de Nederlandse geloofsbelijdenis zou de Staat immers moeten weren wat de Schrift weerspreekt. En op de eerste dag van de week waarop die geschiedenis ons weer in herinnering wordt gebracht lezen wij over de leer van Mozes en de naastenliefde zoals die door Jezus van Nazareth werd verkondigd. Hebben die herdenking en de lezingen van vandaag met elkaar te maken?
Die revolutie in Frankrijk ging over een visioen, een droom. Het volk was in gevangenschap gehouden. Alles wat de mensen hadden was ze afgepakt door rijken en door de adel. Tegenwoordig zouden we zeggen dat, in een tijd dat pensioenen en uitkeringen worden verlaagd en iedereen moet bezuinigen, de top van het bedrijfsleven zichzelf grote bonussen blijft toekennen. Zoiets was er in Frankrijk dus ook aan de hand op die veertiende juli. En een zo oneerlijke verdeling van welvaart kan maar tijdelijk in stand blijven. Op een dag zijn er zoveel mensen die hongeren naar gerechtigheid dat er een opstand uitbreekt en de oude machten omver worden geworpen. We zien dat in onze dagen ook elders in de wereld gebeuren. En voor het geweld, de onderdrukking en de armoede zijn tienduizenden op de vlucht. Een revolutie duurt nooit maar een dag, soms betekent een revolutie jaren van oorlog en geweld, soms wel 80 jaar.
De Bijbel schetst ons een andere weg. In Egypte was de eerstgeboren zoon gestorven van hen die niet geluisterd hadden naar de God van Israël, en zich verzet hadden tegen de vragen van Mozes. Daar waar niet het bloed van het geslachte en gebraden lam aan de deurposten was gesmeerd was de engel des doods binnengegaan. En de overlevenden hadden de gelovigen in die God van Israël het land uitgejaagd, de woestijn in.
In de woestijn hadden ze de richtlijnen gekregen voor de menselijke samenleving. Jezus van Nazareth zou twee van die richtlijnen samenvoegen als samenvatting van heel de leer van Mozes: Heb God lief boven alles, en je naaste als jezelf.
Het gedeelte dat wij vandaag uit Deuteronomium hebben gelezen begint met de belofte dat het volgen van die Weg van de Liefde voorspoed zal brengen, rijkdom aan kinderen en vee, met een vruchtbaar land. Van een volk dat zo leeft gaat het goede uit, het is gezegend noemt de Bijbel dat. Dat volk wil de God van Israël met hart en ziel toebehoren en de richtlijnen voor de menselijke samenleving volgen. De geboden houden heet dat.
Over de term geboden nog even dit. Wij zijn groot geworden met het Romeinse, Heidense denken, over wetten en regels. Dat hebben we ook aan de Franse Revolutie te danken die uiteindelijk ook een Napoleon opleverde die een wetboek schreef waarin regels stond om te kunnen oordelen over het handelen van mensen. Elk handelen moest op dezelfde manier beoordeeld kunnen worden, elke wetsregel gold dus onder alle omstandigheden voor iedereen altijd op dezelfde manier. Zo denken wij nog steeds over wetten en regels. Maar de Bijbel heeft een andere benadering. Elke regel en elke wet heeft tot doel de Liefde van God tastbaar te maken voor de mensen. Elke regel geldt dus alleen als het de Liefde dient als mensen erdoor tot hun recht komen, als mensen recht wordt gedaan Het zijn richtlijnen voor een menselijke samenleving.
Moeilijk is het dus niet de wet van de liefde te houden, die wet is ook niet ver weg of ingewikkeld. Je hoeft er niet voor gestudeerd te hebben, ook levenservaring is niet nodig. Je hoeft alleen maar van jezelf te houden en te beseffen dat je maar één keuze hebt, de keus tussen leven en dood, kies dus het leven zegt het Bijbelverhaal. Dat hele verhaal gaat over het leven, het leven dat voortkomt uit de liefde en dat met geen mogelijkheid van die liefde vandaan te krijgen is. Zelfs de dood betekent niet het einde van de liefde voor jou, maar ook niet het einde van jouw liefde voor hen die je liefhebt. Die liefde blijft altijd bestaan, daarin schuilt het geheim van het eeuwige leven. Zonder liefde gaat alles dood, zonder liefde blijft er niks over, zonder liefde gaat zelfs alles stuk waaraan je waarde hecht. Kies dus vandaag voor het leven en laat hen die je liefhebt weten hoeveel je wel niet van ze houdt.
Hoe je kiest voor het leven en hoe je kiest voor een leven in liefde? Dat was ook eigenlijk de vraag die aan Jezus van Nazareth werd gesteld in het gedeelte dat we uit het Evangelie van Lucas hebben gelezen.
Het antwoord wordt in het overbekende verhaal over de Barmhartige Samaritaan gegeven.. De man met zijn ezel en zijn denarieën maakten zoveel indruk dat je je afvraagt wat daar nu meer aan toe te voegen is dan weer een hartstochtelijk verhaal om je naaste lief te hebben als jezelf. Toch kan de Nieuwe Vertaling een aanleiding zijn om het verhaal ook weer eens als nieuw te lezen. Want wat gebeurd er?
Natuurlijk er is een geleerde die de wet goed kent. En er is Jezus van Nazareth die zegt dat je je niet alleen aan de wet moet houden maar in dit geval deze bijzondere wet ook gewoon elke dag moet doen, moet vervullen. Maar wie is dan die naaste die je lief moet hebben als jezelf? De Samaritaan zijn we gewend te zeggen, die stopt, neemt het slachtoffer op zijn ezel en betaalt de verzorging in het hotel, die ziet in het slachtoffer dus zijn naaste. Maar Jezus vraagt wie de naaste is van het slachtoffer. Is dat een wedervraag op de vraag wie mijn naaste is? Is die geleerde dan soms het slachtoffer? Moeten we ons leren te verplaatsen in de positie van slachtoffers om te begrijpen wat het is om je naaste lief te hebben als jezelf? De vraag is dus niet wie jouw naaste is maar van en voor wie jij de naaste bent.
Vragen wij ons vandaag nog af wie heeft geleden voor de goedkope producten die wij kopen? Welke kinderen onze schoenen hebben gemaakt en welke vingers tot bloedens toe werden geprikt om onze T-shirts te maken? Of zijn wij als de leviet en de priester op weg om onze taak goed te vervullen zonder op of omkijken naar de slachtoffers langs de weg. Zolang we onze stem niet verheffen tegen de onrechtvaardige handelsverhoudingen zijn we nog niet in de positie van het slachtoffer en kunnen we ons nog steeds afvragen wie onze naaste is.
Pas als we weet hebben van de slachtoffers weten we ook van onze naaste. We zullen moeten gaan doen als de man die medelijden toonde met de naaste, want die zouden we zelf ook willen ontmoeten als het nodig is. Ook wij willen iemand die zijn ezel beschikbaar stelt als we gewond langs de weg liggen, die ons bevrijd van slavernij als we gedwongen in een bordeel zouden moeten werken, die de kettingen los maakt die ons vastketenen aan de naaimachines waar we de kleding voor de westerse markt in elkaar zetten.
Het is niet alleen de Wet die binnen ons handbereik ligt, ook de slachtoffers van het ontbreken van die wet zijn binnen ons handbereik. We lopen er gemakkelijk langs. Die Priester en die Leviet hadden ook regels, ze zouden onrein worden als ze een dode zouden aanraken, ze zouden dan hun dienst in de Tempel niet kunnen vervullen. En een dienst in de Tempel is immers een dienst aan God. Maar het verhaal van Jezus laat ons niet alleen zien wie onze naaste is maar ook hoe wij als gelovigen met ons regels en wetten moeten omgaan. Namelijk vanuit de slachtoffers van het ontbreken van de Wet van God, slachtoffers van goddeloosheid. Daarom heb uw naaste lief als uzelf, pas dan heb je God lief boven alles.
Samaritanen hadden daar al eerder een voorbeeld van gegeven. De Joden moesten niets van hen hebben, die Samaritanen verwierpen de geschriften en de boeken van de profeten en hielden allen nog de Thora in ere, de eerste vijf boeken van de Bijbel. Ze hadden hun eigen heiligdom op de berg Gerizim. Zo ongeveer dus als wij vaak tegen Moslims aankijken, ze erkennen Jezus als profeet van God, beweren dezelfde God als wij te aanbidden maar van onze Bijbel willen ze weinig of niks weten. Die Samaritanen werden op een zelfde manier door de Joden bekeken. Maar toen onder Koning Achaz de Samaritanen eens het leger van Israël hadden verslagen namen de Samaritanen geen wraak vertelt het boek Koningen ons, ze hadden de overlevende soldaten gevoed en gekleed en de gewonden naar Jericho vervoerd. De Wet van Mozes, de Wet van heb uw naaste lief als uzelf, was hen dus vanouds bekend.
Die Bijbelse liefde betekent niet anders dan het goede doen en niet dan het goede, het kwade verdrijven door het goede te doen. De genade van God is dat we er elke dag opnieuw mee mogen beginnen, dat we mogen weten dat er geen liefde is zonder God, dat God zelf ons de liefde zal ingeven. Zo mogen we meebouwen aan zijn Koninkrijk. Dat Koninkrijk dat zal komen en God zal zelf zijn tenten op onze aarde willen spannen, als er werkelijk vrijheid is voor alle gevangen en slaven, als er werkelijk broeder en zusterschap is tussen alle mensen, wanneer alle mensen elkaar als gelijken zullen kunnen behandelen. Dan zullen alle tranen gedroogd zijn, dan zal de dood niet meer heersen. Tot die dag mogen wij voortgaan liefde te verspreiden als het zoutend zout, in onze gemeenschap die dan zal staan als een stad op een berg. Totdat hij komt,
Amen
Geef een reactie