Lezen: 1 Samuël 3: 1-10
Marcus 1: 14-20
Gemeente,
Bent U geroepen? Heeft u de stem gehoord? In de nacht, toen je lag te slapen? Of zo maar tijdens je dagelijks werk? Veel mensen hebben geen idee. Als je stemmen hoort in je hoofd dan wordt het toch tijd dat je eens met je dokter gaat praten. Maar een roep van de God van Israël. Of van zijn zoon Jezus van Nazareth? Voor mij is in de loop van de jaren duidelijk geworden hoe dat nu zat met die mensen uit dat verhaal van Mattheüs 25, u weet wel, die mensen die vroegen wanneer ze de Heer dan te eten hadden gegeven, of te drinken, of gekleed, of bezocht in de gevangenis. Telkens bleken ze zijn roep gehoord te hebben maar ze hadden geen idee, er was een mens die hulp vroeg, een hand die uitgestoken werd, een ezel om een zieke te vervoeren en ondanks alles hadden ze de hulpvraag gehoord en geantwoord en pas veel later hoorden ze dat ze wat ze aan de minsten van zijn mensen hadden gedaan aan hem hadden gedaan. Daar gaat dat roepen dus over en dat geroepen worden.
Dat geroepen worden is niet een abstract, geestelijk gebeuren, het is concreet, het gebeurt op een concrete tijd en plaats. Neem nu de roeping van Samuël. Die was door zijn moeder aan God aangeboden. Hij zou opgroeien tot een zeer opvallende gestalte, zijn haar bleef aan alle kanten groeien, een man met een lange baard en zeer lange haren zou hij worden. Maar bij zijn roeping is het nog niet zo ver. Dan is hij nog maar een hulpje in de Tempel. Een hulpje van een oude blinde priester Eli. Zijn zonen zouden priester moeten worden maar die trokken zich van de God van Israël niet zo veel meer aan. En in het volk was het niet veel anders, niemand meer die nog droomde van een samenleving van recht en gerechtigheid staat er dan.
Er is echter nog wel een besef van God. De Godslamp was nog niet uit staat er in het gedeelte dat we gelezen hebben. Die lamp bleef altijd branden in de Tempel. Samuël sliep achter de Ark. Die rare kist van acaciahout waar een soort engelen op stonden als beschermers maar waar de God waarom het ging ontbrak. Er lagen stenen platen in die Ark zei men, waar de richtlijnen op stonden voor het inrichten van een menselijke samenleving. En in zijn slaap werd Samuël gewekt. Samuël, Samuël klinkt het, zoals ook eens Mozes werd geroepen, twee keer zijn naam. Nu betekent de naam Samuël “God hoort” . Samuël hoort het ook maar heeft nog geen weet van God. Pas als na de derde keerde de Priester een licht op gaat en hem naar God verwijst komt het zo ver. Samuël krijgt te horen dat het slecht zal aflopen met dat Priestergeslacht. Samuël zal op zoek moeten naar een leider van het volk die een man naar Gods hart genoemd zal kunnen worden. Het gaat er dus niet om dat de positie van Samuël zelf hem groot maakt en macht en gezag verleend.
Marcus onderstreept graag dat ook Jezus van Nazareth niet op aarde rondliep om zichzelf groot te maken of zichzelf groot te laten maken. Hij liep gewoon langs het meer en ging gewoon naar de synagoge net als alle andere Joden deden. Hij had alleen wel een bijzondere boodschap die het begin is van het gedeelte staat dat we vandaag gelezen hebben. Zijn boodschap was dat het Koninkrijk van God nabij was, de tijd was aangebroken voor dat Koninkrijk en dat was voor de mensen goed nieuws.
Dat Koninkrijk van God kenden ze. Johannes de Doper had het al aangekondigd, dat rijk waarvan de profeten hadden gesproken zou in hun dagen komen. Volgens de Bijbel zou Johannes gezegd hebben dat ze tot inkeer moesten komen, dat wie twee mantels had er een zou moeten weggeven aan iemand die er geen had. Wij kennen die uitspraak beter uit de Bergrede die Jezus later in het verhaal zou houden.
Maar over die nieuwe samenleving, dat Koninkrijk hadden de profeten al gesproken. De leeuw zou met het lam slapen en een baby in het hol van de slang. De tranen zouden gewist worden en God zelf zou op aarde komen wonen. De bezetting door de Romeinen zou voorgoed voorbij zijn.
Vrede zou het zijn op de hele aarde en armoede en onderdrukking zouden eindelijk voorbij zijn. Dat was wat er vanouds was beloofd en nu was er iemand die kwam vertellen dat het ook werkelijk zou gebeuren. Geen wonder dat mensen hem wilden volgen. Het hele volk had zich immers al laten dopen door Johannes zo vertelt Marcus maar nu Johannes gevangen is genomen begint het optreden van Jezus van Nazareth.
En volgelingen krijgen en een boodschap brengen waar iedereen op zit te wachten wekt zonder meer bewondering. Als iemand zegt waarop het staat, iedereen de ogen opent voor de werkelijkheid, dan heeft zo iemand gezag. Dan gaat het nieuws rond als een lopend vuurtje. Of de mensen het echt hebben begrepen is maar de vraag. Ze spraken over een nieuwe leer. De richtlijnen die ze ooit in de woestijn hadden gekregen, dat van heb Uw naaste lief als uzelf waren bijna vergeten en vervangen door het gehoorzaam Uw priesters en breng tijdig grote offers om de priesters te onderhouden.
Het was als in de dagen dat Samuël werd geroepen. Dromen van een andere samenleving was beperkt tot het dromen van het einde van de Romeinse bezetting. Een samenleving van recht en gerechtigheid, van vrede en verdraagzaamheid daar werd niet meer van gedroomd.
Het zijn vissers die geroepen worden. Gewone mensen die weet hebben van hard werken, die weet hebben ook van nachten dat de vangst uitblijft, dat er angst is dat honger zal toeslaan. Na de kruisiging en de opstanding, de opwinding ook in Jeruzalem zullen ze weer terugkeren, dan gaan ze weer vissen, dan zullen ze Jezus opnieuw ontmoeten en leren dat ze hun netten aan de andere kant moeten uitwerpen, dat ze een andere weg te gaan hebben.
Ook zij worden niet geroepen om Koningen te zijn. Ze moeten hun werk in de steek laten, hun verwanten laten zitten met het werk van alle dag. Dat zal ze niet in dank zijn afgenomen. Die Petrus had zelfs een gezin, later zal Jezus nog eens zijn schoonmoeder genezen in Kapernaüm. Maar ze gaan op weg. Ze voelen aan dat het bij Jezus van Nazareth om meer gaat dan om het verjagen van Romeinen. Wat dat meerdere is moeten ze nog leren. Het begin is de roep te verstaan. Een roep die we misschien in ons leven niet zo concreet horen, misschien kunnen we zelfs niet zeggen wanneer het besef kwam dat we de roep van Jezus zouden moeten volgen. We zijn er immers vaak mee groot gebracht. Het is ons vaak letterlijk met de paplepel ingegoten. Daar is niks mis mee. Het gaat er immers niet om dat wij beter worden van het volgen van Jezus, maar dat de wereld er beter van wordt. Dat recht en gerechtigheid gaan regeren, dat vrede de wachter is bij onze muren zoals Jesaja dat zo mooi kan zeggen.
Het gaat er om dat er een aarde komt die zo mooi is dat God er zelf zal willen wonen. Waar een nieuw Jeruzalem komt met straten van goud en tronen waar God en Jezus op zitten om met hun Geest de hele wereld te regeren. Daarvoor mogen we alles in de steek laten wat ons door de wereld schijnbaar wordt voorgeschreven, carrière maken, rijk worden, machtig worden, aanzien verwerven, de eerste te worden in de vele competities die ons worden aangeboden. Eigenlijk worden we daarvoor dus elke dag opgeroepen en zeker op zondag als we naar de kerk gaan. Iedere keer wordt hier aangeraden om te antwoorden, Heer uw dienares, uw dienaar luistert en iedere keer horen we roep van de onderdrukten, zie we het lot van de minsten die onze hulp nodig hebben. We volgen Jezus van Nazareth, die tegen de leerlingen van Johannes zal zeggen kijk maar wat er gebeurt, de lammen lopen, de blinden leren zien, de bedroefden worden getroost.
Zo mag ook onze gemeenschap gezien worden, daar worden de hongerigen gevoed, daar worden de dorstigen gelaafd, daar is aandacht en zorg voor de minsten. Dat straalt een kerk uit, elke kerk, ook de kerk hier in Winkel. Elke dag mogen we daarvoor opstaan, zoals Samuël opstond, spreek Heer uw dienaar luistert is het enige dat we hoeven zeggen, en misschien zelfs dat niet, misschien hoeven we het alleen maar te doen.
Amen.
Geef een reactie