Lezen: Genesis 13: 2-18
Matteüs 21:33-43
Gemeente,
Mag je een mop vertellen in de kerk? In het algemeen bepaalt de voorganger wat mag en niet mag en pas achteraf kan er kritiek komen. Die kritiek mag best maar er is een kort Joods verhaal dat ik ooit hoorde van Max Tailleur en dat heel kort weergeeft waar het vandaag in de lezingen uit de Bijbel om gaat. Het ging om 2 vriendjes, Sam en Moos. Op een dag aten ze bij elkaar en aan het eind van de maaltijd bleek dat er nog twee stukken vlees over waren. Een groot stuk en een klein stuk. Kies jij maar eerst zei Sam tegen Moos en Moos pakte het grote stuk, dat is niet eerlijk zei Sam, nu blijf ik zitten met het kleine stuk. Als jij als eerste had mogen kiezen, vroeg Moos, wat had jij dan gekozen? Dan had ik het kleine stuk gekozen zei, Sam nou, zei Moos, dat heb je nu toch ook?
Samen kiezen en hebzucht. Daar gaat het vanmorgen over. Elke dag staan we weer voor keuzes, vaak ook keuzes om te delen met een ander. Het wordt gemakkelijk als we gelijk kunnen delen, als we wegen en meten en dan allebei dezelfde hoeveelheid en dezelfde kwaliteit krijgen. Maar zo gemakkelijk maakt het leven het ons niet altijd.
Abram en Lot hadden dat probleem ook. Ze waren allebei in Egypte terecht gekomen, het land met een godsdienst van de dood, maar daar hoorden ze toch niet. Abram was er zelfs uitgegooid nadat hij de Farao voor de gek had gehouden. Dat soort heersers is altijd uit op het beste en mooiste voor zichzelf. Zo’n koning laat je zelfs doden als hij een oogje op je vrouw heeft laten vallen. Abram had daarom tegen de Farao gezegd dat Sarai zijn zuster was. Dat was niet helemaal een leugen want ze hadden dezelfde vader, maar verschillende moeders maar toch. Die Farao nam geen risico’s en gooide Abram het land uit.
Dan maar weer de woestijn in terug naar dat land Kanaän. Daar woonden ook nog mensen en daar waren zelfs mensen die zich in dorpen en steden hadden gevestigd. Voor veehouders zoals Abram moet dat een vreemde cultuur geweest zijn. Telkens als het gras op was trokken de veehouders verder. De herders leiden het vee naar grazige weiden en zochten rustig water uit om het vee te drinken te geven. De neef van Abram, Lot, kiest daarom ook voor de vallei langs de rivier waar het water het rustigst is en de grond het vruchtbaarst. Daar waren ook de grootste steden. En zo kon hij in de grote stad wonen en toch veehouder blijven.
Abram blijft in de heuvels waar minder mensen waren. Daar was ook minder gras en waren er meer rotsen. Voor kenners van Kanaän had Lot de beste keuze gemaakt. Had je maar als eerste moeten kiezen zal hij gedacht hebben, maar zo zat Abram niet in elkaar. Hij gunde zijn neef de voordelen van diens keuze.
De God van Abram belooft aan Abram vervolgens dat hele gebied in de toekomst. Een vreemde belofte. Goden waren goden voor de plaats waar ze waren. Er werd een beeld neergezet en daar woonde die god, voor het gebied rond dat beeld mocht die God zorgen. Abram trok rond, aan een God die streek of plaatsgebonden was had hij niks. Abram bouwde daarom af en toe een altaar maar liet dat altaar ook weer net zo gemakkelijk in de steek. Als hij eenmaal geofferd had hoefde hij niet meer terug naar dat altaar. Dat offeren was een teken dat hij besefte zijn rijkdom gekregen te hebben van zijn God, zijn God hoefde je niet in leven te houden. Voor nomaden een rustgevend idee zo’n God die met je meetrok en je visioenen gaf van een rijke toekomst.
Wij hebben het meer op tijdelijke goden. Hypes noemen we ze ook wel. Goden die beloften doen voor de korte termijn en je rijkdom en welvaart beloven als je maar genoeg aan hen offert. Wie niets heeft te offeren, of te investeren, wordt ook niet door die goden beloont. Zelfs de regering gedraagt zich soms als zo’n tijdelijke god. Tegen de tijd dat er verkiezingen komen geven ze wat extra geld aan de mensen van wie ze denken dat die dan wel op hun zullen gaan stemmen. Beloften op spoedige rijkdom doen het altijd goed.
Die God van Abram, waarvan verteld wordt dat die er al voor het begin van de aarde was, gaat over eerlijk delen, over keuzes maken met respect voor mensen. Abram koos niet voor niets de heuvels waar weinig mensen woonden. Hij viel niemand lastig, stelde zich niet op als concurrent. Als je onze politici hoort dan lijken de armen, de zieken en gehandicapten wel expres zoveel zorgkosten te maken. De zorg voor ouderen, zieken en gehandicapten wordt dan ook een last genoemd, een last die onbetaalbaar lijkt te worden.
Eerlijk delen met de armsten wordt een probleem als je rijk wordt. Het liefst zou je dan een muur rond je bezit bouwen zodat er niemand meer mee kan profiteren van hetgeen jouw bezit aan rijkdom heeft opgebracht.
Daar gaat de gelijkenis over die Jezus van Nazareth aan zijn leerlingen verteld. Dat bezit is echter niet van jou, je hebt het gekregen, je hebt het met een doel gekregen. Dat doel is de mensen er mee helpen die dat nodig hebben. Abram heeft daar weet van, daarom offerde hij aan de God die hem de rijkdom had geschonken. De belofte van zijn God dat hij een groot volk zal worden en dat het hele land ooit van dat volk zal zijn houd hem in de ban.
Lot kan het niet schelen. De mensen moeten immers volgens het geloof in Kanaän werken voor de goden. Dat land is van die goden en mensen moeten zorgen voor goede opbrengsten. Daar leven die goden ook van. Daarom moeten ze geofferd worden, dat houdt ze in leven en als je ze goed weet te onderhouden en gunstig weet te stemmen dan zorgen die goden voor vruchtbaarheid. Het is de Baälsgodsdienst van Kanaän.
De God van Abram hoef je alleen maar te volgen. Die wijst je wegen waarlangs je kunt gaan om te zorgen dat de hele aarde vruchtbaar wordt. De mens is immers aangesteld als heer van de wereld en heeft die wereld gekregen om te bewerken?
Het is duidelijk, je kunt wel doen of je zelf de wijsheid in pacht hebt maar pas aan de vruchten kun je herkennen of het waar is. Jezus van Nazareth citeert in zijn gelijkenis Psalm 118. Over de steen die was weggeworpen maar die tot hoeksteen werd. Voor ons een vreemd beeld maar wie wel eens een muurtje heeft opgezet zonder cement, of op vakantie een muur van natuursteen heeft gezien, zal het misschien snappen. Je hebt dan te maken met de onregelmatigheid van de stenen. Niet alles past. Maar juist op de hoeken kan de meest onregelmatig gevormde steen het best passen en daarmee de belangrijkste steen vormen. En onregelmatig gevormd is die leer van Jezus van Nazareth.
Niet de harde werkers, niet de mooi gekleden, niet de beste praters, niet de best gesneden pakken of de mooiste hoedjes bepalen het koninkrijk van God maar de minsten, de armen, de hoeren en de tollenaars. Wie de blinden en de bedelaars langs de weg ziet, wie de hongerenden voedt en de naakten kleed. Juist in deze dagen van financiële crisis, dagen waarin de positie van de rijksten in de wereld wankelt, juist in deze dagen is de zorg voor de armsten in Afrika van meer dan groot belang. Als we het werkelijk weten op te brengen de welvaart die wij delen ook te delen met de armen in Afrika dan brengen we iets van Koninkrijk van God op aarde.
Nu, in deze dagen, komt het er voor ons op aan. Nu zelfs de meest verstokte aanbidder van de vrije markt en de goden van winst en profijt tot de ontdekking komt dat er in elke samenleving ook iets van samen delen moet zijn. Juist nu zal duidelijk moeten zijn dat delen met de armsten in de wereld voorop moet staan en niet de sluitpost moet worden van de internationale welvaart.
Maar denk niet dat iemand met de eer voor het delen kan wegkomen. Op het moment dat de wijngaard opbrengst gaat vertonen steken de pachters die opbrengst in eigen zak. De heer van wijngaard, de Liefde zelf, wordt buitengesloten. In onze samenleving gebeurt hetzelfde. Zelfs de redding van het financiële systeem dreigt ten goede te komen aan de bazen van de banken en hen nog rijker te maken. Als wij moeten kiezen voor eerlijk delen of ons verschuilen achter een grote muur rond onze Europese Unie waar de grazige weiden zijn en de winsten worden gemaakt, dan kiezen we vaak, misschien wel te vaak, voor het afschermen van de rijkdom die we dan ook nog onze rijkdom noemen.
Waarom dus niet de bonussen voor de top van de banken wereldwijd bestemmen voor microkredieten voor de armsten in de wereld. Zodat ook zij zich kunnen ontwikkelen en niet alleen delen in de welvaart maar er zelfs aan kunnen bijdragen. Want ook in de dagen van financiële crisis blijft de tegenstelling tussen landen waar overgewicht het belangrijkste probleem is en landen waar de honger het belangrijkste probleem is.
Abram protesteerde niet toen de keuze voor hem schijnbaar ongunstig uitpakte, hij vertrouwde op zijn God. Jezus van Nazareth noemt een wereld van eerlijk delen een Koninkrijk van de hemel, het Koninkrijk van God. Op het eind van het verhaal van Matteüs zal hij zijn volgelingen opdragen dat verhaal te gaan vertellen tot aan de einde der aarde, net zo lang tot de aarde voltooid zal zijn. Daar schuilt de belofte dat alleen als we iedereen op deze wereld mee kunnen krijgen de aarde zo mooi zal worden dat God er zelf zal willen wonen. We kunnen er gewoon in onze eigen straat, onze eigen buurt mee beginnen. De armen zijn er altijd heeft Jezus ons gezegd. Maar dat die nieuwe aarde er zal komen staat vast. Aan het werk dus, de velden zijn wit om te oogsten en van wat ons toevalt mogen we dag in dag uit delen.
Amen
Geef een reactie