Lezen: Jeremia 32: 36-41
Lucas 24:35-48
Gemeente,
Vandaag herdenken wij de Bevrijding van de bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Wij hadden kunnen leren van het volk Israël want dat volk kende een geschiedenis vol van verwoesting en vervolging. Die verwoesting trof heel Nederland en de vervolging van de Joden, Sinti en Roma trof eigenlijk ook heel Nederland, al waren er te veel Nederlanders die daaraan hebben meegewerkt.
Ook in de dagen van Jeremia werd Israël bedreigd door de wereldmachten van zijn tijd.
Toen was er een belegering van Jeruzalem, stond de verwoesting voor de deur. De godsdienstige en bestuurlijke elite reageerde zoals zoveel belegerde elites doen, ze willen oorlog voeren ook al kost dat alleen maar veel levens. De eer is in zulke gevallen altijd een goede smoes. In Jezus tijd noch in de tijd van Jeremia noch in onze tijd werden de levens geteld die de houding van de elite kostte.
Jeremia verwierp de zinloze oorlog, Jezus verwierp de opstand, zoals ook hij het gewelddadige verzet van de Zeloten had verworpen. Jeremia wilde terug naar de goddelijke richtlijnen uit de Woestijn. Jezus wilde naar de herdenking van de uittocht uit Egypte, naar de bevrijding uit de slavernij. Wij mogen dankbaar zijn voor al die mensen die hun leven opofferden voor onze bevrijding.
Die bevrijding zou uiteindelijk ook de bevrijding van de bezetting in de tijd van Jeremia betekenen en voor Jezus ook de bevrijding van de Romeinen betekenen. Voor ons betekent het op weg gaan met die goddelijke richtlijnen en dat niemand ons kan afhouden van het verspreiden van liefde. In onze eigen buurt, in ons eigen dorp of stad en in ons land en de wereld. Armen, zwakken, zieken en vreemdelingen genoeg. Wat de politiek of de publieke opinie ook zegt, wij kunnen onze eigen weg gaan. We hebben de belofte waarop ook Jeremia zich verlaat. Eens worden er weer akkers gekocht en verkocht, eens is er een samenleving van recht en gerechtigheid zijn waarin iedereen mee mag doen en niemand tekort komt.
Het is duidelijk dat Jezus van Nazareth een andere weg kiest dan de twee die van Jeruzalem naar Emmaüs zijn gegaan. Emmaüs was een strategische plek die een rol speelde bij opstanden en de belegering van Jeruzalem. In elk geval koos Jezus van Nazareth niet de weg van de militaire opstand. Wie immers het zwaard opnemen zullen door het zwaard vergaan.
Maar als de twee er blijk van geven hun bezit en voedsel te willen delen met de vreemdeling dan neemt Jezus van Nazareth de uitnodiging aan. En bij het breken van het brood en het uitspreken van de zegening herkennen de twee de opgestane Heer. Het lege graf was niet genoeg om tot geloof in de opgestane bevrijder te komen, daarvoor is zelfs een ontmoeting rond het Oude Testament niet genoeg, pas in de gebaren van breken en delen, gezegend zodat er goeds van uit gaat, wordt de Messias, de Christus herkent. En dan gaat de weg terug naar Jeruzalem, nu niet naar de Tempel of naar het graf maar naar de gemeenschap, want hen moet de bevrijding, de opstanding, verkondigd worden. Er is een andere weg ontdekt dan de weg van opstand en geweld.
De volgelingen van Jezus van Nazareth, de elf die het dichtst bij hem waren geweest waren er al over in gesprek. Petrus was zelf gaan kijken naar het lege graf nadat de vrouwen over het ontbreken van het lijk van Jezus van Nazareth hadden verteld. Hij had daar Jezus van Nazareth zelf ontmoet. En in dit verhaal en het verhaal van twee uit Emmaüs zullen ook de anderen Jezus van Nazareth als opgestane Messias ontmoeten.
Die Messias begroet hen met het Hebreeuwse Sjaloom, vrede zij met jullie, de vrede die zo tegengesteld is aan de vrede van het Romeinse Rijk, de Pax Romana. Hij lijkt een geestverschijning en iedereen is danig van slag, maar Jezus van Nazareth is tastbaar en voelbaar aanwezig net als voor ons de bevrijding vandaag weer tastbaaar aanwezig is. Opnieuw wordt er gegeten, nu de vis, voor de vissers uit Galilea het dagelijks voedsel, het dagelijks brood.
Die werkelijke opstanding van Jezus van Nazareth blijft door de eeuwen heen een moeilijk te begrijpen verhaal. Maar het is geen spook dat aanbeden en beleden wordt. Het is de concrete mens die door de liefde van God ook na de kruisiging doorleeft en daardoor juist door ieder van ons kan worden nagevolgd zonder angst voor het lijden. De wonden aan handen en voeten hoeven ons niet af te schrikken, ze hebben ook geen magische betekenis, de kruisiging is geen inwijdingsrite van een geheim genootschap geweest.
Het lijden van Jezus van Nazareth is even reëel als het lijden van Joden in de concentratiekampen van de Nazi’s en zijn opstanding is even werkelijk als de opstand van al die mensen die in de geschiedenis in opstand zijn gekomen tegen het lijden en het onrecht dat de zwaksten werd aangedaan. De ontmoeting met Jezus van Nazareth is het concreet de hand leggen op de tastbare bewijzen van onderdrukking, honger, marteling en geweld en dan het voedsel te delen dat we hebben met de lijdenden.
Dat is de navolging van de opgestane Heer. Daarom noemen we Jezus van Nazareth de Heer van de wereld aan wie alle macht gegeven is. Geen andere Heer kan ons tegenhouden de verdrukten te bevrijden. Juist ook vandaag niet, daarom ook vandaag de roep om eerlijke handelsverhoudingen, om steun voor vluchtelingen, om vrede in al de landen met oorlog en geweld, om een vreedzame oplossing voor Syrië en om een samenleving in ons eigen land waar iedereen ongeacht sekse, geloof of afkomst aan mee mag doen als gelijkwaardige en volwaardige mensen. Dat het kan, vieren we op bevrijdingsdag.
Ook omdat onze God beloofd heeft met hart en ziel te werken aan zijn verbond met de mensen dat de aarde een paradijs zal worden waar iedereen de richtlijnen van die God volgt zodat alle leed geleden en alle strijd gestreden zal zijn. Dan geeft zelfs de zee haar doden terug, ook de doden uit de Middellandse Zee. Op die God mogen we vertrouwen en in navolging van zijn zoon die ons bevrijdt van de angst voor de dood mogen wij ons bezit delen met de lijdenden. Elke dag opnieuw.
Amen
Geef een reactie