Lezen: 1 Koningen 21: 20-29
Marcus 9: 30-37
Gemeente
Het is vandaag vredeszondag. In heel veel kerken vraagt men zich af hoe de vrede te brengen in een wereld vol oorlog, geweld en onderdrukking. De Bijbel helpt ons daarbij. Wij kijken naar de oude verhalen door de ogen van Jezus van Nazareth, die zelfs toen hij werd verraden weigerde zijn volgelingen het zwaard te laten opnemen. Maar Jezus deed dat ook om de oproep van de profeten, de roep van de God van Israël te beantwoorden. Die profeten spraken de machtigen en de rijken aan. Ook Jezus heeft die boodschap herhaalt, er zijn mensen die het goede al in dit leven gekregen hebben en waar de God van Israël zich dus rustig van kan afwenden.
Maar zouden wij dat ook durven? Zomaar tegen mensen te zeggen dat ze rijk zijn en zich moeten schamen? In de taal van de profeten: Wee u gij rijken, gij die akker aan akker voegt en huis aan huis tezamen bouwt.? Vaak zijn we zelf afhankelijk van die rijken, de meesten van ons zijn immers loonslaven en we kijken wel uit de aandacht op ons te vestigen. Alleen als we het samen kunnen doen dan durven we soms. De telefoons bij Vluchtelingenwerk, bij het Centrum opvang Asielzoekers, bij het Rode Kruis stonden roodgloeiend van mensen die wilden weten waar en hoe ze konden helpen. Bij de inzamelingspunten van welkomstpaketten konden ze de stroom bezoekers maar nauwelijks aan.
In de Bijbel zijn het de profeten die tegen alles in hun nek durven uitsteken en de rijken en machtigen durven aanspreken op het kwaad dat zij doen. Elia was zo’n profeet.
Elia is een diplomaat, de scherpe straf die God hem opdraagt te brengen aan Koning Achab, ”de honden zullen jouw bloed oplikken op de plek waar ze ook het bloed van Nabod hebben opgelikt”, brengt hij in keurige diplomatieke taal over. Het is niet minder effectvol. “Je hebt een moord gepleegd” is het oordeel van Elia.
Wij durven meestal zelfs die diplomatieke taal van Elia niet tegen onze bestuurders te gebruiken. Want net zomin er Godslastering was te vinden bij Nabod, daar werd hij van beschuldigd, waren er massavernietigingswapens te vinden in Irak, de reden toch om met dat land een oorlog te beginnen.
Maar dat soort fouten maken leidt in de Bijbel zelden tot een eeuwige veroordeling. Als je dat soort fouten maakt hoeft het verhaal niet slecht af te lopen. In dit geval toont Achab berouw, hij laat op gepaste wijze zien dat hij verdriet heeft, hij trok een boetekleed aan. Dat moet je letterlijk nemen, tegenwoordig is sorry zeggen ook al het boetekleed aantrekken maar dat ziet men maar even. Bij Achab kon je dat boetekleed dag en nacht zien.
Achab werd heen en weer geslingerd tussen twee culturen. De cultuur van Elia, met een strenge aanbidding van de God van Israël met uitsluiting van andere goden en de cultuur van Izebel die van de God van Israël niets wil weten maar die de vruchtbaarheidsgoden van Kanaän aanbidt, de goden van winst en profijt. Aan de cultuur van Izebel zal ook de zoon van Achab zich niet kunnen onttrekken. De grootheid waar Achab zich mee kan tonen, met belangrijke vrienden en al, is zo verleidelijk dat machthebbers daar altijd voor zullen gaan.
Ook bij ons zijn machthebbers te vinden voor wie het maar al te mooi als ze een kwartiertje worden ontvangen op het Witte Huis in Washington, wie daar ook president is en wat voor fouten die president ook weet te maken. Zorg voor de armen en rechtvaardigen en vrede komen dan altijd achter de zorg voor eigen eer en eigen ambitie. Wij kunnen dat onze politici verwijten maar wij kiezen ze zelf of we kiezen voor laffe angsthazen die meer oorlog veroorzaken dan ze weten te voorkomen.
En ook bij die laffe angsthazen lijkt het eigen voorkomen, de kleur van het haar en de snit van het pak met de stropdas, belangrijker dan het lot van de armen in de wijken met de goedkoopste woningen en het minste onderhoud. Belangrijker dan het lot van de mensen die van huis en haard verdreven wanhopig op zoek gaan naar een plek op aarde waar ze in vrede kunnen leven en een toekomst voor hun kinderen kunnen opbouwen.
In de Bijbel staan er voortdurend mensen op die de grootheidswaan van regeerders aan de orde stellen. Uiteindelijk zullen in het verhaal van de Bijbel gelovigen, mensen die geloven in die beweging van heb Uw-naaste-lief-als-Uzelf, gemeenschappen vormen die zich over de hele bewoonde wereld zouden verspreiden. Bij die beweging kunnen we ons ook vandaag weer aansluiten, om machthebbers als Achab te bewegen de goede weg te gaan, de weg van gerechtigheid en vrede.
Ieders dienaar willen zijn, daar draait het om bij Jezus van Nazareth. En dat is niet eenvoudig. We zijn niet allemaal zo dapper als Elia. Om voor de armsten op te komen moet je eerst studeren lijkt het wel. Jezus van Nazareth neemt in dit verhaal immers zijn leerlingen mee naar huis om hen te onderrichten. Eerder had Marcus ons al verteld dat Jezus van Nazareth in Kafernaüm was gaan wonen.
In de verhalen die Marcus vertelt en die voor het verhaal van vandaag staan, had Jezus van Nazareth steeds last gehad van grote mensenmenigten die genezing bij hem zochten of gewoon achter hem aan liepen om te horen wat hij te zeggen heeft. Maar aan populariteit had Jezus van Nazareth kennelijk een broertje dood. Verering door de massa loopt altijd uit op de dood van degene die vereerd wordt. Of het idool van de massa kan het niet aan of de massa raakt teleurgesteld en dood het idool of die wordt door de concurentie gedood, maar dood gaat het idool.
Jezus van Nazareth is voor alles realist, hij weet dat het hem ook zo zal vergaan. Maar hij weet ook dat zoveel liefde van God niet definitief dood kan gaan. Dus als het definitief lijkt, na drie dagen, het getal van de volmaaktheid, dat komt het weer tot leven. Dan staat het op tegen de dood. Die weg moet je durven gaan, hoe moeilijk ook.
Daar zijn ook die leerlingen voor. Die moeten leren zichzelf uit te schakelen. Niet zij zijn belangrijk maar de mensen die de liefde nodig hebben. Daar moet je op letten. Jezus van Nazareth wijst op de zwaksten in elke samenleving, de kinderen. Die hebben nog geen weet van goed en kwaad, die leven nog als in het paradijs. Die zijn het eerst slachtoffer van honger, oorlog en geweld. Die kunnen vaak nog niet zwemmen en zijn dus de eersten die verdrinken.
Die zijn het zwaarste slachtoffers van misbruik, van uitbuiting en gebruik door volwassenen voor persoonlijk gewin of persoonlijk genot. Wie een kind opneemt en het daarmee voor het kind opneemt, neemt Jezus van Nazareth op en neemt het daarmee voor zijn liefde op. Eigenlijk zegt Jezus van Nazareth dat wie zo doet zorgt dat hij opstaat uit de dood die het nalopen en de verering hem gebracht hadden.
Daarom ook hoef je mensen die zorgen voor armen, die het opnemen voor kinderen, die pal staan voor de vrede, die het kwade uit de wereld proberen te verdrijven, niet te veroordelen als ze niet in Jezus van Nazareth geloven. Ze doen evengoed wat hij had bedoeld dat er gedaan moet worden. Je moet juist de mensen bestrijden die zeggen te geloven in Jezus van Nazareth maar het kwaad in de wereld laten voortbestaan. Mensen die niet willen delen omdat honger de verantwoording van de hongerige zou zijn, mensen die het niet opnemen voor kinderen omdat het hun kinderen niet zijn.
Mensen die kinderen uitwijzen naar landen waar ze nooit zijn geweest. Die mensen moeten we bestrijden wegens onmenselijkheid. We hoeven niet als Elia de machtigen, de Koningen aan te spreken, als we dat kunnen moeten we het niet na laten. Maar een kind optillen, een hongerige te eten geven, een naakte te kleden, een bedroefde te troosten is ook genoeg, zeker als we dat samen doen, samen welkomstpakketten maken voor vluchtelingen.
En als we dat weten te doen dan weten we dat wie niet voor de Weg van Jezus van Nazareth js, wie het niet opneemt voor zijn mensen, tegen hem is, maar die is ook tegen ons.
De Bijbel laat het niet bij die oproep. Laat het niet bij de noodzaak om op te komen voor recht en gerechtigheid. De Bijbel zet er ook een belofte achteraan. Helemaal achter in de Bijbel is die te vinden. Ooit komt er een wereld waar alle leed geleden en alle strijd gestreden is. Dan zal de dood niet meer heersen, dan zal de zee haar doden teruggeven staat er dan, ook de doden uit de Middellandse zee dus. Dan zal de aarde zo hemels worden dat zelfs God op deze aarde zal willen wonen. Die aarde is er nog lang niet. Er valt voor ons nog veel werk te doen. Wacht daar niet mee, vat aan, geef Gods vrede door aan ieder die dat nodig heeft.
Amen
Geef een reactie