Lezen: Jesaja 12:1-6
Matteüs 9: 35-10:15
Gemeente,
Vaderdag mag ook best wel een beetje feest zijn, iets meer dan het commerciële feest dat overal gevierd wordt. Daarom zongen we vandaag een lied mee van de Profeet Jesaja. We kennen natuurlijk de liedbundel in de Bijbel die we de Psalmen maar verspreid door de hele Bijbel staan er nog tal van andere liederen. Vandaag hoorden we een bijzonder loflied. Het bezingt de vreugde van de bevrijding. Op de plaats waar het staat in het boek van de profeet Jesaja is er nog helemaal geen sprake van bevrijding. Jesaja heeft wel geschreven dat die komt die bevrijding, het volk zal ooit terugkeren uit de ballingschap, maar het is nog lang niet zover. Maar Jesaja weet al wel hoe het volk zal gaan zingen als het zover is en dat mogen we vandaag meezingen.
Want hier loopt het op uit, op de bevrijding en het zingen van liederen. Nu zul je denken dat er nog een heel boek Jesaja volgt, maar dat lijkt maar zo. Het boek van de profeet Jesaja bestaat uit een paar verschillende boeken die in tijd op elkaar volgen en waarvan de inhoud steeds op elkaar lijkt zodat ze in de loop van de tijd bij elkaar in een boek terecht zijn gekomen. Dit lied sluit het oudste deel van het boek van de profeet Jesaja af.
Jesaja is helemaal niet zo somber over de ballingschap. Die ballingschap is wel erg, dat had wel nooit gemoeten, maar het verlies van het land Israël kan ook betekenen dat het volk eindelijk leert zich bij de God van Israël te houden en de weg van de God van Israël te gaan. Die Weg loopt uit op de heerschappij van de God van Israël over heel de wereld. Die heerschappij komt als eerst het volk Israël en vervolgens alle volken geleerd hebben hun naaste lief te hebben als zichzelf. Dan is God echt de Heer van de wereld en mag iedereen zeggen dat het mijn heer is, Onze Vader.
Daarvoor had het volk Israël eerst door de woestijn gemoeten. Daar in de woestijn maakte het kennis met de God van Israël en met de Wet van heb Uw naast lief als Uzelf. Daar bouwde het de tent der ontmoeting waar het volk of haar afgevaardigden samen kwamen om na te gaan hoe het verder moest door de woestijn. Op de rand van de ballingschap vraagt de profeet Jesaja zich hetzelfde af als het volk op de rand van de woestijn. Kun je je toevertrouwen aan die God die je niet kunt zien maar die beloofd heeft met je mee te gaan de woestijn door?
De profeet zingt hier over een vast vertrouwen dat bij hem niet wankelt. De koning uit zijn tijd, Achaz, had tegen alle waarschuwingen in wel getwijfeld en bondgenootschappen gesloten met de verkeerde wereldmachten. Die hadden verloren en nu was het volk overgeleverd aan een bondgenootschap van Efraïm en Assyrië.
Voor ons is de vraag of wij vandaag na de dood van Jezus, ja alleen met het vooruitzicht op de opstanding uit de dood, met diezelfde God door willen gaan. Durven wij het aan om in een tijd waarin het individu voorop staat, waar het eigen gelijk overheerst, waar succes en persoonlijke groei de enige godsdiensten lijken, het te doen met het heb Uw naaste Lief als Uzelf? Durven wij het aan het op te blijven nemen voor de hongerigen op aarde, voor de ontrechten, voor de slachtoffers van oorlog en geweld, voor de verworpenen der aarde? Durven we te blijven geloven dat de dood niet het laatste woord heeft?
We weten dat de keuze voor de weg van God zal leiden tot een betere wereld en eigenlijk weten we ook dat er geen andere keuze is. Geen mens kan persoonlijk nooit zo groot groeien dat die betere wereld gemaakt kan worden, dat maken moeten we aan God overlaten, vanaf vandaag kunnen we het alleen maar voor de mensen opnemen, dat moet genoeg zijn.
Geen wonder dat Jezus van Nazareth handen te kort komt als je iedereen van elke ziekte en elke kwaal weet te genezen. Het Griekse woord dat hier met ziekte wordt vertaald kan ook worden vertaald als kwelling en het woord dat met kwaal wordt vertaald kan ook worden vertaald als zwakte. En dan staat er iets anders dan een beschrijving van het werk van de gemiddelde dokter. Dan staat er dat Jezus van Nazareth de mensen weer moed en kracht gaf, zoals schapen weer kracht kunnen krijgen als ze goed en vers gras te eten krijgen. Maar daar is een herder voor nodig die ze naar grazige weiden brengt. Het ene beeld heeft verband met het andere en Jezus is geen huisarts.
Om de massa sterker en weerbaarder te maken is altijd kader nodig, zijn mensen nodig die het goede voorbeeld geven en zelf ook de mensen helpen sterker en weerbaarder te worden.
Zo koos Jezus van Nazareth 12 mensen die hij er op uit kon zenden om al die mensen die opnieuw wilden beginnen, die geloofden beter te kunnen worden, ook daadwerkelijk te helpen weerbaarder en sterker te worden. Mattheüs geeft een hele rij namen. Je vindt de rij ook bij Lukas die de mannen zendelingen of Apostelen noemt omdat ze er op uit worden gestuurd. Eén ervan is Simon bijgenaamd Kananeüs. Die bijnaam onderscheidt hem van Simon Petrus. Dat Kananeüs staat in de Nieuwe Bijbelvertaling. Het stond ook al in de Statenvertaling uit 1622 op deze manier vertaald. In de Bijbelvertaling van 1951, die de laatste 50 jaar bijna overal is gebruikt staat nog Simon de Zeloot.
Die bijnaam Kananeüs gaat terug op een woord dat in het Bijbelboek Exodus wordt gebruikt voor IJveraar. En dat was ook de bijnaam voor de beweging van de Zeloten die in de tijd van Jezus verzet pleegden tegen de Romeinse bezetting. Ze gingen gewelddadig verzet niet uit de weg. Deze Simon, zo wordt aangenomen, had zich na verloop van tijd bij Jezus aangesloten, maar hij bleef “de IJveraar”.
De 12 zendelingen die Jezus er op uit stuurt krijgen heel nauwkeurige instructies mee. Naar het buitenland mogen ze voorlopig niet gaan, Jezus zelf was er net weggestuurd. Het blijft bij de mensen van hun eigen volk want die kunnen snappen waar het om gaat. Een koninkrijk waar de Thora, heerst, de leer van je naaste liefhebben als jezelf. Daarom mogen ze ook niks verdienen aan het brengen van de boodschap, aan het genezen van ziekten en het laten ophouden van allerlei gekkigheid.
Zeker niet aan het wegnemen van kwellingen en aan het weerbaar maken van het volk, zoals je het “genezen van alle ziekten en kwalen” eigenlijk ook zou kunnen vertalen.
Van de plaatsen waar ze niet ontvangen worden moeten ze het stof van hun voeten schudden. Ofwel ze moeten opnieuw op weg gaan en zich niet laten besmetten door het negativisme waar men kennelijk voor kiest, we kunnen toch niet anders doen als we gewend zijn te doen klinkt het daar. Ook in onze dagen keren veel mensen zich van de politiek af. Problemen in de wereld zijn ingewikkeld en het kost moeite en energie je daarin te verdiepen.
Dat het eigenlijk gaat om te zorgen voor minsten in de wereld wordt door de rijken en machtigen handig verborgen achter moeilijke woorden en ingewikkelde conflicten. Goedkopen slagzinnen lijken de keuze voor de juiste politiek makkelijker te maken. Populisten worden dus vandaag de dag populair, maar over zorg voor de zwakken, zorg voor weerbaarheid en bevrijding van kwelling hoor je niets meer. Verzet tegen onrechtvaardige verhoudingen is er nauwelijks.
Vergeleken bij hun einde zal het lot van Sodom en Gommorra nog zacht zijn, zei Jezus over de mensen die zijn zendelingen niet wilden ontvangen. Niet commercieel, vrede brengend, alle mensen liefhebbend, niemand weggooiend. Een koninkrijk dat ongeveer op alle fronten het tegendeel was van wat het onze aan het worden is. Natuurlijk willen mensen wel samen een volk vormen. De enorme massa’s die zich scharen achter een voetbalelftal dat namens ons land wint bewijst dat wel. De omvang lijkt op de massa die in de dagen van Jezus van Nazareth bij hem sterkte en bevrijding van kwelling zoekt.
Wij zijn een rijk land, tienduizenden konden het zich permitteren een paar weken in Brazilië te verblijven bij een WK voedbal. Maar wanneer lopen er bij ons Apostelen langs die de massa’s bewegen om te gaan delen met de minsten, te zorgen voor de zwaksten? Of zouden ze bij ons het stof van hun voeten moeten schudden?
De Apostelen waren de eersten die de blijde boodschap verkondigden dat we bevrijdt waren van dood en ellende. Zij verkondigden dat de visioenen van de profeten uit zouden komen, zij verkondigden dat de belofte aan Mozes over een land dat zou overvloeien van melk en honing op in vervulling gaan stond. Wij zijn sinds lang ook geroepen Apostelen te zijn en iedereen mee te krijgen in de keus voor een leven waarin ieder de naaste liefheeft als zichzelf. Als ons dat gelukt is dan wordt de aarde pas echt de aarde waarvan God ziet dat die goed is. We moeten dus opstaan en in beweging komen, tot dat hij komt.
Amen
Geef een reactie