Lezen: 2 Samuël 7: 4-16
Lucas 1: 26-38
Gemeente,
Voor gelovigen is het hedendaags kerstfeest soms een irritant gebeuren. In de jaren 60 van de vorige eeuw schreef dominee Buskes er al een boekje over met de titel de zin en de onzin van het kerstfeest. Je krijgt soms de indruk dat het hele kerstfeest is verworden tot een slaapliedje, zo van slaap kindje slaap, daar buiten loopt een schaap, een schaap met witte voetjes, die drinkt z’n melk zo zoetjes. De herdertjes liggen immers bij nachte de wacht te houden en de engeltjes zweven door het luchtruim al zingend, zoet en wonderklaar. We moeten soms hard wakker geschud worden willen we nog de scherpe kantjes van het feest herkennen. Zijn wieg was een kribbe, een voederbak voor de schapen, en zijn troon was een kruis.
Van ver buiten onze goed verwarmde kerken klinkt het verhaal dat we vanmorgen lazen uit het Evangelie nog scherper. Paul Verhoeven schrijft in zijn boek over Jezus er van overtuigd te zijn dat Maria was verkracht door een Romeinse soldaat. In de Koran staat een heel hoofdstuk over Maria en haar kind. Daar komt de engel Gabriel op bezoek in de gestalte van een hele mooie man en samen gaan zij een grot in om zich te onderwerpen aan de wil van God. Zelf zal Maria een loflied aanheffen en zingen over de machtigen die van de troon gestoten worden volgens het verhaal van Lucas.
David heeft weet van de scherpe kantjes van het leven. Hij wil wel een Tempel bouwen voor zijn God, een definitieve woonplaats maar dat gaat zo maar niet. Ook David moet weten dat terwijl hij overal heeft rondgetrokken, in het veld bij de schapen, aan het hof bij Saul, in de woestijn van Zif waar hij Saul had kunnen doden, in het land van de Filistijnen waar hij een stad had gekregen, steeds de God van Israel bij hem was geweest. De richtlijnen voor de menselijke samenleving in een tent in de hoofdstad, laten ook zien hoe vluchtig de aanwezigheid van die richtlijnen kunnen zijn.
Voor je het weet zijn ze vastgelegd in wetten en regels waar mensen zich aan moeten onderwerpen in plaats van door bevrijd te worden. Pas als er een Koningshuis is naar Gods hart dan kan er een centrum ontstaan waar God ontmoet kan worden, waar met de armen, de familie, de levieten, de vreemdelingen maaltijd kan worden gehouden als een offer aan de God van Israël. De belofte dat het huis van David, dat huis naar Gods hart, eeuwig zal bestaan is voor Christenen vervult in Davids Zoon, Jezus van Nazareth die, zoals Paulus het uitdrukte, zijn Tempel bouwde in de harten van de gelovigen en daar de richtlijnen voor de menselijke samenleving in beitelde.
Maria hoefde niet te blijven zitten bij de scherpe kantjes die haar zwangerschap in de samenleving zou veroorzaken. Nadat Elisabeth haar zwangerschap vijf maanden verborgen had gehouden, spotten met een oude vrouw die zwanger is doet zeer nietwaar, werd de zwangerschap van Elisabeth toch aan Maria bekend gemaakt. Maria woonde in Nazareth in Galilea. Dat is zo bekend dat we er overheen lezen. Voor de eerste lezers van het Evangelie van Lucas zal er onwillekeurig een glimlach om de mond gespeeld hebben. Galilea stond in Israël als het land van de heidenen bekend. Voor de inwoners van Judea en vooral Jeruzalem woonden daar boerenpummels die nauwelijks besef hadden van de geweldige gewichtige leer van de boeken van Mozes, de boeken van de profeten en de geschriften die samen de Hebreeuwse Bijbel vormden. En dat Nazareth? Eigenlijk betekent het iets als “struikgewas.
Die boodschapper van God ging dus naar een Joods meisje, die verloofd was met een afstammeling van koning David, en die vond hij in het struikgewas in het land van de Heidenen. En op dat punt, zo ongeveer het minste vlekje dat je je in Israël kunt voorstellen daar wordt een geweldige belofte gedaan. Dat meisje, ongetrouwd nog, zal zwanger worden en haar zoon zal de beloofde bevrijder van Israël worden en op de troon van Koning David plaatsnemen. Nooit meer zal Israël een andere koning nodig hebben. En op de vanzelfsprekende vraag hoe dat allemaal wel niet moet als je niet getrouwd bent is het antwoord eigenlijk dat ook Elisabeth zwanger is. De Geest van God, de Liefde zelf, zal zorgen dat het gebeurd.
Lees hier nu niet de flauwekul over maagdelijke geboorte en zo. Die wordt hier niet verteld en staat ook niet elders in de Bijbel. Een verkeerde vertaling van Jesaja in het Grieks heeft ons ooit op dat onzalige spoor gezet. Want Maria verheffen tot iets als een koningin van de hemel is nu eenmaal het tegendeel van wat ons verteld wordt. Ons wordt verteld dat het meest onaanzienlijke meisje uit Israël, uit het meest onaanzienlijke dorpje dat ligt in het meest onaanzienlijke deel van Israël de moeder zal worden van de grootste Koning van Israël uit de geschiedenis en de toekomst.
Niemand onder ons is zo min in aanzien als Maria was, niemand leeft in een zo onaanzienlijk dorpje in een deel van het land dat zo geminacht wordt. Wij kunnen samen opstaan tegen het onrecht dat de wereld beheerst. Wij kunnen met het vrede op aarde van het kerstfeest de oorlogen in de wereld aan de kaak stellen, de oorlogen als in Syrië, Mali en al die landen waar telkens weer geweld tussen mensen oplaait. Juist als we onze naaste liefhebben als onszelf, als we oog durven hebben voor de minsten zal het ons lukken.
Dan zal de aarde veranderen, dan zal die zoon van Maria niet alleen de Koning zijn van Israël maar werkelijk de Heer van de wereld. Maar dan moeten we vandaag beginnen die Heer ook echt als Heer te erkennen. Morgen wordt dat verhaal van de geboorte verteld, het verhaal van de komst van de Vredevorst, de wonderbare raadsman en zo. Aan ons om er voor te zorgen dat dat verhaal niet al op Tweede Kerstdag is uitverteld maar dat het wordt door verteld tot aan de einden der aarde.
Amen
Geef een reactie