Lezen: Psalm 110
Matteüs 22: 41-46
Gemeente
De lezingen in de zondagen van de veertigdagentijd kennen een volgorde van lezingen die we niet zo gewend zijn. De commissie die het rooster maakt wil niet dat er jaar in jaar uit over dezelfde teksten op dezelfde zondag gepreekt moet worden. Daar is wel wat voor te zeggen. Maar de lezingen van het rooster hangen ook met elkaar samen en dus moeten we iedere keer vaststellen waar we op de betreffende zondag in het verhaal dat ons naar Pasen brengt zijn.
Dat verhaal begon dit jaar met het verhaal zoals Matteüs dat vertelt over de intocht in Jeruzalem, een verhaal dat we anders lezen op de zondag voor Pasen. Matteüs gaat in dat verhaal vrij snel naar het verhaal waarin verteld wordt hoe Jezus van Nazareth allen die kochten en verkochten uit de voorhof van de Tempel verdreef en daar zieken en gehandicapten ging genezen. De zieken en gehandicapten staan hier tegenover de duiven en de tafels van de geldwisselaars.
Het vervolg van het verhaal van Matteüs is een voortdurende discussie tussen de Farizeeën en schriftgeleerden en Jezus van Nazareth. Dat onder een steeds sterker voelbare spanning dat die Farizeeën en Schriftgeleerden, in Jeruzalem de religieuze leiders van het volk, eigenlijk van die Jezus van Nazareth afwilden. Als hij niet anders wilde gaan optreden dan moest hij maar dood.
En of je iemand dood kunt maken hangt af van het oordeel dat je over iemand hebt geveld. Is iemand een gevaar voor de samenleving, gaat die doden en slachtoffers eisen of juist niet. En wie is die Jezus van Nazareth dan wel? Kinderen in de Tempel hadden gezongen dat hij de Zoon van David was en tijdens die intocht als een koning op een ezel hadden de mensen dat ook gezongen.
Duidelijk zal zijn dat die bevrijder van Israël, die Messias iemand zal moeten zijn die de geboden van de God van Israël houdt. En die geboden laten zich samenvatten in het heb God lief boven alles en dat doe je door je naaste lief te hebben als jezelf. In de discussie over zijn identiteit en afkomst vraagt Jezus van Nazareth aan de deskundigen van wie de Messias, de verwachte bevrijder van Israël, afstamt. Van Koning David dus. Om maar even vast te stellen dat “bevrijder” of messias zijn niet even zomaar wat is.
Jezus voelde wel mee met die Farizeeërs. Eeuwenlang is ons voorgehouden dat dat maar een stelletje huichelaars waren maar zo eenvoudig lag ook dat niet. Het waren mensen die hartstochtelijk hun geloof zuiver wilden houden. Dat zuiver houden van geloof in God was iets wat ook Jezus van Nazareth wilde. Alleen Jezus van Nazareth stelde niet de wet maar de liefde centraal. Vandaar ook die discussies over de wet. Jezus wijst dan op de Bijbel die zegt dat liefhebben het belangrijkste gebod is, God liefhebben en dat is gelijk aan je naaste liefhebben. Die messias zou dat tot het uiterste doorvoeren was voorzegd en zou daarmee het volk bevrijden. Als koning zou die messias regeren.
En daar draait Jezus de zaak weer om. Hoe kan een nieuwe koning nu meer zijn dan koning David, van wie die nieuwe koning zelfs zou afstammen. Dat stond wel in de Bijbel maar daar was dus geen antwoord op. Het had te maken met dat liefhebben. Als het meer moest zijn ging het over de hele aarde, over ons dus ook, En ons gaat het daar vandaag de dag ook over, wij zijn eigenlijk van een Koninkrijk zonder grenzen, burgers van de hele aarde zoals die door God is geschapen. Met alle mensen als broeders en zusters, let er dus op en zorg er voor dat het met hen allen goed gaat, pas dan gaat het goed met de aarde zoals God die bedoeld heeft.
Het is zo belangrijk om dat te blijven vasthouden dat de Protestantse Kerk vorige week er nog een heel speciale kerkdienst over heeft gehouden samen met de andere Kerken in ons land. Wij willen meer, wij willen een land dat een Koninkrijk is dat de hele wereld omvat, waar alle mensen in mee kunnen doen, daar ging die kerkdienst over, daar gaat ook het verhaal van vandaag eigenlijk om.
De uitspraak dat de nieuwe koning meer is dan Koning David en door David zelf Heer genoemd zal worden komt uit Psalm 110, die hebben we vanmorgen ook gelezen en het is misschien goed nog eens nauwkeurig naar die Psalm van David te kijken.
Allereerst even over die uitdrukking Psalm van David. Die wil meestal niet zeggen dat David de Psalm heeft geschreven maar dat de Psalm komt uit een bundel die de naam David droeg. Zoals ook bij ons in het Nieuwe Liedboek liederen staan uit verschillende bundels. Voor de uitleg van Psalm 110 is het echter wel gemakkelijk om aan de nemen dat die Psalm teruggaat op de Koning zelf. Wie de Psalm ook geschreven heeft, hier wordt de Koning sprekend, zingend eigenlijk ingevoerd.
Voor gelovigen in de God van Israël is er maar één Heer, maar één echte Koning, maar één machthebber op de hele wereld die het werkelijk voor het zeggen heeft. Dat is de God van Israël, en David de Koning van Israël was een gelovige en die God was de God van Jezus van Nazareth. In deze Psalm wordt een duurzame heerschappij toegezegd aan de vorst die zit aan de rechterhand van God, een beeld dat we ook bij de profeet Daniël terugvinden.
Op Sion krijgt hij de scepter van de macht en de belofte te mogen heersen over zijn vijanden. En Sion is de berg waar de Tempel staat, het centrum van de Wereld waar de Wet van heb Uw naaste lief als Uzelf wordt bewaard. De Psalm zegt dus eigenlijk dat de Liefde voortaan de wereld zal regeren en dat iedereen die tegen die liefde ten strijde trekt zal verliezen.
Deze Psalm maakt de Tempel en het Paleis tot een eenheid. De Koning die hier wordt aangekondigd is ook Priester, zoals de Priester Koning Melchisedek ooit Priester en Koning was en zo Abraham kon zegenen toen die de vijanden van de koningen van Kanaaän had verslagen. Veel later zal ook Paulus Jezus van Nazareth vergelijken met deze Priester Koning en vertellen hoe Jezus van Nazareth niet alleen de enige werkelijke Heer van de Wereld is maar ook regeert vanuit de Tempel waar de liefde voor de naaste centraal staat.
De boodschap die we vandaag te horen krijgen, van Jezus van Nazareth zelf, is dat we het Koninkrijk vandaag dus niet achter de wolken hoeven te zoeken of boven de sterren maar dat we alvast een beetje de hemel op aarde kunnen vestigen. Als we immers de Heer van de Wereld als Heer erkennen en in zijn voetsporen de Liefde laten beslissen over ons doen en laten dan mogen we er op vertrouwen dat het beter zal gaan met deze wereld. Dan zullen de hongerigen gevoed worden, de naakten gekleed, wie vastgelopen was zal weer in beweging komen, oorlogen zullen verlopen in vrede, wapens worden omgesmeed tot ploegscharen, onvruchtbare woestijnen zullen tot bloei komen en de angst die mensen uit elkaar houdt zal verdwijnen.
Dat is het visioen waar deze Psalm een deel van is. Denk nu niet dat het een zoet verhaal is dat eenvoudig te realiseren is. De Psalm spreekt niet voor niets over hoofden die verpletterd worden, lijken die zich opstapelen. Het verzet tegen een wereld waarin de liefde regeert is nog steeds groot en gewelddadig. Maar dat verzet mag ons er nooit van weerhouden er gewoon maar mee te beginnen. Zelf maar kopen in de Fair Trade winkels, werken in de voedselbank of een van die heel veel vrijwilligerstaken op ons nemen die het goede laten doen en niet dan het goede.
De Farizeeën en Schriftgeleerden zwegen stil bij het verhaal van Jezus van Nazareth. Zij waren verstrikt geraakt in de letters van de Wetten van Mozes. Ze hadden niet meer door hoe bevrijdend die Wetten waren, hoe die Wetten gegeven waren omdat het volk bevrijdt was uit de slavernij in Egypte. Daar had de dood geregeerd, daar draaide alles om vruchtbaarheid die gegeven moest worden door de Goden, daarvoor moesten Goden tevreden gesteld worden, uiteindelijk moest daar alle menselijke vrijheid en zelfs de eerstgeborenen van de mensen voor geofferd worden aan die Goden.
Als je de letter van de Wet weer gaat naleven en de Bevrijdende Liefde van God achterwege laat dan maak je de mensen opnieuw slaaf van regels. Dan maak je weer een onderscheid tussen goede en slechte mensen, dan vel je de oordelen die aan God voorbehouden zijn. Maar als je doet als Koning David en je onder de macht van de Liefde stelt dan kun je bergen verzetten zei Jezus van Nazareth, dan regeert de dood niet langer, dan verandert de wereld in een wereld die goed is, een wereld zoals God die heeft bedoeld en waar de profeten van gedroomd hebben, waar in de Psalmen van gezongen wordt en waar wij naar Pasen toe mee aan het werk mogen.
Dan ben je verlost van angst. Rottige jongetjes van Marokkaanse afkomst worden dan aangepakt. In een buurt of wijk met veel opgroeiende jeugd, grote groepen 7 en 8 op de basisscholen ga je samen na of er voldoende recreatie in de wijk is, of er voldoende mogelijkheden voor de jeugd zijn om de weg naar zelfstandigheid op een goede manier te vinden en of die mogelijkheden aansluiten bij de belevingswereld van die jongeren.
Met dat wonderlijke Paasverhaal begint een heel nieuw leven, een leven zonder de dood, een leven waarin iedereen mag meedoen, waarnaar alle volken zich zullen richten zoals eens David zich richtte tot zijn Heer, tot de Liefde die zijn handelen bepaalde. Het goede van de aarde begon bezongen te worden in het eerste hoofdstuk van Genesis, het besluit met de droom van Johannes op Patmos dat we lezen in Openbaring, dat de wereld zo mooi zal worden dat God zelf zijn tenten op deze aarde zal willen spannen. Naar die wereld mogen wij op weg, zingend met de Psalmen en de liederen uit de Bijbel, zoals Jezus van Nazareth de letterknechten stil kreeg met een lied.
Dan gaat voor ons door het lijden van deze wereld, door het lijden van de mensen om ons heen, door ons eigen lijden wellicht het licht van Pasen schijnen, het licht dat we zondag aan zondag zien in de Paaskaars en dat vandaag onze zondag rozerood kleurt als het morgenrood dat een nieuwe dag aankondigt. Aan die nieuwe wereld mogen we elke dag opnieuw beginnen te werken. Vandaag en morgen weer opnieuw. Vat dan aan en aarzel niet.
Amen
Geef een reactie