Lezen: Deuteronomium 30: 15-20
Matteüs 5: 17-26
Gemeente.
Afgelopen vrijdag was het Valentijnsdag, de dag van de liefde. Een gewoonte die uit America is overgewaaid en daarom door de commercie is ingepikt. In de kerkelijke traditie ging het om een jongeman die zijn huwelijkskeuze niet aan ouders of maatschappelijke conventies overliet maar zelf zijn liefde verklaarde aan zijn geliefde. Als daar geldelijke belangen mee gemoeid zijn loopt dat verkeerd af zo weten we en dus werd de betreffende Valentijn een martelaar voor het geloof. Want wat is het geloof anders dan consequent kiezen voor de liefde, voor het leven dus. Niet voor de dood van het hebben van geld of goederen.
Geld of goederen houden niet van jou, ze schenken niks terug, ze zorgen niet voor je, ze voeden je niet als je honger hebt, ze geven je niet te drinken als je dorst hebt en ze verzorgen je niet als je ziek bent. Je ware geliefde doet dat wel en daarom is elke dag een dag om je liefde te verklaren. Niet met geld of goederen, want liefde is niet te koop, liefde is alleen te krijgen met liefde. En dan nog, het geven van echte liefde betekent dat je er niks voor terug wilt hebben.
Dat de liefde ontvangen wordt is je genoeg. De glimlach in de ogen van iemand voor wie je iets goeds gedaan hebt is de rijkste beloning die je je kunt voorstellen. Geen wonder dat in het beroemde lied uit 1 Korinthe 13 over de liefde gesproken wordt over de liefde als : zij zoekt zichzelve niet, 4 maal zn. Moeilijk is het dus niet de wet van de liefde te houden, die wet is ook niet ver weg of ingewikkeld. Je hoeft er niet voor gestudeerd te hebben, ook levenservaring is niet nodig. Je hoeft alleen maar van jezelf te houden en te beseffen dat je maar één keuze hebt, de keus tussen leven en dood, kies dus het leven zegt het Bijbelverhaal.
Dat hele verhaal gaat over het leven, het leven dat voortkomt uit de liefde en dat met geen mogelijkheid van die liefde vandaan te krijgen is. Zelfs de dood betekent niet het einde van de liefde voor jou, maar ook niet het einde van jouw liefde voor hen die je liefhebt. Die liefde blijft altijd bestaan, daarin schuilt het geheim van het eeuwige leven. Zonder liefde gaat alles dood, zonder liefde blijft er niks over, zonder liefde gaat zelfs alles stuk waaraan je waarde hecht. Kies dus elke dag voor het leven en laat hen die je liefhebt voortdurend weten hoeveel je wel niet van ze houdt.
Soms brengen losse teksten en verhalen uit de Bijbel je in verwarring. We hebben het vandaag toch ook over de Bergrede, het Bijbelgedeelte bij uitstek over de Liefde, dat van je linkerwang toekeren aan hem die je op de rechterwang slaat, dat van twee mijl gaan met degene die je dwingt een mijl te gaan, dat van een jas weggeven als je er twee hebt aan iemand die er geen heeft. En dan de gelukkig prijzingen, gelukkig prijzen we degeen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Wat moet je tenmidden van die prachtige teksten met het vuur van de Gehenna waar we vandaag over gelezen hebben?
Maar we kennen ook de twistgesprekken van Jezus van Nazareth met de Farizeeën en Schriftgeleerden. Vaak gaat het dan over wat mag en wat niet mag. Dat staat in de Wet van Mozes maar volgens zijn tegenstanders hield Jezus van Nazareth zich niet zo nauwkeurig aan de Wet. In het gedeelte van vandaag lezen we zijn uitspraak dat je die Wet niet zomaar naast je neer kunt leggen. Maar die Wet is er voor de mensen en de mensen zijn er niet voor die Wet. Niet voor niets is de samenvatting het heb uw naaste lief als uzelf. Als je zo die Wet volgt dan hoor je in dat Koninkrijk van God.
Want moorden doen we in de regel niet. Maar iemands persoon ontkennen, “niets-nut” roepen, iemand kleineren, dat overkomt ons nog wel eens. Volgens Jezus van Nazareth is dat pas moord. Als je de intelligentie, de inzet van iemand ontkent, de ander “dwaas” noemt dan verlaag je die ander zo laag dat je de hel op aarde brengt voor die ander. Dan wacht ook jou het vuur van de afvalhoop buiten Jeruzalem, het Gehenna, voor tijdgenoten van Jezus van Nazareth het beeld van de hel waar het eeuwig brand. Hier werd het afval van de hele stad verbrand, inclusief dode dieren. Dag en nacht brandde er een vuur en hoe het stonk kan iedereen zich er waarschijnlijk wel bij voorstellen.
Als je offert, en offeren is delen met iemand die dat nodig heeft, en je hebt nog iets tegen iemand, dan is er dus iemand met wie je op dat moment niet wilt delen, dat moet je dus eerst goedmaken, want wat je de minste van de mensen hebt gedaan heb je aan God zelf gedaan. Zo ook een geschil, zorg dat het uit de wereld is voor het uit de hand loopt is het advies.
Je merkt aan de manier van spreken van Jezus van Nazareth dat het hier niet gaat om wetten in de zin waarin wij het over wetten hebben. Over dit soort regels kun je geen rechtzitting houden, kun je iemand niet oordelen. Integendeel hoe een ander hiermee omgaat dat kun je al helemaal niet beoordelen, dat moet je dus aan God overlaten. Dat is nu net het verschil met die Farizeeën, die hadden een eindeloze uitleg waaraan iedereen werd gebonden, ook al kon dat de liefde voor elkaar, de zorg voor elkaar doden..
Ons recht en onze regels zijn gebaseerd op het Romeinse recht, Napoleon heeft dat op papier gezet en in laten voeren. Dat recht gaat er van uit dat elke regel overal en onder alle omstandigheden voor iedereen hetzelfde geld. Dat recht moet zo helder zijn dat iedereen geacht wordt de wet te kennen. In de praktijk komt daar niets van terecht. Er moeten dus rechters zijn die geschillen beoordelen die ontstaan rond de vraag welke rechtsregel is in redelijkheid van toepassing in een gegeven situatie voor de betrokken personen. Het gevolg is een eindeloze hoeveelheid jurisprudentie waar een leek geen weg in weet. Dat is overigens niet alleen van nu want al de Prediker riep uit dat hij naar de plaats van het recht keek en onrecht zag, er waren tranen van verdrukten maar geen trooster.
Het recht van Jezus van Nazareth is anders, gebaseerd op het recht van de Hebreeuwse Bijbel. In het Hebreeuws heet dat Dabar, het woord dat je op weg helpt, het woord dat je in beweging zet, in beweging om recht te doen, om mensen tot hun recht te laten komen. Een Woord dat verandering brengt, dat het goede voortbrengt doet natuurlijk denken aan het scheppende woord van God, God sprak een woord en er was licht, er waren zon en maan, er was scheiding tussen water en land, er waren planten en dieren en er was de mens. Er was orde in de chaos en God zag dat het goed was. Het recht van de God van Israël, het recht van Jezus van Nazareth is bedoeld om ons deel te laten hebben aan dat scheppende spreken, zodat de aarde weer een stukje beter wordt.
Al die regels uit de Bijbel, de Hebreeuwse Bijbel net zo als het Nieuwe Testament, zijn dus bedoeld om het verkeer tussen mensen te verbeteren, om te zorgen dat jij en ik meer van onze naaste kunnen gaan houden, zonder het kwade in de ander goed te hoeven keuren. Zo moeten we dus de Bijbel lezen, die regels komen om te beginnen uit het Oude Testament, de Hebreeuwse Bijbel waar Jezus van Nazareth de uitleg en de vervulling van was. Zo moeten we op zoek naar de toepassing van die regels in ons eigen leven en in onze eigen samenleving. Zorgen we samen voor een volwaardige plaats voor de armen in onze samenleving? Of schelden we de armen uit voor dwaas en moeten we er van uitgaan dat ze zelf schuld hebben aan hun armoede? Wij mogen elke dag weer opnieuw met die regels op pad, ook vandaag weer.
Die schepping gaat eindeloos door. Nooit mogen we dat spreken over recht en gerechtigheid laten liggen. In onze dagen is er nog steeds veel onrecht. Kijk maar om je heen, kijk naar hoe zieken, bejaarden, en armen worden behandeld, kijk naar de volken die oorlog voeren en hoe zelfs het oorlogsrecht niet meer de bescherming biedt waarvoor het bedoeld was. Het “Gij zult niet doden” geld voor een individu maar niet meer voor staten en niet meer voor hen die de bevelen van machtigen opvolgen. De rechten van de mens worden in onze dagen beschermd door een Aktie groep Amnestie International, er zijn protestantse gemeenten in Nederland die maar een schrijfgroep voor Amnestie zijn gaan vormen en brieven schrijven aan gewetensgevangenen en regeringen.
Zo mogen wij elke dag opnieuw doorgaan met liefde en recht. Tot de dag komt dat de aarde zo goed is geworden dat God zelf zijn tenten op deze aarde zal willen spannen. Dat is de dag dat de Mensenzoon komt de levenden en de doden te oordelen, dan wordt duidelijk wie kwaad heeft gedaan en mensen heeft laten lijden. Die dag zal komen brandend als een oven, als een vuilverbranding, als het vuur van de HVC, als het vuur van de Gehenna staat er geschreven. Maar tot die dag mogen wij aan het dankbare werk van de Liefde.
Amen.
Dit is op Breydelstad – Den Brugsen Protestant herblogd.