Lezen: Jesaja 65: 17-25
Johannes 3: 22-30
Gemeente,
Wanneer bijbelschrijvers een nieuwe hemel en aarde schilderen, zijn ze vooral geïnteresseerd in het nieuwe Jeruzalem. Deze stad blijkt het middelpunt van een nieuwe wereldorde en een nieuwe schepping. Lezend vanuit Jesaja naar Openbaring – en niet andersom – blijkt in dit nieuwe Jeruzalem plaats te zijn voor Israël, christenen en de volken. En te midden van al deze mensen wil God wonen. De blijde boodschap is voor heel de wereld.
In de twee gedeeltes die over de nieuwe hemel en aarde gaan, schakelen de schrijvers binnen twee verzen over naar het nieuwe Jeruzalem, hier in Jesaja en in Openbaring 21. Jeruzalem is het middelpunt van de nieuwe schepping. Daar zullen mensen getroost worden en vrij zijn van verdriet en verschrikkingen Dieren leggen hun agressie af en weiden gezamenlijk.
Het nieuwe Jeruzalem staat dus in het middelpunt van de belangstelling en van de nieuwe schepping. Het nieuwe Jeruzalem staat tegenover het oude in de profetieën van Jesaja Het oude volk, de oude stad was opstandig, bracht verkeerde offers en week af van Gods richtlijnen voor de menselijke samenleving. Daar was de ballingschap op gevolgd, als Israël wilde doen als de andere volken dan moesten ze ook maar onder de andere volken wonen.
Het beeld van de ‘bruid’, dat we vanmorgen in de lezing tegenkomen, is een positief beeld om Jeruzalem af te schilderen.‘… zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal je God zich over jou verheugen’. Dit wordt gezegd tegen de stad Jeruzalem, waarbij God het land eromheen ook met ‘mijn bruid’ aanspreekt.
Als we het nieuwe Jeruzalem, de bruid van het Lam, zoals Openbaring dat noemt, niet identificeren met de kerk, komt er helderheid ten aanzien van de verschillende groepen die aan het eind van Jesaja en Openbaring een rol spelen: Gods tegenstanders, Gods knechten en de volken.
Wie absoluut niet in het nieuwe Jeruzalem komen, zijn Gods tegenstanders. Over hen wordt met twee beelden geschetst dat zij er niet bij horen: ‘buiten de stad’ en ‘onuitblusbaar vuur’. Deze beelden stammen beide uit het laatste vers van Jesaja. De profeet schetst hoe tempelgangers na de feesten de stad uit gaan en dan de dode lichamen van de opstandelingen zien liggen. Die lijken vergaan daar door wormen die niet sterven, en door vuur dat niet geblust wordt. Er is dus geen mogelijkheid dat deze mensen ooit nog in leven komen. De vernietiging is definitief.
In het verhaal van Jesaja zijn de knechten van God deel van het volk . Deze zijn in de laatste twee hoofdstukken sterk verbonden met het nieuwe Jeruzalem: ofwel zij wonen daar al, ofwel zij komen daar te wonen, ofwel zij worden door de volken teruggebracht naar de moederstad (66:19-20). Kortom: alle aan God toegewijde Israelieten komen in het nieuwe Jeruzalem te wonen.
Openbaring geeft gedeeltelijk dezelfde koppeling tussen de aanbidders van de God van Israël en Jeruzalem, maar vult dat beeld voortdurend aan. Het boek schroomt niet om de Israëlieten als Gods knechten voor te stellen. Daarnaast staat echter een onafzienbare menigte ‘uit alle landen en volken, van elke stam en taal’ die bij het Lam horen, de volgelingen van Jezus van Nazareth, de Christenen dus. Ook in de omschrijving uit Openbaring van het nieuwe Jeruzalem komt deze samenstelling van en christelijke gemeente voor
In de dagen dat Jezus begon te prediken waren deze beelden over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zeer populair. Eeuwen lang had het volk niets dan onderdrukking en ellende gekend. Na de ballingschap was er een korte periode van zelfstandigheid geweest maar daarna kwamen er Grieken die wreed huis hielden en uiteindelijk verdreven werden door de Romeinen. Die deden net of Israël weer zelfstandig was onder door hen aangestelde Koningen. Herodes liet zelfs de Tempel weer herbouwen.
Maar het volk bleef uitzien naar een definitieve bevrijding zoals ze dat bij de profeten hadden gelezen. Overal traden er daarom messiassen op die de bevrijding beloofden maar wier opstanden bloedig werden onderdrukt. Toen kwam Johannes die weigerde zich als messias, bevrijder uit te geven. Hij wees op Jezus die na hem kwam. Heel het volk liet zich door Johannes dopen staat er dan geschreven.
Maar hoe stook je in een gelukkig huwelijk? Soms door te zeggen dat de een meer geliefd is dan de ander. Dan ontstaat er concurentie en dus verwijdering en wrijving. Zo niet tussen de neven Johannes en Jezus. Johannes zag zichzelf als wegbereider, de man van de advent dus, een wegbereider voor Jezus. Dat had hij nooit onder stoelen of banken gestoken en toen Jezus ook ging dopen en kennelijk veel mensen trok ging hij er niet anders over denken. het was en bleef een feest en de beste vriend van de bruidegom lijkt dan aan de kant te staan maar bij hem steekt de bruidegom nog feestelijker af.
Die doop overigens wordt hier gezien als reinigingsritueel, voor het feest ga je je eerst wassen en dan begint het feest. Al het stof van alledag wordt afgespoeld. Veel mensen wilden daar hun hele huishouden, inclusief de kinderen, in meenemen en dat gebeurde dan ook. Daarom denken veel mensen dat tegenwoordig in de meeste kerken alleen de kinderen gedoopt kunnen worden. Dat is niet zo. Er zijn wel een paar kerken waar kinderen niet gedoopt kunnen worden, die moeten wachten tot ze zelf kunnen beslissen. maar als U hier in Middenmeer bij deze protestantse kerk wil horen en U bent nooit gedoopt aarzel dan niet de predikant te vragen om gedoopt te worden, die zal dat graag doen.
Je verbindt je dan wel aan de kerk zoals die er nu uitziet. In de geschiedenis is dat wel eens veranderd en dan stappen er mensen uit de kerk en beginnen een nieuwe. Bij de fusie tussen de Hervormde, de Gereformeerde en de Luthersche Kerk tot de protestantse kerk Nederland is dat ook gebeurd. Mensen nemen elkaar het verzet tegen veranderingen nog wel eens kwalijk. Nergens voor nodig natuurlijk. Huub Oosterhuis vatte de roep om veranderingen uit de Bijbel eens samen in een liedje: Blijf niet staren op wat vroeger was, sta niet stil in het verleden, ik ga iets nieuws beginnen, het is al begonnen zie je het niet.
Daarom heet die doop ook wel de doop ter vergeving van de zonden. Zoals in de wereld wordt geleefd, uit eigenbelang en met als doel zo veel mogelijk voor jezelf te verwerven leven wij niet verder. Wij hebben immers het woord gehoord dat niemand verder kan leven dan door hetgeen uit Gods hand werd ontvangen. Ook de doop krijgen we van God, in de doop een nieuwe kans opnieuw te gaan leven volgens de richtlijnen die ons daarvoor door God gegeven zijn, heb uw naaste lief als uzelf als de uitgelezen manier om de God van Israël lief te hebben boven alles.
Bij dat nieuwe leven hoort vrede, daarbij hoort verdraagzaamheid, gastvrijheid ook, niet oordelen over een ander, niet begeren wat een ander heeft, elkaar niet als voorwerp behandelen. Bij die doop hoort het leven zoals voor het nieuwe Jeruzalem wordt geschetst. In de Paasnacht zijn er veel gemeenten waar de doop, de doopbelofte wordt vernieuwd. We zijn er nog niet in dat nieuwe Jeruzalem, maar we kunnen opstaan uit de dode wereld om ons heen waar de nadruk ligt op dode dingen en daarvan leven. Wij leggen de nadruk voortaan op de liefde, zoals de vriendschap tussen Jezus en Johannes liet zien.
Die vriendschap ondanks concurrentie tussen Johannes en Jezus is al een teken van het nieuwe. Net als de dieren die samen weiden. Volgens Lucas preekte Johannes dat wie twee mantels had er één aan iemand moest worden weggeven die er geen had. Wij kennen die uitspraak uit de bergrede van Jezus. De vrede van Christus, de vrede van de bevrijder betekende uiteindelijk voor Jezus van Nazareth dat hij afzag van een opstand. Toen hij met een grote groep volgelingen in Getsemane belaagd werd door een troep soldaten beval hij zijn volgelingen de zwaarden op te bergen in hun schede en genas hij een soldaat van de tegenpartij. Zo liet hij zich gevangen nemen, sprak niet meer en vroeg aan het kruis vergeving voor zijn beulen.
Langs die weg mogen wij deel uit gaan maken van die nieuwe aarde waar dat nieuwe Jeruzalem het middelpunt van zal zijn. Dat Jeruzalem staat voor de plaats waar de richtlijnen voor de menselijke samenleving, dat van niet doden, niet stelen, niet begeren, niet liegen en zo wordt bewaard. Die nieuwe aarde staat er in Openbaring zal zo mooi worden dat God er zelf zal willen wonen. Daar zullen geen tranen meer zijn, daar zal de dood niet meer heersen. Dat visioen van Jesaja dat we hebben gehoord wordt meer waar dan zelfs Jesaja durfde dromen. Jezus heeft ons beloofd met ons te zijn tot de aarde voltooid zal zijn en ons opgeroepen alle volken te dopen in zijn naam. We kunnen er elke dag opnieuw mee beginnen, door hier een gemeenschap te zijn die als een licht de gemeenschap van Middenmeer verlicht en door zelf te leven in liefde voor de naaste. Totdat hij komt.
Amen
Geef een reactie