Lezen: Jesaja 49: 13-18
Matteüs 6:24-34
<!–[if gte mso 9]> Normal 0 21 false false false MicrosoftInternetExplorer4 <![endif]–><!–[if gte mso 9]> <![endif]–> <!–[if gte mso 10]> /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:10.0pt; font-family:”Times New Roman”; mso-ansi-language:#0400; mso-fareast-language:#0400; mso-bidi-language:#0400;} <![endif]–>
Gemeente,
Komende dinsdag is het Vastenavond, nog eenmaal uit de band springen voordat er een periode van inkeer en bezinning begint. Wij kennen die traditie hier in Noord Holland niet zo, al zijn er nog plaatsen als Zwaag waar men dit weekeinde uitbundig het Carnaval viert. Waar protestanten wonen daar geldt de sobe.rheid en de inkeer kennelijk al het hele jaar. Maar ook in de Protestantse traditie is er een periode van inkeer en bezinning die komende woensdag begint, de veertig dagen tijd. De kleur in de kerk verandert dan van het groen van de hoop naar het paars van de bezinning.
Vandaag sluiten we dus een periode van hoop af. In het rooster van lezingen is de afgelopen weken gelezen uit de Bergrede en ook vandaag hebben we daaruit gelezen. Zo op het eerste gehoor een anti Calvinistisch stukje. Wij Calvinisten zijn immers zuinig, wij willen verantwoord met ons geld omgaan, wij willen sober leven. En nu worden we opgeroepen ons geen zorgen te maken voor de dag van morgen, het klinkt alsof we opgeroepen worden er maar op los te leven. Maar zo is het niet.
De Bergrede is een uitwerking van de richtlijnen voor de menselijke samenleving zoals die op de berg Horeb aan het volk Israël was gegeven. Het gaat om het niet doden van mensen, Jezus zegt dan dat je ze zelfs niet moet uitsluiten en conflicten moet oplossen voordat ze uit de hand lopen en tot oorlog kunnen leiden. Het gaat dan om het delen, een mantel weggeven aan iemand die geen heeft als jij er twee op na kan houden, om je vijanden lief te hebben en te bidden voor wie je vervolgen, om de linkerwang toe te keren aan iemand die je op de rechterwang slaat en een mijl extra te gaan met wie je dwingt een mijl te gaan. Al die regels bij elkaar maken een heel nieuwe samenleving, een totaal ander land als waar wij gewend zijn in te leven.
Vaak wordt gezegd dat die samenleving die zou ontstaan als iedereen de Bergrede volgt te idealistisch is, niet haalbaar is, zo werkt het niet. En dan komt de lezing van vanmorgen. Eerst Jesaja. Die moest zijn volk ook motiveren opnieuw een samenleving op te bouwen. En ook tegen hem werd gezegd dat het niet mogelijk zou zijn de oude glans van Jeruzalem en van Israël te herstellen.
Het is in het gedeelte dat we vandaag uit het boek van de profeet Jesaja gelezen hebben of de profeet zich alvast naar Jeruzalem heeft begeven. Daar op de berg Sion zou de Tempel herbouwd moeten worden. Maar Jeruzalem is maar een armzalige puinhoop. De muren zijn verwoest, de Tempel is gesloopt en er woont nog maar een handjevol mensen die eigenlijk ook geen andere plaats hadden om heen te gaan. De eens zo trotse koningsstad stelt helemaal niks meer voor. Een vlek in de uithoek van het Perzische Rijk is het geworden. En vanuit de rijke hoofdstad Babel, met haar geweldige bouwwerken en haar prachtig versierde Tempels, moeten de ballingen naar dat armzalige hoopje puin dat eens Jeruzalem was.
De profeet stelt hier God voor als een moeder die nooit haar kind zal vergeten. Hoe oud het kind ook wordt het blijft voor de moeder altijd het kind waarvoor gezorgd moet worden. Juist door de komst van de ballingen zal de stad weer gaan bloeien. Mensen die weer leven brengen, die de muren kunnen herbouwen en kunnen zorgen voor een nieuwe Tempel waar de dienst aan de God van Israël weer kan worden uitgedragen. En als de ballingen eenmaal gekomen zijn, als de muren zijn hersteld, de Tempel weer functioneert, de huizen zijn herbouwd, dan is er weer de stralende stad die nieuwe mensen aan zal trekken, dan zal de stad te klein zijn om al die mensen die er op af komen te herbergen.
En zou het volk van Israël te klein geworden zijn om dat waar te maken? Alle volken zullen zich ooit naar Jeruzalem keren om de God van Israël te eren, al die volken zullen voor die stad zorgen. In later dagen hebben Christenen zich deze woorden toegeëigend en gedaan of Jeruzalem aan hen was beloofd. Niets is minder waar. Jeruzalem is van Israël, het huidige Jeruzalem van Israël en de Palestijnen. Het is aan Christenen om te zorgen dat de volken waar ze toe behoren gaan leven volgens de Wet die in Jeruzalem werd bewaard en die vanuit Jeruzalem over de hele wereld is uitgeroepen. De Wet die zegt dat je je naast lief moet hebben als jezelf.
Pas als die Wet overal is doorgevoerd, als nergens op de wereld meer oorlog is of honger, als alle mensen recht gedaan wordt, dan zal dat Jeruzalem tot haar volle glorie komen. Iedereen zal immers weten dat Jeruzalem eens de stad was waar de droom van vrede en gerechtigheid voor de hele wereld levend werd gehouden en nieuw leven werd ingeblazen door de ballingen die terugkeerden uit Babel. Het is een visioen van de Profeet dat mensen in beweging heeft gezet om terug te keren en die opbouw ter hand te nemen. Aan ons om in beweging te komen en mensen in beweging te zetten om dat visioen van vrede en gerechtigheid voor de hele wereld waar te maken. Ook vandaag, ook in ons land, in onze wereld.
Zo moeten we ook de uitleg van Jezus van Nazareth lezen die hij aan de wetten van Mozes heeft gegeven. Natuurlijk onze economie stelt andere eisen. In Griekenland hadden ze daar zelfs een God van gemaakt, de Mammon, die eiste van de mensen dat er dag en nacht gewerkt werd, dat mensen machines werden die je kon verkopen of afdanken als dat nodig was. De God van Israël deed het tegenovergestelde, die bevrijde mensen van de slavernij van arbeid en consumptie, één dag in de week moest alles rusten. Bij die God kon je niemand afdanken maar moest je zorg verlenen aan de minsten in de samenleving, aan de zieken, de weduwen en de wezen,
Op de televisie zagen we laatst een huisvader uit de Libanon die vertelde over de situatie in zijn land. Hij was bouwvakker maar al sinds een paar jaar werkloos. Elke dag trok hij er op uit om werk te zoeken en slechts af en toe slaagde hij daarin. Hij was gefilmd in zijn huiskamer, naast hem zaten zijn twee zeer jonge kinderen en tegenover hem zijn vrouw. Hij vertelde schijnbaar onaangedaan dat ze alleen konden eten als hij had gewerkt, anders moesten de kinderen zonder eten naar bed. Ze aten in elk geval nooit meer dan één keer per dag. Zijn vrouw vertelde dat ze geen geld meer hadden om melk voor de kinderen te kopen dat was nog het ergste. Hoe moet je die mensen nu uitleggen wat er hier in de Bijbel staat? Je hoeft ze het waarschijnlijk niet uit te leggen.
Zij zullen zich niet meer afvragen wat ze zullen eten of wat ze zullen drinken of waarmee ze zich zullen kleden maar of ze zullen eten en of ze zullen drinken en of ze iets zullen hebben om aan te trekken. In onze rijke samenleving pijnigen we ons met onzinnige keuzes. Moeten we onze ogen een millimeter liften om er jonger uit te zien? Welke kleur haarspoeling neemt de vrouw en welke past daar voor de man bij? Voor Jezus van Nazareth zijn het keuzes voor de heidenen.
Voor gelovigen gaat het om het Koninkrijk Gods, om de vraag dus hoe we kunnen delen met dat gezin in de Libanon, met de mensen in Syrië, of die mensen die na een aardbeving zelfs nog geen tent hebben om in te wonen. We maken ons zorgen over de mensen in de Oekraïne die hun land verscheurd zien door de machtspolitiek van Rusland en de Europese Unie. We weten heel goed dat als we bereid zijn om te delen er genoeg op aarde is om voor iedereen te zorgen. Voor het gezin in de Libanon is er vrede in de regio nodig, rechtvaardigheid voor de Palestijnen en veiligheid voor de Israëli, voor de mensen in Syrië zullen we macht moeten ontmantelen en iets vinden op de noodzaak wrede dictaturen niet te laten ontstaan.
Zo zijn er tal van armen waarvoor de keuzes die we maken oneindig veel belangrijker zijn dan de vraag hoe wij bij de buren overkomen en of we wel gewild en modern genoeg op ons werk verschijnen. We kunnen geen twee heren dienen. De God van Jezus van Nazareth dienen en de god van winst en profijt dienen gaat niet samen. Het geld dat we aan overbodig voedsel en overbodige make up uitgeven kunnen we niet delen met de hongerigen, de daklozen, de zieken en gehandicapten, de gevangenen en de armen in de wereld.
De belofte die ons in dit verhaal gedaan wordt is dat, als wij delen, als we die armen weten te bereiken, al dat andere ons ook ten deel zal vallen. Maar wie heeft het nog nodig als je al het geluk zal zien dat straalt uit de ogen van de wanhopigen die weer een leven kregen?
We kunnen het niet alleen, we zullen iedereen in die beweging mee moeten krijgen, we zullen de hele wereld er van moeten overtuigen, maar we mogen iedereen de bevrijding van de armen voorhouden, die komt. Daar hoeven we ons geen zorgen over te maken. Ook al lijkt die nieuwe wereld van delen met elkaar en zorgen met elkaar, die wereld zonder geweld en onderdrukking een onmogelijkheid , geloven in de God van Israël, geloven in de boodschap van Jezus van Nazareth betekent de zekerheid dat die nieuwe wereld er zal komen.
Er bestaan prachtige visioenen over. In het boek van de profeet Jesaja kun je ze terug lezen, kinderen die spelen in het hol van een slang, lammetjes die samen weiden met leeuwen, niemand die meer sterft voor hij of zij oud is. In het boek Openbaring wordt het nog mooier, daar zal geen dood meer zijn en de zee geeft haar doden terug. Daar wordt de aarde zo mooi dat God zelf zijn tenten op deze aarde zal willen spannen.
Naar die wereld moeten we dus op weg. Er is nog veel werk te doen als we om ons heen kijken, maar we kunnen op weg in de vaste zekerheid dat het zal komen, is het vandaag niet dan is het morgen, is het niet in ons leven dan in het leven van hen die na ons komen. Maar het is de hoogste tijd om te gaan, niet dralen dus maar het werk aanvatten, vandaag nog.
Amen.
Geef een reactie