Lezen: 1 Samuël 1: 1-20
Lucas 10: 38-42
Gemeente,
We zeggen het zo gemakkelijk, Vader, Heer, Hij, Zijn, we spreken over God of het een meneer is, maar meneren heersen, meneren spelen de baas en God speelt niet de baas, God dient, God luistert, God zorgt, wie de Bijbel leest ontdekt dat God meer eigenschappen heeft die wij aan vrouwen toedichten dan eigenschappen die we voor meneren reserveren. Daarom vanmorgen zo midden in de zomer maar eens een paar verhalen over vrouwen. Over Hanna en Peninna, over Maria en over Martha, want door de ogen van vrouwen ziet de wereld er voor meneren ineens heel anders uit. En ook vrouwen hebben geleerd in de taal van meneren hun wereld te beschrijven, de Bijbel zet er zo hier en daar andere beschrijvingen, andere verhalen tegenover.
De verhalen over bevrijding beginnen vaak met verhalen over vrouwen. De belofte dat de aarde bevrijdt zal worden van het kwaad werd gedaan aan Eva. Het was Mirjam die Mozes in de Nijl liet varen en toen het volk door de Rode Zee was getrokken was zij het die het lied van de bevrijding zong. Het oudste gedeelte van de Bijbel is het lied van Deborah uit het boek Richteren. En over aartsmoeders als Sara, Rebecca en Rachel hoeven we weinig te vertellen. Lucas begint zijn verhaal met Elisabeth terwijl Zacharias zwijgend terzijde staat en het hele verhaal van Jezus van Nazareth begint met Maria die het lied van Hanna nazingt, dat lied waarin de machtigen van hun troon gestoten worden. En op de Paasmorgen zijn de vrouwen de eerste getuigen van de opstanding. Het is maar een greep uit de vele verhalen over vrouwen die in de Bijbel duidelijk maken hoe God met mensen omgaat.
Vandaag zijn we gaan lezen in wat we noemen het Eerste Boek Samuël, De figuur van de profeet Samuël belichaamde de overgang van het volk dat zonder koning in stammen verdeeld in het land Israël woonde naar het Koninkrijk dat onder David een succes zou worden. De verhalen over dat volk dat in stammen verdeeld leefde kunnen we vinden in het boek Rechters, vroeger Richteren. Dat boek hoort direct voor de boeken Samuël in de Bijbel te staan. Bij ons staat het boek Ruth er voor maar dat is een feestboek en hoort bij de Psalmen. Het boek Rechters eindigde met de woorden dat een ieder deed wat goed was in diens ogen en het antwoord daarop is te lezen in het boek Samuël.
In de loop van de tijden is het krijgen van voldoende kinderen in elke cultuur een belangrijke zaak geworden. Die kinderen zijn een verzekering voor een ongestoorde oude dag voor hun ouders. De “babyboom” van na de Tweede Wereldoorlog heeft bij ons het zicht daarop wat verduisterd. Voor de generatie van de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw waren er genoeg kinderen geboren om hen een onbezorgde oude dag te bezorgen. Maar in onze dagen dringt zich het besef op dat er voldoende jongeren moeten zijn om de ouderen een onbezorgde oude dag te bezorgen. De hele discussie over de AOW leeftijd gaat daarover, over de verdeling van de lasten tussen de jongeren en ouderen Ook in de dagen van Elkana, waar het verhaal van vandaag mee begint, was de noodzaak van voldoende kinderen aanwezig
In dit verhaal had eigenlijk iedereen kinderen, Eli had twee zonen, Peninna had zonen en dochters alleen Hanna had geen kinderen, zij was de uitzondering maar was zij een uitzondering die een regel bevestigt?
Hanna had geen kinderen, Peninna wel. Hanna was dus zielig en Peninna niet. Maar Hanna was eigenlijk helemaal niet zielig omdat ze geen kinderen had, Peninna had genoeg kinderen voor hen allebei en de verhalen uit de Bijbel gaan ook altijd over delen. En als het op delen aankwam dan kreeg Hanna altijd het beste deel van haar echtgenoot. Elkana vond dat hij en zijn liefde wel tien zonen waard waren. Maar Hanna was zielig omdat ze gepest werd. Pesten is een van de meest gemene manieren om iemand te kwetsen. Mensen kunnen daardoor zo gekwetst worden dat ze er aan dood gaan, al lijkt het dan er op of ze zelf een eind aan hun leven maken. Hanna was daar niet ver van af. Geen kinderen betekende ook geen toekomst. De liefde van een man was zeker niet voldoende om haar een toekomst te geven. Mannen denken dat veel te gemakkelijk, en te veel vrouwen zijn dat gaan overnemen van die mannen.
Hanna zocht eerst in de Tent der ontmoeting, waar het verbond van God werd bewaard, de hulp van die God. Ze was zo ver heen dat de hoge priester Eli dacht dat ze dronken was. Het kwam wel meer voor dat een tempelprostituee dronken verdwaalde in de tempel zelf. Maar dronken was ze dus niet en als ze zo hartstochtelijk iets van God vroeg dan moest die dat toch wel geven zei Eli.
Het is het geloof dat je ook vandaag de dag nog wel tegen komt, als je maar ernstig genoeg God iets vraagt dat ook echt goed is dan krijg je het. Zeker als je zoals, Hanna, Pennina en Elkana zo trouw volgens het verbond met de God van Israël leeft. Wij kennen dat verbond niet meer zo maar het verhaal maakt duidelijk dat het gezin van Elkana elk jaar naar het Heiligdom ging om daar een maaltijd te houden met de familie, met de priesters en levieten, met de armen en met de vreemdelingen die bij hen woonden. Het was een voorschrift uit het boek Deuteronomium dat duidelijk maakte dat alles wat je krijgt van God gekregen is en bestemd is om gedeeld te worden.
In die Tempel wordt Hanna echter duidelijk dat de toekomst helemaal niet in kinderen ligt. Het krijgen van die kinderen was niet afhankelijk van een God, die was afhankelijk van liefde. De toekomst was in handen van God en voor die toekomst kreeg je alles wat je nodig had van die God. Het kind dat Hanna zou krijgen kon ze dus net goed weer teruggeven aan die God. Ze hoefde toch geen kind uit medelijden, ze wilde een kind om niet meer gepest te worden, om mee te tellen in de samenleving, om voor vol aangezien te worden.
Het is ook wat in onze dagen nog vrouwen drijft naar IVF en ingewikkelde medische behandelingen. Wie geen kinderen kan krijgen wordt nog maar al te vaak niet voor vol aangezien.
Die zoon kreeg Hanna dan ook, niet van God maar van Elkana. Maar het was het verbond met de God van Israël, de Wet van Liefde en delen die haar op het goede spoor had gezet, haar zoon zou dan ook opgedragen worden aan die God, die zoon zou gedeeld worden met God en met heel het volk. Wij hoeven geen zonen en dochters aan die God op te dragen. Wij kunnen onszelf aan die God weiden, door te leven volgens zijn richtlijn, onze naaste lief te hebben als onszelf.
En om te weten hoe we die naaste moeten liefhebben moeten we bij Jezus van Nazareth zijn. De keus van Maria dus uit het verhaal dat we vanmorgen uit het Evangelie van Lucas gelezen hebben.
Als je het Bijbelgedeelte van vandaag leest dan is het toch wel heel erg verbazend dat de rol van vrouwen in de Kerk zo lang de rol van Martha was en in sommige kerkgenootschappen de Maria’s nog steeds niet de erkenning krijgen die Jezus van Nazareth in zijn dagen aan Maria gaf. Zelfs in onze eigen PKN kom je gemeenten tegen waar de vrouwen niet gelijk behandeld worden aan mannen. Over die gelijkheid hebben ze nooit in de brief van Paulus aan de Galaten gelezen. Het is zelfs zo dat de dominee die volgens de kerkorde voorzitter is van de synode, Karin van de Broeke, in veel PKN gemeenten niet kan voorgaan. Het mag misschien een minderheid zijn die we hier in Middenmeer niet tegenkomen, het heeft grote gevolgen voor ons omgaan met elkaar. Nog steeds is het kiezen van het beste deel niet vanzelfsprekend.
Dat zorgen van die Martha is natuurlijk niet geheel verkeerd, maar er waren ongetwijfeld ook mannen in de buurt die hadden kunnen helpen. Uit de Griekse grondtekst mogen we begrijpen dat Martha bezig was met het klaarmaken van het eten. En daar kun je een hoop energie in kwijt, zeker als er visite is. Annie M.G. Smidt heeft ooit voor moeder Doorsnee het lied geschreven “Als moeder jarig is” dat lied eindigt met: “Als moeder jarig is is zij nog niet jarig” Martha kan en moet zich dat ook aantrekken, ze werkt voor twee en wordt dan ook tweemaal aangesproken, Marta, Marta. Maria heeft het beste deel gekozen en koos het ene nodige. Nu staat na dit verhaal het verhaal over het Onze Vader en het ene dat daar gevraagd wordt is het dagelijks brood, over meer hoef je je dus niet druk te maken.
Het belangrijkste op dat moment was het leren dat Maria deed. Horen hoe je je naaste lief kunt hebben als jezelf, weten wie je naaste is. Het verhaal van Maria en Martha staat in hetzelfde hoofdstuk als het verhaal over de barmhartige Samaritaan. Maar de naaste zijn van een slachtoffer betekent niet een leven van bedienen, het slachtoffer op de weg naar Jericho uit het verhaal over de barmhartige Samaritaan moest weer op eigen benen staan. Martha moet dus ook leren dat bedienen toch heel iets anders is dan dienen. Dat houden van je naaste als van jezelf ook kan betekenen dat je kiest voor jezelf ook al is dat voor de ander vervelend. Maria kiest voor zichzelf en geeft daarmee Martha de kans dat ook te doen.
Waren ze allebei aan het bedienen van al die mannen geslagen dan had zich de vraag naar de eerlijke taakverdeling, naar de gelijkheid van mannen en vrouwen, zich nooit voorgedaan en hadden we er ook vandaag nog steeds niks van kunnen leren. Dat is nu anders. We weten dat de Maria uit dit verhaal niet anders werd behandeld dan de apostelen en de leerlingen van Jezus van Nazareth. Zonder er veel woorden aan vuil te maken maakt het Evangelie van Lucas duidelijk dat er geen onderscheid is op het moment dat je met het Evangelie van Jezus van Nazareth bezig bent. Dat er onder ons mannen en vrouwen zijn die gelijkelijk de ambten vervullen maakt ook duidelijk dat het er bij ons anders toegaat dan in de wereld.
In de wereld mogen de vrouwen de koffie schenken terwijl de mannen vergaderen, in de wereld mogen de vrouwen de toiletten schoonmaken voor de managers met topinkomens en extra bonussen, in een echte christelijke kerk wordt er geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Door het verhaal van Jezus van Nazareth met Maria en Martha worden vrouwen bevrijd van hun bedienende rol die hen in de wereld maar al te vaak, en tot schade van die samenleving, wordt opgedrongen. Het zou de natuurlijke positie van de vrouw zijn wordt er dan binnen en buiten kerken gezegd. Wie dat zegt heeft de Bijbel dus nog nooit echt gelezen. Er is maar één ding noodzakelijk en dat is dat je jezelf leert waarderen zodat je je naaste nog meer kunt liefhebben. Dat is pas dienen en daar houdt het bedienen helemaal op om nooit meer terug te keren.
Laten we ons nu niet op de borst kloppen dat we het hier zo goed doen. We komen nooit helemaal los van de culturele invloed van de samenleving om ons heen. Over de weigering van sommige gemeenten vrouwen op te nemen in de ambten wordt niet geschreven. Werknemers houden hun mond als vrouwen die hetzelfde werk doen minder verdienen. Werkers in de kinderopvang accepteren het maar dat voor mannen andere regels gelden dan voor vrouwen.
De verhalen in de Bijbel zijn bedoeld om ons in beweging te krijgen. In beweging op weg naar een samenleving waarin vrouwen niet meer gepest worden als ze andere keuzes maken dan de meerderheid verwacht. Naar een samenleving waar voor iedereen plaats is, waar iedereen gelijk is. Uiteindelijk zijn we op weg naar een wereld waar alle tranen gedroogd zullen zijn, waar zelfs de dood niet meer heerst. Tot die dag komt mogen we bouwen aan die nieuwe wereld, bouwen aan het Koninkrijk van God. De God van Hanna, de God van Maria en Martha, de vader van Jezus van Nazareth die als een moeder zorgt voor zijn kinderen, voor ons dus ook.
Amen
Geef een reactie