Lezen: Nehemia 9: 15-20
Matteüs 14: 13-21
Gemeente,
De ellende van de wereld komt ook deze zomer weer dichtbij. Het is over het algemeen mooi weer, in elk geval warm weer en we zouden toch van een heerlijke zomer moeten kunnen genieten. Maar als we een radio aanzetten of in de avond nog even het nieuws op de televisie kijken dan dondert de ellende van de wereld over ons heen.
Vaak lijkt zulke rampspoed ons land voorbij gaan, maar soms lijkt het wel een storm op zee waarbij wij ineen klein bootje de rampspoed over ons heen krijgen. Meestal horen wij wel van oorlogen en in het ergste geval geruchten van oorlogen maar zelden worden er Nederlanders het slachtoffer van en zelden nog drijven oorlogen mensen de straat op om hun angst en onvrede met de oorlog te uiten.
Ook in ons eigen land is het nog lang geen vrede bleek onlangs maar weer. Mensen die op een andere manier van elkaar houden als door een meerderheid gewoon wordt gevonden worden nog steeds gediscrimineerd, voor hen is vaak geen plaats in onze samenleving en ze zijn nog steeds voorwerpen voor geweld en agressie. En als er taal gevonden wordt om iedereen aan te spreken dan klinken er luidkeels protesten. Dit weekeinde wordt er in Amsterdam in het bijzonder stil gestaan, ook in de kerk.
Er zijn mensen die zeggen dat al die ellende komt omdat mensen steeds minder in God geloven. Dat zou dan in de Bijbel staan, God straft onmiddellijk. Was het maar zo eenvoudig want dan konden we God ter verantwoording roepen, een tribunaal oprichten waar God bestraft kon worden voor zijn misdaden. Er zijn dichters en dromers geweest die over zo’n proces hebben nagedacht. Wat zouden de argumenten voor een veroordeling zijn en wat zou ter verdediging kunnen worden aangevoerd. Zelfs in de Bijbel komt een dergelijke voorstelling voor, in het boek Job. Maar ook na Auschwitz kwam een toneelspel op waarin God ter verantwoording werd geroepen.
In het boek Job ging het voornamelijk om natuurrampen. Het antwoord daarop is dat die er nu eenmaal zijn en dat de vraag is hoe wij met de slachtoffers en gevolgen denken om te gaan. Voor het kwaad dat mensen elkaar aan doen is een ander antwoord. God is Liefde en heeft ons zijn leefregels gegeven om ons te bevrijden van het kwade, om te bevrijden van de slavernij van de dood. God straft ons niet als wij die regels negeren en niet willen navolgen. Nee het niet navolgen van die regels voert tot de dood. Tot een doods en leeg leven, tot oorlog en geweld tussen de volken.
Het hart van de richtlijnen die God ons voor de menselijke samenleving heeft gegeven is het Heb uw naaste lief als uzelf, daarmee heb je God lief boven alles. Dat mag je doen met heel je hart en met heel je verstand.
Daar gaan de lezingen van vanmorgen dus ook over, ze laten zien waar het niet leven volgens de richtlijnen van God op uit loopt en het laat zien hoe je problemen die je tegen komt met de richtlijnen van God kan oplossen.
Neem nu het verhaal van Nehemia. Samen met de teruggekeerde ballingen had hij een stad herbouwd van recht en vrede. Twaalf poorten kende de stad zodat er dag en nacht in de poorten recht kon worden gesproken, de stadspoort was immers de plaats van het recht. Maar Nehemia waarschuwde voor wat er zou kunnen komen. Altijd weer willen mensen de goden van goud en beloften nalopen in plaats van te delen. Nehemia herinnert het volk daarom aan haar geschiedenis.
Het maken van het gouden kalf in de Woestijn liep uit op een drama. Maar het volgen van de richtlijnen van God, de wet van eerlijk delen, bracht zelfs in de Woestijn voorspoed. Dat je kunt vertrouwen op het beetje eten dat er voor één dag is lijkt achteraf een wonder. Een heel volk had het er veertig jaar mee gedaan in de Woestijn. Toen kregen ze het land overvloeiende van melk en honing.
Er volgde zelfs een tijd zonder koning, zonder regering, zonder belastingen. Iedere keer als vijanden probeerden dat wondere volk te onderdrukken stond er een rechter op die het volk naar bevrijding wist te leiden. Maar die gouden goden, die mooi gevormde tempels, die vreemde priesters die mooi konden zingen en geheimzinnige bronnen hadden voor fraai klinkende voorspellingen hadden een grotere aantrekkingskracht dan een Wet die alleen vertelde dat je je naaste lief moest hebben als jezelf en Profeten die achter de koeien vandaan kwamen. De uiterlijke schijn was altijd aantrekkelijker geweest dan de eenvoudige inhoud.
Pas door zich de richtlijnen voor samen delen weer te herinneren konden ze de moed vinden om de muren van de stad van de vrede weer te herbouwen. Ook vandaag de dag lijkt de uiterlijke schijn belangrijker dan de inhoud van het leven.
Dat najagen van uiterlijke schijn bracht de hele financiële wereld aan het wankelen. De goden van goud en belofte komen hun beloften van welvaart en aanzien voor duizenden op de wereld nog nooit na. Voedsel voor armen wordt nu soms omgezet in biobenzine voor rijken. In plaats van de honger uit te bannen handhaven we het systeem van verspilling. Maar we mogen nog steeds de samenleving anders inrichten. Samen, delen, met de minsten eerst.
Dat we het toch niet voor elkaar krijgen heeft 3 oorzaken, de eerste is het weer. De ene zomer hebben we een overvloedige aardappeloogst in de Wieringermeer, de volgende zomer een gewone oogst, en soms rotten de aardappelen op het land weg voordat ze geoogst worden. De aardappels worden duur als de oogst is tegengevallen, maar wij schakelen rustig over op pasta en rijst.
De tweede oorzaak is de verdeling. Die rijst komt niet uit Nederland maar uit verre landen. Wij weten het te organiseren dat de rijst licht wordt bewerkt en hierheen vervoerd en omdat de rijst moet concurreren met aardappels en pasta hoeven we er niet te veel voor te betalen. Het graan voor de pasta komt voor een groot deel uit landen waar ze met weinig mensen veel graan kunnen produceren, ook dat is goedkoop dus, en dus blijven de mensen die alleen rijst kunnen telen arm.
Als daar de oogst eens wat tegenvalt is er direct een groot probleem. Wij zorgen dat iedereen die niet in de landbouw werkt toch meebetaalt aan onze boeren zodat de prijzen laag kunnen blijven, de concurrentie groot is en de armen arm blijven. Die subsidies staan wel ter discussie maar we weigeren er echt een eind aan te maken.
De derde reden is onze invoerpolitiek. Rijst en graan, maar ook koffie en cacao zijn welkom als ze maar niet te veel bewerkt zijn, dat geldt voor bijna alle grondstoffen uit de arme landen. Chocolade en gebrande koffie zijn niet welkom, daar rust een hoge invoerprijs op. Zodat wij kunnen blijven werken en de mensen die er van afhankelijk zijn arm blijven.
En er dreigt nog steeds een vierde reden bij te komen. Sommige producten uit de landbouw kunnen wij omvormen tot brandstof voor onze auto’s, biobrandstof noemen we dat. Je kunt die producten dan niet meer eten, en omdat wij ze zelf omvormen verdient er in de arme landen niemand wat aan.
Jezus van Nazareth gaf het voorbeeld hoe het anders kan. Het was even schrikken geweest na dat bericht over de stiekeme dood van neef Johannes, maar Jezus was zo populair dat de mensen hem achterna gingen. En als mensen op stap gaan nemen ze als het even kan eten mee, een mandje vol, dat wat gemakkelijk te dragen valt en waar je geen last van hebt.
Twaalf manden vol bleef er over. Als je nu gewoon in groepen bij elkaar gaat zitten en alles deelt is er genoeg te eten, zoals Mozes in de woestijn al de mensen bij elkaar zette om met hun vertegenwoordigers te kunnen overleggen. Deden we dat gewoon op de hele wereld maar, dan hoefden we tijdens het diner niet meer op TV naar stervende kinderen te kijken.
Vijf broden en twee vissen is genoeg om te delen en zuinig met brandstof kunnen we zelf alvast ook zijn. Er is dus eigenlijk geen enkele reden voor oorlog. Als je iedereen erkent en zorgt dat van iedereen vertegenwoordigers kunnen meepraten, zoals Mozes ons in de woestijn heeft voorgedaan, als we met iedereen willen delen zoals Jezus ons in het verhaal van vanmorgen heeft voorgedaan, dan verdwijnt de honger, dan verdwijnt de noodzaak tot oorlog.
Het begint altijd gewoon hier en nu, aan de oever van het meer en daarom, waarom niet aan de oever van het IJsselmeer. Samen werken aan die wereld van eerlijk delen, aan de wereld van samen zodat er een wereld komt waar alle tranen zijn gedroogd, waar de dood niet meer heerst, waar zelfs de zee haar doden teruggeeft. Een wereld die zo mooi is geworden dat God er zelf zal willen wonen Jezus van Nazareth gaf zijn volgelingen de opdracht alle mensen te dopen totdat de aarde voltooid zou zijn, we moeten alle mensen op de wereld hierin dus meenemen, we mogen dus meedoen aan de schepping van de aarde die goed is. Daar is nog heel veel werk voor te doen hebben we deze zomer mogen leren, wacht dus niet, vat het werk aan, dat deze wereld wordt omgekeerd, aan de slag.
Amen
Geef een reactie