Lezen : Jeremia 29: 4-14
Gemeente,
Vandaag lezen we een brief van een profeet. Zulke brieven staan maar zelden in de Bijbel. Deze brief van Jeremia staat in het boek van de profeet Jeremia. Er is ook een apart boek dat heet de Brief van Jeremia, dat is een apocrief boek, dat mag je best lezen maar het is niet in de Bijbel opgenomen en heeft dus niet het gezag van de Bijbel. Wij volgen vanmorgen de brief aan de ballingen in Babel zoals die in de Bijbel staat, in het boek van de profeet Jeremia dus.
Babel was de machtigste staat op het moment dat Jeremia schrijft. En Babel had het handig ingericht. De politieke en religieuze leiders van elk land werden naar Babel overgebracht en mochten vrij wonen onder de ogen van de Koning. Als er verzet zou worden georganiseerd dan was dat vrij snel duidelijk. Jeremia doorzag dat. Natuurlijk zouden er oproepen komen om verzet te gaan plegen tegen de koning van Babel. Maar uiteindelijk zou het daardoor alleen maar langer gaan duren voor de ballingen terug zouden keren naar Israël.
En dat die ballingen terug zouden keren stond voor Jeremia vast. Daarom was zijn advies om te zorgen dat ze vruchtbaar werden. Grote gezinnen, gelukkige huwelijken, groene akkers en tuinen. Kortom een overvloed van eten en drinken en dat kun je ook delen met de armsten in de stad. Dat maakt je op de duur natuurlijk wel populair. Een koning die na verloop tijd komt en niet zo heel zeker is van de troon zal je graag laten vertrekken. In de geschiedenis is de discussie over het veranderen van de samenleving van binnenuit of van buitenaf wel meer gevoerd. Als de meerderheid van de bevolking uitgesloten is van deelname aan de macht blijft er soms niet veel anders over dan verzet te plegen. Maar als je wel mee mag doen is een lange mars door de instituties ook wel aantrekkelijk.
Of ambtenaar worden en groeien naar een positie waarin je voorstellen mag doen die de armen beschermen en recht doen, of een politieke partij vormen met medestanders en zorgen je dat je een meerderheid in de samenleving overtuigd. Jeremia roept op om gemeenschappen te vormen die laten zien hoe het ook kan, hoe het kan als je de leer van Mozes volgt, net zoveel houden van je naaste als van jezelf.
Houden van je naaste als van je zelf, zorg voor de minsten en het recht van de armen voorop zetten roept verzet en tegenstand op. Ook Jezus van Nazareth kon daarover mee praten. Maar hij ging die tegenstand niet uit de weg. Wij spreken en zingen soms graag van de liefste Heer Jezus, maar zo lief was die Here Jezus niet, hij polariseerde en schepte tegenstellingen aan.
Polarisatie, dat is het duidelijk stellen van tegenstellingen, was een aantal decennia geleden populair, maar werd even hard veroordeeld als aangehangen. Het lijkt er op dat hier ook Jezus van Nazareth aan bewuste polarisatie doet. We zien Jezus van Nazareth altijd als de grote vredebrenger. “Vrede op aarde en in mensen een welbehagen”, daarmee begint toch voor veel mensen het leven van Jezus van Nazareth. En zij herinneren zich zijn uitspraak dat allen die het zwaard zullen opnemen door het zwaard zullen vergaan.
Toch begint de lezing uit het Evangelie van vandaag met de belijdenis dat Jezus van Nazareth niet is gekomen om vrede te brengen maar het zwaard. Dat hij een wig drijft tussen mensen en dat hij waarschuwt dat de eigen huisgenoten de vijanden van de mensen zijn. Een ieder wordt hier op eigen verantwoordelijkheid aangesproken.
Niet de familiebanden bepalen of je bij het Koninkrijk hoort, niet of je goed voor je eigen familie zorgt of gehoorzaam bent aan je familie maar of je de Weg gaat van Jezus van Nazareth. De profeet en de rechtvaardige worden geringe mensen genoemd, maar als je ze een beker water geeft, alleen een beker koel water, dan pas hoor je er bij en zal je beloond worden. Dat is het goede nieuws. Het hangt niet en nooit niet van anderen af. Wat de mensen er ook van mogen zeggen, zorgen voor de minsten in de samenleving staat altijd, onder alle omstandigheden voorop.
Moet je dan ruzie maken met je familie? Kan er alleen maar oorlog zijn met de mensen die je het meest na staan? Komt hier de aversie tegen schoonmoeders in veel moppen vandaan? Nee zeker niet. Maar veel jonge vrouwen doen zoals ze denken dat hun schoonmoeder wil dat ze doen. Ze verliezen zichzelf daarbij vaak. Als hun schoonmoeder een keer op visite komt verandert de zelfbewuste jonge huisvrouw in een zenuwachtig wrak. Pas als iemand daar een keer met de schoonmoeder over begint blijkt dat die zich nergens van bewust is en zelfs de eigen persoon, de eigen gewoonten en oplossingen van de schoondochter zou willen zien.
Zo gaat het ook vaak tussen vaders en zonen en tussen moeders en dochters. En als het over opvattingen en geloofszaken gaat kan het nog erger. Dan slaan vaders, vooral oudere vaders, maar ook vaak moeders, hun kinderen dood met bijbelteksten, dan wordt er niet meer geluisterd naar elkaar, dan wordt het eigen godsbeeld opgedrongen. En juist bijbelteksten in het Nederlands, soms zelfs geciteerd uit een vertaling die eeuwen geleden werd gemaakt, kunnen zo gemakkelijk uit hun verband gerukt zijn en zo gemakkelijk een anti-bijbelse opvatting weergeven.
Vertalen is immers stamelend en stotterend herhalen wat er in de oorspronkelijke taal staat. Kinderen horen daartegen in opstand te komen, zij horen te eisen dat er een werkelijk gesprek over opvattingen en geloofszaken mogelijk is. God verschijnt aan mensen zoals mensen de God van Israël nodig hebben, dat kan voor kinderen anders zijn dan voor hun ouders. Dat is namelijk ook het goede nieuws waar de leerlingen mee op pad zijn gestuurd, dat er voor iedereen plaats is in het Koninkrijk van Jezus van Nazareth, als men wil delen, als men voor de minsten op de wereld een beker koel water over heeft.
Dat is een gesprek over de toekomst en niet over het verleden. Een toekomst zoals Jeremia schetst, waar iedereen te eten heeft en niemand honger hoeft te lijden. Maar ook een toekomst die Jezus ons voor houdt, een wereld waar de vrede van God heerst, waar iedereen kan leven of die het eeuwige leven, waar aan alle mensen recht wordt gedaan, het Koninkrijk van God. Aan die toekomst mogen we vandaag beginnen. Er wacht nog een hoop werk, maar uit de Bijbel klinkt de roep om aan te pakken. Laten we daarmee beginnen.
Amen
Matteüs 10: 34-42
Geef een reactie